Vorige week zondag was ik met mijn verre neef Wibo op de TEFAF-kunstbeurs in Maastricht.
Bij Rob Kattenburg, gespecialiseerd in maritieme schilderijen, zag ik een schilderij waarbij een heus boekwerkje was gemaakt.
Het betrof een meesterwerk van Willem van der Velde de jonge uit 1670 die waarschijnlijk speciaal gemaakt werd voor Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp (1629-1691). En uiteraard werd een deel van de tekst verzorgd door Remmelt Daalder, de voormalige curator van Het Scheepvaartmuseum te Amsterdam en expert op het gebied van vader en zoon Willem van der Velde. Een Engelse uitgave van zijn boek zou de volgende dag op de stand gepresenteerd worden.
Thuisgekomen las ik het prachtig verzorgde boekwerk over het schilderij, waarop twee schepen in vol ornaat zijn afgebeeld: De Liefde en de Gouden Leeuwen. Op de cover staat alleen de achtersteven van de Gouden Leeuwen. Bij windkracht 5 en gereefde topzeilen lijkt het weer spoedig te zullen omslaan. Een ramp lijkt aanstaande. Er wordt uitgelegd dat de wimpels (lange zwaluwstaartvormige vlaggen) bij de admiraal gevoerd worden in de hoofdmast (de middelste), die van de vice-admiraal in de voorste mast en van de schout-bij-nacht (rear admiral in het Engels) in de achterste mast.
Het tafereel toont de vloot van de Republiek die zich verzamelt voor de Vierdaagse Zeeslag van 11-14 juni 1666. Het oorlogschip Liefde was gebouwd voor de Admiraliteit van Amsterdam rond 1660, voerde maximaal 70 kanonnen en had een bemanning van 270 man. Het was het vlaggeschip van Michiel de Ruyter in 1663. In 1665 onder Cornelis Tromp maar in de Vierdaagse Zeeslag ging het op 11 juni 1666 verloren onder kapitein Pieter Salomonszoon.
Het schip De Gouden Leeuwen, waarvan we de afbeelding zien op de cover, heeft op het hakkebord twee leeuwen die met de rug naar elkaar staan. Het voerde 50 kanonnen en was op de VOC-werf gebouwd in 1665. Het deed aan zijn eerste zeeslag mee, terwijl het voor de Liefde de laatste was, omdat het na een aanvaring met de Hollandia van Tromp door een Engelse brander werd getorpedeerd. De meeste bemanningsleden konden worden opgepikt door de Gouda maar de kapitein overleed kort daarna. Toch ging de slag de geschiedenis in als een glorieuze overwinning voor de Republiek!
De Gouden Leeuwen stond onder commando van Enno Doedes Star. Over hem en zijn problemen veroorzakende zoon heb ik in 2009 al eens gepubliceerd op dit blog. De Oostfries Star had voor de Amsterdamse Admiraliteit op Portugese kapers gejaagd nadat hij eerst op de koopvaardij voer. In 1661 was hij kapitein op de fluit de Groene Kameel met 10 kanonnen en 30 bemanningsleden. Met Michiel de Ruyter ging hij wederom op de Groene Kameel in 1664 naar de Middellandse Zee en keerde pas na ruim een jaar terug omdat ze via Afrika ook nog waren overgestoken naar de Cariben en Newfoundland! In augustus 1665 kwamen ze gezamenlijk in triomf de Eems te Delfzijl binnen. Aansluitend ging Michiel de Ruyter per trekschuit via Groningen, Dokkum en Leeuwarden naar Harlingen om op de Rede van Texel aan zijn volgende avontuur te beginnen.
Het jaar daarop was Enno Doedes Star de gezaghebber op de Gouden Leeuwen tijdens de Vierdaagse Zeeslag van 11-14 juni 1666, als onderdeel van het centrale squadron dat door De Ruyter op de Zeven Provinciën werd geleid. Star zijn schip had het zwaar te verduren en verloor 12 man en had 22 gewonden. Op 15 juni zeilde hij Goeree binnen met ook schout-bij-nacht Isaac Sweers aan boord die zijn schip de Gouda had verloren.
Op 4 augustus 1666 ging Star met De Ruyter weer in de slag met de Engelsen. Tromp ging overmoedig achter een Engels schip aan waardoor De Ruyter geïsoleerd werd van zijn eigen vloot en zich moest terugtrekken, samen met de Gouden Leeuwen van Star. Het schip van De Ruyter bleek naderhand meer dan 450 kogelgaten te hebben, waarvan 17 onder de waterlijn! De Nederlanders brachten 10 Engelse schepen tot zinken maar verloren ook 4000 man.
Enno Doedes Star werd vervolgens tot schout-bij-nacht van de Admiraliteit van Friesland en Groningen benoemd. Maar omdat de Vice-Admiraal Rudolf Coenders overleed werd Star in die functie benoemd, waarbij hij met o.a. Hans Willem baron van Aylva deelnam aan de beroemde Tocht naar Chatham in 1667 op het schip Groningen onder het squadron van Van Nes.
Star was bevelhebber op de Groningen tijdens de Derde Engelse Oorlog, de Slag bij Solebay (1672), Slag bij Schooneveld (1673) en de Slag bij Kijkduin, ook in 1673. In 1678 zeilde hij naar Spanje als vice-admiraal en als laatste expeditie voer hij naar de Ierse Zee in 1691 om een vloot terugkerende VOC-schepen te begeleiden. In 1707 overleed hij op zijn landgoed en buitenplaats Bolhuis te Wirdum in Groningen (ooit bewoond door de kroniekschrijver Abel Eppens).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten