vrijdag 29 januari 2016

Voorouders Lourens Alma Tadema kwamen uit Hallum/Holwerd

Vanaf oktober 2016 organiseert het Fries Museum een grote tentoonstelling van de kunstschilder Lourens Alma Tadema. Hij wordt wel de beroemdste Fries genoemd, maar daar is lang niet iedereen het mee eens. Hij emigreerde immers op jeugdige leeftijd naar Engeland en liet zich ook tot Engelsman naturaliseren. Als eerbetoon aan zijn werk kreeg hij de ridderlijke titel van Sir toegekend: Sir Lawrence Alma-Tadema en werd hij als lid van de Royal Academy of Arts begraven in de Londense St. Paul's Cathedral.

Waar kwamen dan zijn voorouders vandaan? 
Het spoor leidt in eerste instantie richting Dronrijp en Bolsward, waar het gezin waarin Lourens ter wereld kwam woonde. Lourens werd in 1836 in Dronrijp geboren als zoon van Pieter Tadema en Hinke Brouwer. In feite was Alma zijn tweede voornaam!

In een recent onderzoek dat ik deed voor een artikel over de Dokkumer familie Tadema, waar o.a. het VOC-opperhoofd in India Nicolaas Tadema deel van uit maakte, vond ik geen enkele connectie met de kunstzinnige Lourens.
Via AlleFriezen.nl kwam ik ook niet verder dan een Zacharias Jeltes. Bij zo'n bijzondere voornaam moet je toch even stilstaan. Het kwartje viel toen ik een oud nummer van Gens Nostra uit 1993 digitaal doorbladerde. Naast interessante artikelen over de genealogie Heeringa en diverse andere Friese families, kwam ik daarin een genealogie Tadema tegen met Lourens: De familie Tadema uit Holwerd!

Daar waar de Tadema families uit Dokkum en Kollum hun familienaam ontlenen aan de Tadema state in Oostrum of Kollum (Genealogysk Jierboekje 1981, pag. 87-108), en die naam ook al vanaf de 16e eeuw gebruikten, daar baseert de familie van de kunstschilder Lourens zijn familienaam op het patroniem van ene Taede.
De oudst gevonden voorvader was:
Taede Taedes, woonde te Hallum als meijer op plaats 58 (1640), aangenomen als lidmaat april 1629, maar behoorde in 1646 tot de leden die lange tijd niet aan het avondmaal hadden deelgenomen, overleden waarschijnlijk begin 1675.

De volgende generatie o.a. de gelijknamige zoon:
Taede Taedes de jonge (ook genoemd Taede Taedes Jongha/Jongma), geboren (Hallum?) ca. 1635, bierbrouwer te Holwerd (1663), trouwt (1) Hallum 2-1-1659 Jetske Wytses, van Hallum; trouwt(2) Holwerd 3-5-1663 Elisabeth Huber, geboren Dokkum 4-2-1643, overleden Franeker 1699, dochter van Zacharias Huber, notaris en secretaris van West Dongeradeel, en Sjoukje Jensma.

Zacharias Taedes uit Holwerd ging als eerste in deze familie de naam Tadema voeren, vandaar ook de titel van het artikel in Gens Nostra. De auteur, drs. K. Terpstra, wijst in dat artikel op de artistieke verbanden in de kwartierstaat van Lourens met zijn neven, de bekende schilders Taco en Hendrik Willem Mesdag en zilversmeden Brouwer (Genealogysk Jierboekje 1983, pag. 60-69).. En hoewel de eerste generaties allemaal Nederlands Hervormd waren komen in latere generaties ook diverse doopsgezinden voor.

Het moge duidelijk zijn: de voornaam Zacharias kwam uit de familie Huber, van de bekende Dokkumer jurist Ulrik Huber!

Recent werd door het Fries Museum het portret van Frederika Reijnders uit Leeuwarden gerestaureerd. Zij werd in 1839 geboren als dochter van Izaak Reijnders en Catharina Anna van Wicheren.

Update: Als liefhebber van portretten meld ik graag deze andere portretten die Alma Tadema aan het begin van zijn carriere maakte:
Sientje Tadema: dochter van Zacharias Jeltes Tadema en Klaaske Canter Visscher. Zij was muzieklerares.

Marie Josephine Jacoba van Marcke de Lummen, in particulier Fries bezit. Zie ook deze afbeelding. Zij was gehuwd met Louis Kufferath, een componist, dirigent en pianist.

donderdag 28 januari 2016

Historisch Tijdschrift Fryslân en de mythe van Auke Wybesz

Aansluitend op het symposium van de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Fryske Akademy bevat het eerste nummer van 2016 van Historisch Tijdschrift Fryslân de verhalen van de sprekers. De cover toont een detail van het schilderij 'De ree van Hindeloopen' door Gerard S. Huttinga, 18e eeuw.

De focus van het symposium was de Maritieme Geschiedenis van Zuidwest Friesland. Dan heb je het over plaatsen als Staveren, Molkwerum, Koudum, Workum en Hindeloopen. In deze laatste stad werd het symposium gehouden in een mudvol gebouw De Foeke (ca. 150 belangstellenden!).
De werkgroep, waar ik ook lid van ben, had een bont gezelschap sprekers weten te strikken.

Na een algemene inleiding van werkgroepvoorzitter Rob Leemans kreeg de directeur van Museum Hindeloopen, Ties Elzenga, het woord. Hij vertelde over de Hindelooper zeereis, een samenwerkingsverband tussen het museum en de maritieme werkgroep voor het herinrichten van het museum.

De eerste spreker, Karel Gildemacher, en kenner van de Friese wateren, schetste de historische ontwikkeling van de Zuiderzee.

Elisabeth Spits van het Scheepvaartmuseum Amsterdam liet de diverse type schepen de revue passeren, met de fluit en het smakschip als belangrijkste voor deze regio.

Rob Leemans, ook stuurman van het schip de Eendracht, leidde ons in vogelvlucht langs de diverse technieken van navigatie door de eeuwen heen. Met name het correct bepalen van de lengte heeft lang geduurd, totdat een betrouwbare chronometer op zee rond 1750 uitgevonden was.

Cor Trompetter vertelde over de schippersgemeenschappen in Zuidwest Friesland, waarin ook veel doopsgezinden met Amsterdamse connecties zich bevonden. Doopsgezinde families als Roos en Hinloopen werden zeer rijk.

De partenrederij als bedrijfsvorm bij de Friese koopvaardij in de 18e eeuw werd behandeld door Jelle Jan Koopmans. Zowel Friese reders als rijke Amsterdammers namen deel in een part van diverse schepen uit de regio, om hun risico te spreiden. Vaak hadden de schippers zelf ook een part.

Het klapstuk van de dag was de spreekbeurt van Jan de Vries uit Koudum. Nadat ik hem vorig jaar had getipt over een Molkwerumer schipper, Wiebe Siewerts, die voor tsaar Peter de Grote een door hem aangekochte collectie preparaten van de Amsterdamse apotheker Seba had vervoerd, wist hij een verband te leggen met de al lang bestaande legende van Auke Wybesz in Hindeloopen. Deze vermeende Hindelooper schipper zou de eerste Nederlandse schipper op de Russische rivier de Neva (bij Sint Petersburg) geweest zijn en daarvoor rijkelijk beloond met allerlei privileges. Jan legde haarfijn bloot hoe het echt zat, wat uiteraard tot de nodige consternatie leidde!

Hanno Brand van de Fryske Akademy sloot de dag af met een samenvatting van de sprekers, waarna het lokale zeemanskoor onder de naam, jawel Auke Wybesz, diverse liederen aanhief, waaronder het Batavialied. Een eenvoudige doch voedzame warme maaltijd was het sluitstuk van de genoeglijke dag.

Voor een korte foto-impressie kunt u het foto-album bekijken.

dinsdag 26 januari 2016

Nieuw boek: Dokkumer Muziekminnaars in het dramatische jaar 1787

Het nieuwe jaar is nog maar nauwelijks begonnen of Ihno Dragt, directeur van Museum Dokkum en Museum Moddergat, heeft al weer een nieuw boek op stapel staan.
Deze keer neemt hij een bijzondere bijeenkomst in het jaar 1787 onder de loep, waarbij een bont gezelschap interessante Dokkumers aanwezig was. Een bewaard gebleven namenlijst van aanwezigen was de start van een speurtocht naar persoonlijke details van deze mensen, uiteraard in de bredere context van de dramatische gebeurtenissen in het jaar 1787.

Cover boek Dokkumer muziekminnaars
Wat kan er zo interessant zijn aan een vel papier uit het jaar 1787 met namen van mensen die in Dokkum een concert bijwoonden, dat daar een heel boek aan gewijd wordt?

Eén van de belangrijkste redenen is dat dit bijna het enige tastbare overblijfsel is van een Dokkumer muziekgenootschap, dat bestaan heeft van omstreeks 1775-1800. Die Dokkumer sociëteit opereerde onder de fraaie naam (vertaald uit het Latijn) Muziek is de zoete verlichtster van de arbeid. Het fungeerde als een luxe avondschool, waar men ontspanning kon vinden maar ook iets kon leren. Enkelen van de vermogende leden kochten gezamenlijk een leegstaand pand van de voormalige Admiraliteit van Dokkum aan, om als concertzaal te dienen.

Een belangrijk doel van deze publicatie was een onderzoek naar de mensen achter de namen op de presentielijst van de 14de maart 1787. En dat leverde niet alleen 27 mini-levensbeschrijvingen op, maar ook verrassende inzichten in de samenstelling van het gezelschap. Want wat deed een achttal jongemannen uit notabele families in Dokkum en van elders uit Friesland in dit gezelschap?
Zij bleken leerlingen van de muzikale rector van het Dokkumer gymnasium Jan Willem de Crane te zijn. Zoals de 15-jarige Folkert Schellingwou (enig kind van een Dokkumer arts) die later dat jaar tijdens het schaatsen onder het ijs kwam en verdronk...

Behalve aan het lief en leed van de aanwezigen die avond wordt in het boek ook aandacht besteed aan de politieke situatie van toen. Later dat jaar 1787 werden namelijk de gewapende burgermacht en patriottische sociëteiten verboden. En dit beïnvloedde de levens van diversen van de aanwezigen in hoge mate.
Als bijlage wordt nog het enige bewaard gebleven vaandel in Dokkum besproken. Dat gold als een patriottenvaandel uit circa 1785, maar werd door de auteur geïdentificeerd als het Dokkumer stadsvaandel uit 1788. Dit werd beschilderd door de Dokkumer schilder Former van der Elst, aan wiens zeer beperkte oeuvre daardoor dit onbekende werk kon worden toegevoegd. Uit een eerder blogartikel was al wel bekend dat Van der Elst in 1758 een vlag had geschilderd voor de Jonge Columba van Bote Suiderbaan.

Over de auteur: drs. G.I.W. Dragt (Ihno) is sinds 1982 directeur en conservator van de musea in Dokkum en Moddergat. Hij studeerde kunstgeschiedenis en klassieke archeologie en publiceerde veelvuldig over de streekgeschiedenis van Noordoost-Friesland.
Achterzijde boek Dokkumer muziekminnaars

Titel: Dokkumer muziekminnaars in het dramatische jaar 1787. De inhoudsopgave en de volledige namenindex kunt u hier online bekijken. Wellicht zit er een familielid of bekende tussen!

Het boek telt 116 pagina’s, vele unieke illustraties (portretschilderijen!) in kleur en zal vanaf begin februari 2016 voor de prijs van 19,95 euro te koop zijn in Museum Dokkum,
of te bestellen via de website www.museumdokkum.nl, (plus € 4 verzend- en administratiekosten).

zondag 24 januari 2016

Sonttolregisters online uitgebreid tot voor 1634

De Sonttolregisters online zijn recent verder uitgebreid met een database met registraties van 1600 tot 1634, zo meldde mij coördinator Ubo Kooijinga van Tresoar.

Er zijn online scans beschikbaar terug tot 1557 maar die moeten allemaal nog getranscribeerd worden door vrijwilligers. Tresoar geeft gratis cursussen voor mensen die het oude schrift willen leren lezen.

Wat vind je zoal in de nieuwe database met registraties van voor 1634? Het blijkt dat momenteel vooral veel schippers uit De Rijp, Durgerdam en Delfshaven voorkomen. Ogenschijnlijk nauwelijks Friezen, maar dat vergt wat dieper graven. Zo vind je de meeste Harlingers onder Harling. En er is ook weer een behoorlijk aantal schippers van Ameland.
De enige vermelde Dokkumer in de periode 1600-1633 is volgens mij een niet correcte transcriptie van een Louys ... uit Rouan.
Opvallend is dat er blijkbaar ook schippers, vooral van Schiermonnikoog, waren die als vertrekhaven de Engelsmanplaat opgaven!
5-8-1827J. D. FlikVeendamEngelsmansplaat - Østersøen
20-4-1830Y. J. PostSchiermonikoogEngelsmansplaat - Østersøen
19-6-1849J. J. BlouwGroningenEngelsmansplaat - Memel
15-8-1849E. G. BackerZuitbroekEngelsmansplaat - Østersøen
8-9-1839G. J. LammersPappenburgEngelsmanseplaat - Østersøen

Het project kan nog een aantal vrijwilligers gebruiken, die gewoon vanuit huis in eigen tijd kunnen werken.

zaterdag 23 januari 2016

Vernieuwde website Fries Genootschap met digitale artikelen De Vrije Fries en Fryslân

Het Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur, opgericht in 1827, spant zich in om het onderzoek naar en de belangstelling voor de Friese geschiedenis en cultuur te bevorderen.

Om deze doelstelling te bereiken geeft het Genootschap twee periodieken uit: het wetenschappelijk jaarboek De Vrije Fries en het publiekstijdschrift Fryslân. Daarnaast ontplooit het Genootschap nog een aantal andere activiteiten zoals excursies, lezingen en een website (tweetalig: in het Fries en Nederlands).

Als oprichter van het inmiddels verzelfstandigde Fries Museum is het Fries Genootschap nog altijd de formele eigenaar van een belangrijk deel van de collectie van dit museum. In de collectie van het Fries Genootschap bevinden zich onder andere schilderijen van Wybrand de Geest en vele stukken Fries zilverwerk.

De website van de vereniging was al langere tijd toe aan een opfrisbeurt, wat begin januari 2016 dan ook zijn beslag kreeg. Dankzij de medewerking van Inge de Vries en Neeltje van der Weide van Tresoar is een volledig nieuw webplatform gebouwd met vele nieuwe mogelijkheden. Niet alleen kunnen de redacties van de twee uitgaven makkelijker zelf inhoud toevoegen en wijzigen, maar ook is veel van het tot nu toe gepubliceerde materiaal gratis digitaal beschikbaar gemaakt of zal dat binnenkort worden.
Ook zijn social media als Twitter geïntegreerd en zal er met enige regelmatig geblogd worden met korte artikelen of nieuws. Alles zowel op mobiele telefoons, tablets, laptops als op bureaucomputers duidelijk te lezen.

Voor De Vrije Fries, gepubliceerd sinds 1839, staan momenteel de artikelen van 1839 t/m 1929 online. Een reeks artikelen of volledige jaarboeken tot aan enkele jaren geleden zal binnenkort worden toegevoegd!
Voor het Historisch Tijdschrift Fryslân zijn en worden de nummers online beschikbaar gesteld die minimaal 8 maanden oud zijn.

Uiteraard ontvangen de leden van het Fries Genootschap zowel het jaarboek De Vrije Fries als Historisch Tijdschrift Fryslân, 6 keer per jaar, op papier in de brievenbus. Geïnteresseerden kunnen zich online aanmelden.

maandag 18 januari 2016

Schepen van de Friese Admiraliteit in zeeslagen

Bij het doorzoeken van de online databases van het Maritime Museum te Greenwich bij London en het Rijksmuseum vond ik recent toch weer een aantal nieuwe afbeeldingen van Friese schepen. Deze schepen waren in dienst van de Admiraliteit van Friesland, eerst in Dokkum en later (vanaf 1645) in Harlingen.
Een prachtige tekening van het eskader van de Friese Admiraliteit in 1665, voor anker bij de Schotse kust. In het midden de spiegel van het schip 'Steden', het schip van Luitenant-Admiraal Tjerk Hiddes de Vries. De 'Stad en Lande', onder Vice-Admiraal Coenders links op de achtergrond. Er is een galjoot in het midden, en een snauw- een vierkant-getuigd, twee-mast schip - is
aan de linkerzijde in beeld. Linksboven de tekst: ‘Woensdach smorgens de Wint N: N oost den 26 augustij 1665/ hoe de vloot haer verthoont esquadron vande vrieschen admirael’.

Op 18 augustus 1665 vond een confrontatie plaats waarbij de Sevenwolden betrokken was met Tjerk Hiddes de Vries, links op de achtergrond.

