De Hollandse steden Haarlem en Leiden staan
bekend als ‘hofjesstad’, en veel bezoekers gaan er op
hofjeswandeling, langs de
verstilde en besloten groene stadsoases waar nog altijd woonruimte wordt
geboden aan ouderen – en tegenwoordig ook jongeren – met een smalle beurs. Maar
het hofje is niet alleen Leids en Haarlems verschijnsel, ook in bijvoorbeeld
Amsterdam en Alkmaar zijn er veel, en buiten Holland zijn er ook nog heel wat
van bewaard gebleven, zij het soms beter bekend onder een andere naam, zoals in
Friesland en Groningen, waar men meestal spreekt van gasthuizen.
Met name in Leeuwarden
en de stad Groningen zijn er nog her en der gasthuizen te vinden, en misschien
wel een van de beroemdste en fraaist gelegen gasthuizen is het Poptagasthuis in
Marssum, in 1711 gesticht door de Leeuwarder advocaat Henricus Popta(1635-1712) die zijn grootgrondbezit en state naliet aan zijn gasthuis. Mede
daardoor is het Poptaslot als één van de weinige Friese states goed bewaard
gebleven. Het mag wel gelden als een zeer bijzonder museum, niet alleen voor
Friesland, maar voor Nederland in het geheel.
De nog bestaande
Nederlandse hofjes, waaronder ook het Poptagasthuis, zijn sinds een vijftiental
jaren verenigd in de Stichting Landelijk Hofjesberaad, die opdracht heeft gegeven
voor een reeks van acht handzame, rijkelijk geïllustreerde en toegankelijk
geschreven boeken over verleden, heden en toekomst van het Nederlandse hofje.
De eerste twee delen van deze hofjesreeks (http://www.uitgeverijvanstockum.nl/hofjes.php) zijn net uitgekomen.
Hofjes als paleizen. Stichters, bouwers en bewoners in de
17de en 18de eeuw, geschreven door historicus
Henk Looijesteijn (http://socialhistory.org/nl/staff/henk-looijesteijn), beschrijft de grote bloei van het hofje in de Gouden
Eeuw, toen hofjes op een voorheen ongekend grote schaal en volgens de nieuwste
architecturale modes werden gebouwd. Buitenlandse bezoekers aan Nederland
schreven toen vaak over wat zij beschouwden als ware paleizen voor de armen.
Aan de hand van het voorbeeld van het grootste hofje uit de Gouden Eeuw, het
Hofje van Nieuwkoop in Den Haag, wordt achtereenvolgens ingegaan op de algemene
vraag wat voor mensen zo’n hofje stichtte, waarom hij of zij dat deed, door wie
en hoe ze werden gebouwd en wat voor mensen er woonden.
Open en besloten. Het hofje is terug van nooit weggeweest, geschreven door architectuurhistoricus Dorine van
Hoogstraten (http://www.dorinevanhoogstraten.nl/) beschrijft de ontwikkeling van het hofje als bouw- en
samenlevingsvorm in de loop van de twintigste eeuw: werd het hofje aanvankelijk
nog beschouwd als reliek van een voorbij tijdperk, het hofje wordt nu weer,
door beleidsmakers, woningbouwverenigingen en architecten, herontdekt als een
woonvorm bij uitstek geschikt voor de eenentwintigste eeuw. Het hofje heeft
kortom niet alleen een lang verleden, maar staat ook een gouden toekomst te
wachten.
Zal er weer een
Henricus Popta opstaan in Friesland? Misschien is dat dus slechts een kwestie
van tijd.
Beide boeken zijn rechtstreeks bij de
uitgever te bestellen (http://www.uitgeverijvanstockum.nl/), bij de boekhandel, of via Bol.com.
Henk Looijesteijn, Hofjes
als paleizen. Stichters, bouwers en bewoners in de 17de en 18de eeuw (Den
Haag, Uitgeverij van Stockum, 2014). ISBN:
978 90 7009 513 0, 112 blz., geb., geïll., € 19,50 (incl. 6% BTW)
Dorine van Hoogstraten, Open en besloten. Het hofje is terug van nooit weggeweest (Den
Haag, Uitgeverij van Stockum, 2014) ISBN: 978 90
7009 511 6, 112 blz., geb., geïll., € 19,50 (incl. 6% BTW)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten