vrijdag 28 februari 2014

Johannes Veltdriel, burgemeester van Dokkum in 1630 voor Staten Generaal naar Rusland

In het Nationaal Archief te Den Haag bevindt zich in de Inventaris van het archief van de Staten-Generaal een Verbaal van de gezanten Albert Coenraetsz. Burch en Johan van Veltdriel wegens hun zending naar Rusland in verband met onderhandelingen over uitvoer van salpeter en over vrije korenhandel. Het is gedateerd 10 januari 1632 maar de werkelijke 'Ambassade' vond plaats in 1630. Mogelijk zelfs als boek uitgegeven.
Op 4 nov 1631 bezocht een Russisch gezantschap de Staten Generaal
In 1630 toog een gezantschap namens de Staten Generaal (Veltdriel was daarin de vertegenwoordiger van Friesland) naar Archangelsk voor salpeter (een grondstof voor buskruit) en graan vanwege door de Dertigjarige Oorlog onstane tekorten en stijgende graanprijzen. De handel stagneerde. Het was dan ook de bedoeling om een monopolie voor Amsterdam te bepleiten en een goede ligplaats voor de schepen uit de Republiek op de Noordelijke Dwina aan de Witte Zee bij Archangelsk. Er waren begin 17e eeuw al diverse Hollanders en Friezen actief in de handel met Rusland, waaronder Andries Winius en Isaac Massa, hoewel het merendeel van de 'Hollanders' bestond uit gevluchte Antwerpenaren en Duitsers die zich in de Republiek gevestigd hadden. De meeste handel vond plaats over zee via de Sont en Oostzee (de Moedernegotie).
Een prachtige bron hiervoor zijn de online Notariele akten over de Archangelvaart 1594-1724 en uiteraard de Sonttolregisters. Archangelsk werd in 1584 gesticht bij het klooster van de Aartsengel Michael.
De plaats Sint Petersburg bestond nog niet. Deze gewenste haven aan de Oostzee via de Narva werd pas vanaf 1703 met behulp van Friezen en Hollanders door tsaar Peter de Grote opgebouwd.
Aan de Ambassade naar Rusland rond 1630 deed als predikant ook Ovittius Abbema uit Oldeboorn mee. Die kennen we nog van het prachtige boek van kerkhistoricus Paul Abels: Ovittius Metamorphosen. Voluit heette de dominee Pibo Ovittius van Abbema.

Van der Aa meldt over Veltdriel:
VELTDRIEL (Johan), een man van groote bekwaamheid en bedrijf, in 1629 wegens Friesland ter vergadering der Staten-Generaal afgezonden. Namens deze vergadering trok hij, benevens graaf Ernst Casimir, H. van Essen, J. van Gogh, G.v.d. Kamer en R. Huyghens, ten tijde van den inval van het keizerlijk-Spaansch leger in de Veluwe, naar Arnhem, en later werd hij naar Wesel gezonden, om aldaar op alles orde te stellen.
In 1630 werd hij met Albert Coenraadszoon Burgh tot ambassadeur naar Moscoviƫn benoemd. Hij keerde vroeger dan zijn ambtgenoot naar het vaderland terug. In 1634 werd hij door Friesland gelast om zitting te nemen in de admiraliteit van Zeeland. Onvriendelijk door De Knuyt afgewezen, bleef hij sedert de plaats in de Vergadering der Staten-Generaal, als buitengewoon lid, behouden.

In het archief van Ernst Casimir, in het Koninklijk Huisarchief, vinden we  correspondentie met Van Veltdriel in 1630 en 1631.

Stadgenoot uit Dokkum, Lieuwe van Aitzema beschrijft Veltdriel in zijn Saken van staet en oorlogh, Deel I, bl. 1041.
De familie Van Veltdriel heeft als familiewapen een vos met drie palen.

Er moeten ook nog brieven bewaard zijn gebleven van een latere periode, gezien deze vermelding:  7-06 Stadhouderlijk archief: De archieven in het Koninklijk Huisarchief: Willem Frederik. Inventaris III. Stukken betreffende het openbare leven. B. Aangelegenheden met zowel bestuurlijke als militaire aspecten 4. Personen 424     Briefwisseling met Johan Veltdriel, gedeputeerde ter Staten-Generaal namens Friesland. Datering: 1641-1645 en z.j., met bijlagen 1643 en z.j. (1642)
NB: Minuutbrieven ook aan Herema, 1641, aan Donia, 1641, 1643 en aan gedeputeerden ter Staten- Generaal namens Friesland, 1641. Omvang:1 pak. Vindplaats: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)

Uiteindelijk zou de Ambassade naar Rusland in 1630 een merendeels mislukte missie blijken. De beoogde doelen bleken niet te realiseren. Alleen het voorstel voor een permanente vertegenwoordiging werd door de tsaar positief ontvangen.
Zoals op de afbeelding hierboven te zien kwam in november 1631 alweer een Russische delegatie op bezoek bij de Staten Generaal (bron: Rijksmuseum).

Het zou in ieder geval interessant zijn om deze illustere Dokkumer Johannes Veltdriel eens verder te onderzoeken en over hem een mooi artikel in ons verenigingsblad De Sneuper te publiceren.

Leest u ook het boek Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, met op pagina 349 oa Veltdriel.

2 opmerkingen:

  1. kleine correctie: Ovittius Abbema in Moskou was niet dominee Pibo Ovittius Abbema, maar diens zoon, die zich Ovittius Abbema noemde. Zijn vader ovelreed in 1618 in Zuilen (Utrecht).

    Paul Abels, Gouda

    BeantwoordenVerwijderen