Eigenlijk is het al een eeuwenoude onhebbelijkheid aan de Afrikaanse kusten om rijkbeladen Westerse schepen te kapen en te beroven. In de 17e en 18e eeuw werden daarbij de bemanningsleden, vaak Christenslaven genaamd, ook nog eens op slavenmarkten in Algiers of Tripoli verkocht. De Noordafrikaanse kust werd niet voor niets Barbarije genoemd. De diaconieboeken in o.a. Friesland spreken herhaaldelijk van collectes voor het vrijkopen van burgers die 'bij den Turck' gevangen waren. Gemakshalve werden de Afrikanen ook maar Turk genoemd. Wisten de mensen veel. Het ging niet om geringe aantallen. Conservatieve schattingen spreken van zeker 50.000 Christenslaven tot enkele miljoenen. Daar hoor je nooit iemand over tijdens herdenkingen van de afschaffing van de slavernij...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten