zondag 29 mei 2011

Dokkumer goudleerbehang uit 1750 gerestaureerd

Eigenlijk had ik er al eerder over willen berichten maar het was er nog niet van gekomen. Een kleine twee maanden geleden voltooide de Engelsman Theo Sturge de restauratie van het monumentale goudleerbehang in het stadhuis van Dokkum c.q. gemeentehuis van Dongeradeel. Goudleerbehang bestaat vreemd genoeg uit leder (huiden) met een dun laagje zilver waarover gele vernis is gesmeerd. Dat zorgt voor de gouden glans. Daaroverheen worden weer schilderingen aangebracht.
Een aardig feitje die Wikipedia ons leert is dat het maken van goudleer patsen werd genoemd en de maker dus een patser! In de online DTB database van Tresoar komt een patser (Patser Brayeghe, Leeuwarden, 1630) en een patsier voor, mogelijk dus ook goudleermakers. De foto bij dit artikel is nog van voor de restauratie, namelijk toen we in 2010 tijdens een excursie een rondleiding in het stadhuis kregen.
Specialist Sturge was via bemiddeling van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) aan zijn opdracht gekomen om in vijf weken tijd het behang te behandelen. Het leren behang vertoonde een aantal grote barsten, zoals een scheur over de hele lengte van een paneel. De barst liep precies over de plek waar een vorige restaurateur het behang in 1977 al eens had gerepareerd. Een slecht binnenklimaat kan ervoor zorgen dat het oude behang barsten gaat vertonen. Gelukkig kan het nu na de restauratie weer jaren vooruit!

vrijdag 27 mei 2011

Oude Nederlandse boeken 1781-1800 online

Deze week werden er weer een paar interessante bronnen online gezet.
De Koninklijke Bibliotheek digitaliseerde in samenwerking met de Universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Leiden meer dan 2 miljoen bladzijden in 10.000 boeken. Er kan zelfs op woordniveau gezocht worden in de oude teksten. De bedoeling is dat in de loop der tijd steeds oudere boeken aan de digitale collectie van deze Early Dutch Books online worden toegevoegd.
In de oudste universiteitsstad van ons land, Leiden (sind 1575, Franeker werd dit als tweede in 1585) is ook nog de prachtige zeventiende eeuwse Biblioteca Thysiana bewaard gebleven. Ik hoop er binnenkort eens op bezoek te gaan.
Ook de uitgeverij Elsevier heeft een begin gemaakt met het digitaliseren van oude boeken door een catalogus online te zetten: de Elsevier Heritage Collection Catalogue, met o.a. de in Friesland bekende geleerde en taalvirtuoos Anna Maria van Schurman die het boek Opuscula Medica Inaudita schreef.

Een ander karakter heeft de collectie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) omdat deze, met vele boeken, met name op de (voormalige) Overzeese gebiedsdelen (koloniaal) gericht is zoals Indonesië, Suriname en de Antillen. U kunt zowel zoeken als bladeren in het online KIT Erfgoed.

maandag 23 mei 2011

Maritieme historici actief bijeen

Vrijdag 20 mei kwam de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Fryske Akademy bijeen in Harlingen. Het Hannemahuis fungeerde als gastvrije plaats van samenkomst. Hier zag ik voor het eerst in de gang ook met eigen ogen het schilderij met familiewapens van Harlinger diakenen en notabelen, waaronder het archetypische Zijlstra-wapen met in het centrum een zijl, van de Harlinger havenmeester Cornelis Dirks Zijlstra. Hij kreeg recent enige bekendheid door de vondst van een tas met proppen waarop boodschappenlijstjes voor het oorlogsschip De Faam (uit de vloot van de Admiraliteit van Friesland) stonden. Deze dakvullingen stamden uit 1781 en bevatten correspondentie tussen havenmeester Zijlstra en kapitein Jan Pieters Vlielander.

