maandag 10 maart 2008
Duivelbanners, waarzeggers en wonderdokters
Onze voorouders mochten dan wel vrijwel allemaal verbonden zijn aan een kerkelijk genootschap, het bijgeloof heeft altijd vruchtbare bodem gekend in Noordoost Friesland. In de tijd dat de wetenschap nog onderontwikkeld was klampte menigeen in wanhoop zich vast aan de kunsten van duivelbanners, waarzeggers of wonderdokters. Fraaie, maar ook vaak genante, staaltjes hiervan zijn vastgelegd in de archieven.
Bekend is de bizarre duivelsuitdrijving bij het meisje Anna uit Ezumazijl rond 1633. Mede op basis van dit verhaal schreef dominee Balthasar Bekker uit Metslawier zijn bekende en bij sommigen beruchte boek De Betooverde Wereld, waarin hij korte metten maakte met het wijdverbreide bijgeloof.
In het zelfde genre past de waarzegger, waarvan we het verhaal van de Duitser Heinrich, alias Hendrik Jans Roodrok, uit 1710 kennen die in Ee jongleerde met briefjes beschreven met kalverbloed. De bewijzen zijn nog in het dossier van de criminele sententie bij Tresoar in Leeuwarden bewaard gebleven. Deze in Surhuisterveen wonende man had blijkbaar nog vele collega's, want onlangs verscheen een boek van Klaas Henstra, getiteld Duivelbanners en wonderdokters in de Wouden (online te bestellen, 19,50 euro). Van de zeventiende tot ver in de twintigste eeuw waren in de Friese Wouden zulke charlatans en natuurgenezers te vinden. Niet alleen gewone lieden, maar ook dominees fungeerden wel als wonderdokter. Vaak waren het ook vee-artsen. Enkele van deze duivelbanners en wonderdokters kregen een meer dan lokale bekendheid: Grutte Wopke Harmens de Vries, Pieter Poes, Knjilles Wytzes van der Wal, Jan Jans Benedictus, Abe Wartena, Jan Oeges Monsma, Teye Harmens Tol, Joast Wiersma en Fedde de Vries. Maar ook dominees als François Bekius, Jacob Folpmers, George Offerhaus en Engbert Seegers. Het Streekmuseum Volksterrenwacht te Burgum hield er een tentoonstelling over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten