Bij het doorbladeren van het Diaconieboek van Birdaard en Janum (1645-1796) kom je af en toe weer interessante teksten tegen. Zoals deze: tot lossing van een predikant en sijn broeder bij de Tartaren gevangen, den 12 7br 1703.
Op de betreffende pagina in het diaconieboek worden de inkomsten en uitgaven van diaken Andries Tierx weergegeven.
Het kwam regelmatig voor dat familieleden van mensen die op zee gevangen waren genomen (vaak door Barbarijse zeerovers) bij de diakenen van diverse dorpen langs gingen voor een collecte. Het geld was bedoeld om het losgeld van de gegijzelden te betalen. Dit hoefde dus niet persé voor mensen uit hetzelfde dorp te zijn. Er zijn voorbeelden bekend van gevangen genomen zeelieden uit Noord Holland waarvoor in Friesland gecollecteerd werd.
Maar hoe en waar iemand door Tartaren gevangen kon worden genomen is me niet geheel duidelijk. Vermoedelijk is dit toch een variant op Turken, een benaming waarmee ook vaak Barbarijse zeerovers werden bedoeld. En tenslotte klinkt Tartaren en Barbaren ook vrijwel hetzelfde als je het snel uitspreekt.Opvallend zijn ook de regelmatig terugkerende 'liefde gaaven voor de Gulijckse en Palsische kerken' in een hertogdom in het huidige Duitsland.
Palts en Gulik waren protestantse streken die eind 17e eeuw veroverd en totaal verwoest zijn door de troepen van de Zonnekoning, terwijl er begin 18e eeuw een vorst aan de macht kwam die de contrareformatie bevorderde. Gevolg heel veel vluchtelingen, waaronder ook veel predikanten en studenten. Ik meen dat voor die groep de penningen voor Palts en Gulik bestemd waren. De inning ging via de classes.
BeantwoordenVerwijderen