Bij de receptie kocht ik het boekwerkje De dood voor ogen ziende...door de commandeur Klaas Hoekstra van Texel (hertaald door Annie Douma), ofwel het Dagverhaal van het verongelukken van het galjootschip Harlingen in Straat Davis (1826). De walvisvaarder liep met zijn bemanning vast in het ijs en werd gekraakt. De schipbreukelingen worden eerst aan boord genomen van de Engelse walvisvaarder Dundee maar moeten al snel vertrekken wegens voedselgebrek. Na een epische tocht met veel ontberingen bereiken ze een eskimo-nederzetting, waar ze mogen overwinteren. Zomer 1827 keren de meesten pas, via Denemarken, terug naar Harlingen. Dit verhaal lijkt natuurlijk veel op dat van de Amelander commandeur Hidde Dirks Kat uit 1777 (toen er heel veel schepen in het Groenlandse ijs strandden), ook een walvisvaarder.

Hugo ter Avest begon met een inleiding over de geschiedenis van Harlingen als maritieme stad, gelardeerd met afbeeldingen van de stad op oude schilderijen en prenten.
Vervolgens nam Gerald de Weerdt het woord over het Herbouwproject van het expeditieschip van Willem Barentsz. De Weerdt schetste aan de hand van scheepsarcheologische vondsten, afbeeldingen op schilderijen en vermeldingen in archiefstukken hoe het expeditieschip gereconstrueerd is. Het schip heeft ondanks zijn relatief weinig lengte toch 2 dekken en een bijzondere druppelvorm als je het in de lengte ziet. De romp van het schip mat ongeveer 25 meter en de breedte ruim 5 meter. Het had een voor- én grote mast met razeilen en een kleine bezaansmast met een driehoekig latijnzeil. Onlangs had De Weerdt nog ontdekt dat de twee kleine scheepjes waarmee Barents bemanning vanaf Nova Zembla de terugreis aanvaardde nog tot 1851 bewaard waren in de Noorse kustplaats Vardø (en toen helaas met loods en al verbrandden)! Op de Mercator atlas van 1595 en die van Lucas Wagenaer uit 1589 staat deze plaats aangegeven als Wardhuys.

Na de presentatie begaf het gezelschap zich naar buiten om in de zon de werf te bezoeken waar de herbouw plaatsvindt. Deze is eind 2010 gestart met studenten en geïnteresseerde vrijwilligers. Oude ambachtelijke technieken worden op deze manier doorgegeven. U kunt zich nog steeds aanmelden via info@dewillembarentsz.nl
En mocht u toevallig in een oud archiefstuk vinden hoe het expeditieschip van Barents heette, dan graag ook even melden!
Het ultieme doel van de stichting is om in het spoor van Willem Barentsz de historische ontdekkingstocht te herhalen!
Zie voor een kort fotoverslag het online foto-album.

Op zaterdag 21 mei was er de Voorjaarsbijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Het 50-jarig jubileum werd gevierd met een serie lezingen in het Zaans Museum bij de Zaanse Schans. Als u ook lid wilt worden dan kunt u zich hier online aanmelden.

Na de ledenvergadering, geleid door voorzitter Joost Schokkenbroek, gooide Christiaan van Bochove de trossen los met een verhaal over de Handel en integratie in Noord Europa.
Milja van Tielhof presenteerde een project van Huygens/ Instituut voor Nederlandse Geschiedenis: een analyse van de Archangelvaart op basis van 3000 bevrachtingscontracten (1594-1724). Dit ter gelegenheid van de digitale publicatie van de database van wijlen Piet de Buck.
Voor Friese historici is dit ook een interessante bron omdat er vrij veel Friese schippers, met name uit de Zuidwesthoek (Hindeloopen, Koudum en Staveren) in voorkomen, zoals de Friese zeeheld Jacob Benckes. Tot 1703, toen Sint Petersburg opkwam als belangrijke Russische havenstad, werd er veel handel gedaan via de Witte Zee op Archangel en was er zelfs een Nederlands wijkje in die stad. Een mooie aanvulling, deels gebaseerd op deze database, is een online beschikbare case-study over de Nederlandse scheepvaart in de Finse Golf en op Archangel, 1703-1740 (2009) van Werner Scheltjens en Yvonne Frans.

Na de lunch ging Matthias van Rossum in op de VOC en de Noordwest Europese maritieme arbeidsmarkt. Hiervoor biedt de online database van VOC opvarenden bij het Nationaal Archief mooie analysemogelijkheden. De vraag daarbij is altijd wel in hoeverre het correct is om bv een Deen die enige tijd in Amsterdam woonde en dat als plaats van herkomst opgeeft als Nederlander te beschouwen.
Mijns inziens de meest opvallende en inspirerende presentatie was van Hanno Brand van de Fryske Akademy. Hij gaf de aanzet tot een project: Friese schepen in de Engelse Prize Papers in de aanloop (1776-1781) tot de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784). Alom bekend zijn wel de brieven die door de Engelsen zijn onderschept en bewaard in de National Archives in het Londonse Kew Gardens, de zogenaamde Sailing Letters. Dit is echter maar een klein deel van de totale scheepsadministraties die daar liggen opgeslagen. Daar waar de Sailing Letters met name door taalkundigen zijn opgepakt voor een groots uitgewerkt project, daar geven de volledige scheepspapieren, in combinatie met de data van het Sonttolproject een prachtig inzicht in personen, ladingen en handelsroutes. Daartoe moet natuurlijk wel een grote hoeveelheid papier gescand worden, een kostbare en tijdrovende klus. Niet alleen brieven in allerlei talen moesten voor de rechtzaak bij de High Court of Admiralty vertaald worden in het Engels, maar ook bv Arabische documenten die schippers aan boord hadden na handelsbezoeken aan het Midden Oosten. Brand stelde dat parallel aan het zoeken naar financiering via een consortium waarin oa het Nationaal Archief, KNAW en de Fryske Akademy zitten, ook gewoon op case-basis verhalen van Friese schippers in beeld gebracht kunnen worden. Dat lijkt me inderdaad ook een goede wijze om te illustreren hoe rijk deze bron wel is.
De dag in Zaandam werd afgesloten met een prijsuitreiking van de J.C.M. Warnsinckprijs, gewonnen door de oud-voorzitter Gerard Acda en de J.R. Bruijnprijs voor de scriptie van Suze Zijlstra over de vrij onbekende periode van Suriname in de jaren van het Zeeuwse bewind (1667-1682), waarbij ook weer de Sailing Letters uit de National Archives in London een belangrijke bron waren. Zie voor achtergrondinfo het telefonische interview met de Wereldomroep en ook haar eerdere lezing over Slaafse vrouwen in Suriname.
Voorwaar weer een hoop activiteit van de maritieme historici!

woensdag 18 mei 2011

Boeken over reddingboot Insulinde van Oostmahorn

Op 19 april j.l. kwam de voormalige reddingboot van Oostmahorn, de fameuze Insulinde voor korte tijd terug naar huis. Zowel Oostmahorn als Dokkum werd aangedaan. De Insulinde kwam naar Noordoost-Friesland op uitnodiging van de Stichting Reddingboot Gebroeders Luden, die ook aanwezig was.
Onze razende reporter Henk Aartsma meldde dat er inmiddels 2 boeken zijn gepubliceerd, zowel over het schip zelf als de bemanning.

Titel: De Insulinde

Auteur: Frits Loomeijer
Band: Zacht
Omvang: 143 pag.
Foto’s: Veel
ISBN: 90.5730.222.5

Beschrijving: Dit boek beschrijft de geschiedenis van dit uitzonderlijk schip dat zowel ontworpen, gebouwd als bevaren werd door al even uitzonderlijke mensen. Mees Toxopeus bedacht in samenwerking met Jan Niestern uit Delfzijl dit zelfrichtend schip.





Titel: De mannen van de Insulinde

Auteur: Hans Beukema
Band: Hard
Omvang: 152 pag.
Foto’s: 200
ISBN: 978-90-8744-006-0
Beschrijving: In dit boek staan de schippers, de stuurlieden, de motordrijvers en de opstappers van de Insulinde centraal, de mannen die onder soms barbaarse omstandigheden uitvoeren om mensen te redden. Schipper Mees Toxopeus, stuurman Jaap van der Meulen uit Oostmahorn, motordrijver Klaas Reinigert en de opstappers Klaas en Anne Steegstra uit Paesens.

