In
dit zomernummer van Historisch Tijdschrift Fryslan o.a. verhalen over hooibroei, telephonie in Leeuwarden,
Dokkumer Aefje op
avontuur in Amsterdam in de Gouden Eeuw en deel drie
van de serie over het geslacht Hora Siccama.
In de jaren 50 was hooibroei een dusdanig probleem dat brandverzekeraars allerlei preventieve maatregelen namen, oa. door het verstrekken van apparatuur om te ventileren. In 1811 werd te Achlum een brandassurantie opgericht die nu nog voortleeft in het concern Achmea. De cover toont een schilderij van Ids Wiersma (Brantgum 1878- Dokkum 1965) die in opdracht van de verzekeraar gemaakt is.
Aefje Jacobs, geboren in 1610 in Dokkum, komt in 1631 voor het eerst voor in de Confessieboeken van Amsterdam. Zo beweerde ze de liefde bedreven te hebben met Pieter Jansz Hooft in een bezemhok. Ze was lid van een bende vagebonden en zou nog vele malen aangeklaagd worden voor hoererij en het ontlopen van verbanning. Negen van de bendeleden kregen de doodstraf.
Bijna een eeuw later vond er in Amsterdam weer een dergelijke massale terechtstelling plaats toen de medeplichtigen van Jacob Muller, de legendarische Jaco, wiens criminele loopbaan volgens auteur Frans Thuijs ook in Dokkum begon (!), werden veroordeeld. Bekend is het ook via de Fort van Sjaco legende.
In Verkeerd Verbonden schetst Hester Postma van HCL de vroege geschiedenis van de telefonie in Leeuwarden. Op 31 mei 2016 werd de laatste telefooncel uit Leeuwarden verwijderd!
Kees Kuiken gaat in het artikel Vaklui en sneupers even stevig in de aanval op zogenaamde deskundigen die op basis van slecht bronnenonderzoek allerlei zware claims leggen. Uiteraard voelen wij ons als professionele sneupers in Noordoost Friesland niet aangesproken.
In het laatste artikel van het drieluik over de familie (Hora) Siccama wordt met name het leven van Willem Hora Siccama belicht. Hij ijverde in Groningen o.a. voor het oprichten van het doofstommeninstituut Guyot
Geen opmerkingen:
Een reactie posten