In het Stadsarchief van Amsterdam ligt zijn testament en daarvan staat ook een scan online. Daarin noemt hij zichzelf Petrus Stuyfsant. Die achternaam is ook wel te plaatsen, gezien de diverse zandverstuivingen in de Friese Zuidoosthoek. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat zijn grootvader, die herbergier in Dokkum was, midden in de stad iets met een zandverstuiving had.
In 1647 werd Peter Stuyvesant directeur-generaal van de provincie Nieuw-Nederland met als belangrijkste nederzetting Nieuw-Amsterdam, het latere New York. In 1664 veroverden de Engelsen de stad (lees hoe dat ging in de bewaard gebleven brief van Hendrik Meessen Vrooman , Brief van de maand mei/juni 2009) en ondanks een korte herovering door Michiel de Ruyter, 10 jaar later, werd het grondgebied Brits.
De Nederlandse taal bleef echter nog lang in gebruik binnen de geƫmigreerde families en hun eigen protestantse kerken, zoals die in de wijk Vlakkebosch, het huidige Flatbush in New York.
Ik vraag me nu opnieuw af of dat Stuyfsant niet van Stuifzand komt, een gehucht bij Hoogeveen, maar in de vroegere gemeente Ruinen. Uit Ruinen kwamen in de zeventiende eeuw meer landverhuizers in Amerika terecht. Een aantal brieven is bewaard gebleven en ook al eens behandeld in een artikel in de Drentse Volksalmanak.
BeantwoordenVerwijderenHallo Gelkinghe,
BeantwoordenVerwijderenHeb je dat artikel in de Drentse volksalmanak nog?
Groetnis, Sneuper