Informatie: Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers te Den Helder.
Tel: 0223-618320 Email: info@reddingmuseum.nl

dinsdag 17 mei 2011

12 stekjes maken Noordoost Friesland nog mooier

Het project 12 stekjes in Noordoost Fryslân volg ik al enige tijd via hun Twitter-pagina.
Ook wordt achtergrondinformatie gegeven via een website die onderdeel is van Keunstwurk.

Stekjes zijn artistiek vormgegeven bankjes of zitplekken, waarop mensen elkaar kunnen ontmoeten of kunnen uitrusten. Het idee voor het project “12 stekjes in Noordoost Fryslân” is ontstaan bij de Fryske Fiersichten in 2006, toen er initiatieven verzameld werden voor de toekomst van de provincie. Het plaatsen van bijzondere banken in Fryslân zou de gastvrijheid positief beïnvloeden, zo luidde de gedachte achter het plan.
De deelnemende gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradiel, Ferwerderadiel, Kollumerland c.a. en Tytsjerksteradiel krijgen allemaal twee stekjes onder hun hoede. De plekken die zijn geselecteerd, hebben een rijke geschiedenis en bevinden zich in een fraaie, landschappelijke omgeving. Het gros is dan ook direct gelegen aan het netwerk van historische wandelpaden in Noordoost Fryslân. Hierover heeft afgelopen woensdag ons erelid Reinder Tolsma nog een presentatie gegeven in de Doopsgezinde kerk in Dokkum. Zie voor een kort verslag met foto's de site van RTV Noordoost Friesland.

Aanstaande vrijdag 20 mei wordt het eerste stekje officieel geopend in Wanswert. Het begint om 14.00 uur in het weiland tussen de molen Victor en de kerk te Wânswert. Deze zomer volgt dan de reeks van de andere 11 stekjes.

zaterdag 14 mei 2011

Zeemansleed en zeemanshoop van 1800 tot heden

Piet Boltjes realiseerde zich na een zestal jaren Stamboomonderzoek dat hij met enige regelmaat "overboord geslagen", "uit de mast gevallen", "aan boord overleden", etc. was tegengekomen.

In de zestiger jaren is hij begonnen met een kaartsysteem over de Nederlandse Zeilvaart, van plm. 1800 tot 1940.
1 kaart voor de relevante gegevens betreffende het schip en een tweede voor de gezagvoerders, plus aanvullende informatie. Stranding, vermissing, verkoop etc, 15 kaartenbakken vol informatie over plm. 10.000 + schepen.
Zoals Boltjes zegt: Waarom niet de overleden opvarenden uit de Regionale Archieven, cq Nationale Archieven plukken, en ze een "gezicht" geven? Een klein stukje "Stamboom" leek mij genoeg voor de opvarende. Als er al onderzoek naar de betreffende familie was gedaan, hoefde ik dat niet nog eens over te doen. Het betreffende schip zo uitgebreid mogelijk te presenteren heeft ook meer mijn belangstelling.
De opzet voor de lay-out van de scheepspagina, had zich door de jaren heen al ontwikkeld zoals hij nu staat. De pagina voor de opvarende was ook snel klaar.
Voor het geheel van de uiteindelijke vorm ben ik bijzondere dank verschuldigd aan mijn vriendin en achternicht, Roelie Spanjaard, van http://www.spanvis.nl/

Piet Boltjes heeft nu een eigen site onder de naam Zeemansleed via http://www.zeemansleed.nl/
De site is nog in opbouw (er worden nog vele namen toegevoegd) maar nu al kunt u feedback geven als u wilt. Via de Index kunt u zoeken op Schepen en Opvarenden.

Om nog even in de maritieme sferen te blijven: recent kwam ik een interessant onderzoek tegen die als een serie pdfs online is gezet. Het is getiteld: De invloed van ruimtelijke verandering op operationele strategieën in de vroeg-moderne Nederlandse scheepvaart: een case-study over de Nederlandse scheepvaart in de Finse Golf en op Archangel, 1703-1740(2009) Scheltjens, Werner Frans Yvonne. Hierin worden ook vele namen van (Friese) schippers genoemd.

En last but not least: De Wurkgroep Maritime Skiednis van de Fryske Akademy komt vrijdag 20 mei a.s. weer bijeen, nu in het Hannemahuis te Harlingen. Hier zal een presentatie gegeven worden door Gerald de Weerd, de conservator van museum Behouden Huys op Terschelling over de bouw van de replica van het schip waarmee Willem Barents naar Spitsbergen en Nova Zembla voer (waarom schrijven ze trouwens vaak Barentsz met een z? Dat deden ze vroeger volgens mij helemaal niet. Die s staat al voor soon!)

woensdag 11 mei 2011

Oude kaart Noordoost Friesland

Onlangs was ik in Museum Behouden Huys op Terschelling. Dit cultuur-historisch museum heeft een leuke tentoonstelling over de Overwintering op Nova Zembla (in de winter van 1596/1597) van de Terschellinger Willem Barents.

Voor de film die dit jaar gemaakt wordt door Reinout Oerlemans (met o.a. Doutzen Kroes, de 16-jarige Jochum van der Woude uit Hurdegaryp, de Groninger K1-bokskampioen Sem Schilt (2.12m!) en Jan Decleir) hebben ze twee scheepjes, een aantal kandelaars en veel informatie geleverd.

Op een van de zolders hangt ook een (afbeelding van een) oude kaart van rond 1580. Met mijn digitale camera maakte ik er een foto van die door de flits niet echt mooi werd. De uitsnede van Noordoost Friesland, zoals hiernaast te zien, is wel vrij goed in beeld.
Een paar dingen vallen me op. Voor de kust van Paesens/Moddergat is een klein eiland te zien: Banck. Ik herinner me die wel eens eerder gezien te hebben maar heb er eigenlijk nooit een historisch verhaal over gelezen. Het lijkt me een onbewoonde zandplaat. Moeten we toch eens wat meer onderzoek naar doen!

Ezumazijl wordt Ezemerzijl genoemd, een variant die ik nog niet kende. Duidelijk is ook te zien hoe Engwierum nog een dorp aan zee was in de monding van het Dokkumer Diep. Het was de tijd dat die monding nog niet zo erg verzand was en in 1597 te Dokkum de eerste vestiging van de Admiraliteit van Friesland (de noordelijke marinebasis) zag ontstaan. Dezelfde tijd dus als de Overwintering op Nova Zembla van Barents!
Op de grotere versie van de oude kaart staat Friesland als Phrisia vermeld.

In juni 2011 begint in het Museum Behouden Huys een tentoonstelling over de Fries Jan Cornelis Femmes uit Vrouwenparochie (Het Bildt) die in juni 1610 na een bizarre weddenschap een jaar lang op een zandplaat tussen Terschelling en Ameland verbleef (de huidige aan Terschelling vastgegroeide Boschplaat). Hij had met Thomas Thomas een transactie gesloten waarbij een ploeg en wagen werden verkocht voor het uitzonderlijk hoge bedrag van 1300 gulden, maar om zijn geld te krijgen moest hij een bovenmenselijke uithoudingsproef ondergaan. Hier werden door vele mensen ook weddenschappen op afgesloten! Hoewel zijn in hoogte verstelbare hut op palen (vanwege de vloed) op een gegeven moment werd weggeslagen overleefde hij de verschrikkingen wonderwel. Zie voor meer details het Engelstalige wetenschappelijke artikel van Otto Knottnerus.

Update: Voorzitter Haije Talsma meldde: Dit is een kaart van Christiaan Sgrooten en komt uit de Brusselse atlas van 1573. Beschrijving staat in "Frisia Dominium" van P.J. de Rijke. Op andere kaarten uit deze periode staat soms de tekst ERUM. Soms staat er niets en soms staat de vlek niet op de kaarten. Het is in die tijd waarschijnlijk dus een zandbank geweest.

Ook Hilda Bouta bevestigde deze: Uit de prachtige uitgave "Frisia Dominium"van P.J.de Rijke (2006) stuur ik je deze kopie. Er volgt nog een scan van een stuk van de kaart, maar die is niet veel beter dan de foto die jij maakte. Verhelderend is wel de uitleg bij de kaart waarin oa gezegd wordt dat deze gebaseerd is op Van Deventer maar wel diverse fouten bevat. Zo is in onze regio de state Ropta opeens een dorp geworden, ipv Oosternijkerk en Metslawier abusievelijk als een kloosterdorp (bedoeld wordt waarschijnlijk Niawier met klooster Sion).

dinsdag 10 mei 2011

Rijdende en varende historie in Dokkum

Door een opeenvolging van feestdagen, vakanties en mooi weer ligt de frequentie van nieuwe blogartikelen wat lager momenteel maar in Dokkum hebben ze niet stilgestaan.
Op Koninginnedag werd op de Dokkumer helling de Dockumer Pream' gedoopt door wethouder Tytsy Willemsma van Dongeradeel. Zij droeg het schip over aan de Stichting Dockumer Roem en wenste haar een behouden vaart. (Foto: Peter Sauerman via Henk Aartsma).

Op bevrijdingsdag 5 mei vond er een kleine invasie van historische legervoertuigen plaats in Dokkum. De organisatie Keep them Rolling zet zich in voor het behoud van deze auto's en het gebruik ervan tijdens herdenkingen.
Onze verslaggever ter plaatse, Henk Aartsma, bericht het volgende: Het door Club 65 georganiseerde bevrijdingsfeest zorgde voor een bijzonder feestelijk gebeuren in Dokkum. Na een rondrit door de gemeente Dongeradeel wachtte de colonne met historische geallieerde legervoertuigen een warm en feestelijk welkom in Dokkum. Het optreden van de Big-Band Leeuwarden met hun speciale Andrew Sisters act op de Zijl gaf de bijzondere 5 mei viering van de Bonifatiusstad alleen nog maar meer glans. Zie voor de volledige fotoreportage het Sneuper foto-album Bevrijdingsfeest Dokkum 2011.

maandag 2 mei 2011

Sneuper lezingenavond op woensdag 11 mei in Dokkum

In samenwerking met de Stichting Historia Doccumensis geven leden van de Historische Vereniging Noordoost Friesland een reeks lezingen op woensdagavond 11 mei. In de Doopsgezinde Kerk aan de Legeweg in Dokkum is iedereen welkom. Toegang is gratis!

De Sneupers geven een mooi overzicht van onderzoek dat binnen onze vereniging wordt gedaan en delen dit graag met een breed publiek. Om 20.00 uur start het programma:

Jan de Jager: neemt u mee naar het Dokkum van rond 1880, met vele oude foto's.

Reinder Tolsma: gaat met u op stap langs historische wandelpaden.

Piet de Haan: vertelt over Veepest in historisch perspectief.

Eimert Smits: legt u uit hoe het zit met familiehistorie "Genealogie in het digitale tijdperk"

Dus: Komt allen! Niet alleen is het gratis maar ook gezellig en zijn de korte presentaties (ca. 20 minuten elk) bovenal leerzaam.

zondag 1 mei 2011

Boek De Oorlog een Gezicht gegeven deel 2 uitgereikt

Sneuper Reinder Postma reikte zijn nieuwe boek over de oorlogsjaren in Kollumerland afgelopen vrijdag uit aan Oebele Vries, voorzitter van Oudheidskamer Mr Andreae (en ook lid van onze vereniging). 

In dit tweede deel van De Oorlog een Gezicht gegeven, vertellen Postma en echtgenote Yvonne te Nijenhuis 33 verhalen over wat mensen in de oorlogsjaren in de gemeente hebben beleefd.
Om u een beeld te geven van de inhoud en achtergronden van het boek geven we hierbij een deel van de toespraak van Reinder Postma weer:

De verhalen in deel 2 zijn even indringend als in deel 1.Wat te denken van het verhaal van Arie Spier die 65 jaar niet wist wat er met zijn ouders was gebeurd? Na zoveel jaar heb ik hem kunnen vertellen wat de feiten waren en wie werkelijk zijn vader is.

U kunt nu lezen over Gerrit Bleeker, wie was hij en waar kwam hij vandaan? Wat maakte dat hij rond de bevrijding in Kollum was? Hij heeft het niet overleefd en liet drie jonge kinderen achter.

Hetzelfde geldt voor Jarl Ruinen, huisarts in Ee, die tot over zijn oren in het verzet zat en ook bij ons in de gemeente acties uitvoerde. Hij is in januari 1945 door de Duitsers bij een wraakactie doodgeschoten. Zoon Luuk Ruinen zei in een interview: ‘Ik was zeven jaar, iemand vertelde mij: je vader is een held, maar weet je, ik had mijn vader zo graag langer meegemaakt. Ik was mijn vader kwijt en dat gemis is gebleven.’

In de afgelopen jaren heb ik geregeld contact gehad met Annie Mirosch. Zij is een kleindochter van Albert of Bebie Mirosch zoals hij genoemd wordt. Voor de oorlog kwam Albert met zijn familie al in onze gemeente. Zijn vader, Pierre Stangus, was mecanicien en paardenhandelaar. Stangus was bij de boeren in Friesland zeer gewaardeerd om zijn werk. Het gezin bestond uit vader moeder, vier jongens en vier meisjes. Zij hoorden bij de Roma of zo u wilt, het waren zigeuners! Zij zien deze benaming als een scheldnaam. De Roma werden door Nazi-Duitsland vervolgd. De vader en moeder en vier dochters en een kleindochtertje hebben de oorlog niet overleefd. Zij werden opgepakt en zijn omgebracht in de Duitse vernietigingskampen. De vier zonen hebben de oorlog overleefd en door hen is de familie blijven bestaan. Bij mijn onderzoek naar deze familie ben ik tegen muren gelopen die ik nog niet had meegemaakt. Kennelijk zijn we na zoveel jaar helaas nog weinig opgeschoten.

Of wat te denken van een jongetje dat uit Limburg moet vluchten omdat het leven daar onmogelijk is geworden en in Veenklooster bij de blauwe wezen wordt ondergebracht? Dat zich hand over tand verzet als hij boven in een bed moet gaan slapen. Hij is zo bang omdat van zijn eigen huis de bovenverdieping is weggeschoten? Zijn vader is in Duitse gevangenschap overleden en nu wordt hij hier bij ons uitgescholden door zijn klasgenootjes. Hoe klein voel je je dan?

In dit boek beschrijven we de ervaringen van meisjes die met Duitse soldaten gingen en kort na de bevrijding zijn kaal geschoren. In dat hoofdstuk zijn de namen vrijwel allemaal anoniem gemaakt omdat dit nu, na zoveel jaar nog altijd een pijnlijke kwestie is.

En tenslotte: ik heb veel nieuwe gegevens over de beschieting van de bus boven tafel gekregen en de feiten zijn zeer droef. Aan Duitse zijde zijn zeker acht doden gevallen; van de veertien inzittenden raakten er dertien meer of minder gewond, onder hen was een baby van zeven maanden. Een van de inzittenden die het overleefde, kwam in het ziekenhuis en schreef in een brief naar huis: ‘Mijn ene been is door het gebeurde zowat twaalf centimeter korter dan het andere geworden. Gelukkig kon ik het been nog behouden, anders was het bij de lies geamputeerd geweest.’

Wat me verder opnieuw getroffen heeft, is het vertrouwen dat mensen ons hebben geschonken. Als ze dat niet hadden gedaan, had dit boek niet in deze vorm tot stand kunnen komen. We hebben het vaak over heel persoonlijke gevoelens en emoties gehad terwijl je elkaar eigenlijk niet of pas kent, dat is heel bijzonder en ik iedereen daarvoor hartelijk bedanken.

Voor inlichtingen of bestellingen van het boek kunt u Reinder Postma rechtstreeks mailen.