De in de slag verloren Sevenwolden werd onder de Engelsen Seven Oaks, maar al gauw weer teruggewonnen, wat op het schilderij van Willem van de Velde de jonge prachtig in beeld werd gebracht.
Het was kapitein Van der Zaen die de Sevenwolden terugveroverde, wat onder nummer 10 op deze prent te zien is (rechts van het midden, over bakboord).

Ook het schip Groningen, uit 1666 behoorde tot de Admiraliteit van Friesland.

Van de Vierdaagse Zeeslag van 1-4 juni 1666 is een prachtig schilderij waarop de spiegel van de 'Groot Frisia', 74 kanonnen sterk, onder commanda van Tjerck Hiddes van het Friese squadron is afgebeeld (linksachter het Engelse schip op rechtsmidden nog deels te zien).

Het Rijksmuseum heeft een tekening van de slag waarop duidelijk vooraan, met nummer 17, de Sevenwolden over stuurboord te zien is.

Over zeeschilders vader en zoon Willem van de Velde, werkend voor de Hollandse en later Engelse admiraliteit, is onlangs een boek verschenen van de hand van Remmelt Daalder.

dinsdag 12 januari 2016

Boek over Jaap Broersma uit Ee: Liefde tussen Kollum en Perak

Het boek over Jaap Broersma in Indië is bijna klaar en kan bij voorintekening worden besteld. Vele leden kennen Jaap Broersma als beheerder van het Vlasmuseum it Braakhok te Ee (video). Enige jaren geleden waren we tijdens een ledendag in Ee bij hem te gast en vertelde hij op humoristische wijze over het zware leven in de vlasverwerking in Noordoost Friesland.


Titel van het boek: Liefde tussen Kollum en Perak. Brieven van Minke en Jaap.
Auteur: Reinder H. Postma.
Omvang: 200 pagina's, waarvan ca. 25 in kleur / rest zwart-wit.
Hardcover gebonden.

Het boek bevat een autobiografie van Broersma waarin hij een schitterend tijdsbeeld schetst van het platteland, boerenbedrijf rond 1930.
Omdat hij 90 jaar is, heeft hij in de loop der jaren veel zien veranderen en schrijft ook daarover.

Verder komt de familie Broersma in en rond Ee aan bod, de familie Bosgraaf in de omgeving van Kollum en Oudwoude;
De emigratie in die jaren rond de oorlog komt aan bod. De oorlogsjaren worden beschreven
De godsdienstige context van Ee en omgeving waartegen dit verhaal zich afspeelt.
En natuurlijk komen de brieven die heen en weer gingen, uitvoerig aan bod.

Er is een selectie gemaakt uit de (meer dan 1000!) brieven; hoe gingen de jongens om met het gemis aan geborgenheid, hoe stond het met de godsdienst en de sexualiteit...
En bovendien heeft Jaap de reis erheen uitvoerig en beeldend beschreven. Aan boord van de Boissevain vaart hij op 26 april 1947 naar Indië in de veronderstelling dat hij daar twee jaar zal blijven. Het worden er uiteindelijk drie.
Er zijn uit die tijd ook opnames op 78-toerenplaten bewaard gebleven met ingesproken boodschappen, die we gedigitaliseerd hebben.
Door alles heen klinkt de hunkering naar de liefde van zijn meisje, Minke Bosgraaf, dat achterblijft, het gemis van zijn dierbaren en de blijdschap over de terugkeer...

Kortom: we krijgen een kijkje in het leven van een Indiëganger

Kosten zijn  niet 32,50 exclusief verzenden maar door goede voorintekening 27,50 euro.
Reinder Postma meldt: We verwachten het boek eind maart in huis te hebben; het wordt nu vrijwel geheel in kleur; 200 pagina’s, veel info, een lust voor het oog!

Nu te bestellen bij Reinder H. Postma, Oudwoude

Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................ 3
1. Biografie ....................................................................................................................... 6
2. Familie Broersma ........................................................................................................ 46
3. Familie Bosgraaf ......................................................................................................... 58
4. Naar Indië, en dan? ..................................................................................................... 65
5. Herkomst brieven ........................................................................................................ 77
6. De brieven ................................................................................................................... 86
7. Platen met gesproken boodschap ............................................................................... 162
8. Pietsje Zijlstra uit Anjum, koerierster ........................................................................ 171
9. Brieven van Weit Hamersma ..................................................................................... 176
10. De kerken en de scholen van ................................................................................... 186
Tot Slot .......................................................................................................................... 194
Fotobijlage .................................................................................................................... 196

zondag 10 januari 2016

Genealogische puzzel: Vragen rond de letterlap van Wytske Popes uit 1751

Museum Dokkum kocht in 2015 een letterlap die gemaakt is door een meisje uit Noordoost Friesland.
De lap werd gemaakt in 1751 door 'WITSKE POPES OUD 11 IAER'.
Dit is Wytske Popes of Poppes, geboren in Oudwoude/Westergeest.


Op de lap staan de initialen van haar ouders PI en AI;
voorts IP, VP, RP, TP, en EP.
Wie kunnen dat zijn (allemaal patroniem Po(p)pes waarschijnlijk)??

Directeur Ihno Dragt vond zelf een begin op Allefriezen.nl:

Doopboek Hervormde gemeente Oudwoude en Westergeest 22 april 1736
Dopeling: Wytske.
Vader Pope of Poppe Jans en moeder Antje Jans.

Maar waarschijnlijk overleed zij jong want op 4 augustus 1740 wordt weer een Wytske Poppes gedoopt in Oudwoude/Westergeest, met als vader Poppe Jans.
Dit moet de dame van de letterlap zijn! (De J en de I zijn als letter hetzelfde).

Zou dit het huwelijk van de ouders zijn? Trouwregister Hervormde gemeente Buitenpost Lutjepost, 30 november 1721, derde proclamatie. Bruidegom: Poope Jans wonende te Buitenpost. Bruid: Antie Jans wonende te Triemen.

Alleen een vader Poppe Jans wordt genoemd bij de andere dopen:
Op 28 mei 1724 wordt te Buitenpost gedoopt: Fookel (Vookel?).
Op 11 april 1727 wordt te Kollum gedoopt: Janke
Op 19 december 1728 wordt te Kollum gedoopt: Janke
Op 26 juni 1740 te Kollum: Nieske.
Omdat onze Wytske ook rond die tijd gedoopt wordt lijkt de Kollumer Poppe Jans met zijn kinderen af te vallen.

Hoewel Poppe als voornaam logischer lijkt is er wel degelijk in deze contreien sprake van een voornaam met 1 P: Pope. Deze komt voor in de familie die later de naam Hiemstra aanneemt. Zo heb ik in een zijtak van mijn stamboom ook een Reinou Popes Hiemstra, die getrouwd was met Harke Martinus van der Velde. In de praktijk zal Pope of Poppe wel door elkaar gebruikt zijn.

Verdere aanknopingspunten:
Genoemd op 19 februari 1757 als weeskind in de autorisatieboeken van Kollumerland.
Ouders: wijlen Poppe Jans en Aatje Jans. Hij: woonachtig op de Triemen onder Westergeest.
De curatoren zijn dan: Alle Jans en Rienck Wibes, beiden huisman te Oudwoude.
De weeskinderen uit het gezin:
Wijpkjen Poppes oud 23 jaar
Wijtske Poppes 16 jaar (de leeftijd klopt met een geboorte in augustus 1740).

Autorisatieboeken Kollumerland 4 oktober 1735 (Weesboeken):
Poppe Jans, woonachtig op de Triemen, curator
Alle Jans, woonachtig te Oudwoude curator
Wijlen Rommert Feddes, woonachtig te Optwijzel, vader
Wijlen Trijntje Jans, moeder
Focke Rommerts oud 17 jaar weeskind

Mogelijk zijn Trijntje en Alle Jans zuster/broer van vader Po(p)pe Jans.

Bij de Volkstelling van 1744 zien we een Poppe Jans onder Westergeest met 5 personen, maar ook een Pope Jans in Rottevalle en een Poppe Jans in Kollum. Drie (bijna-)naamgenoten dus, dicht bij elkaar in de buurt, waarvan de laatste al eerder lijkt te zijn afgevallen!

Uit de Quotisatiekohieren van 1749 blijkt dat er nog twee naamgenoten Poppe Jans zijn, van wie er eentje in Oudwoude (een sobere arbeider) woont en de andere in Westergeest (een gemene boer)! Dat is dus even opletten geblazen met de genealogie!

Ons lid Reinder Postma heeft in zijn genealogische gegevens het nodige over Poppe Jans en de mannelijke lijnen naar de familie Hiemstra. Daar zit ook een Jan Popes bij die deelnam aan het Kollumer Oproer van 1797 waarover momenteel in Museum Dokkum een interessante tentoonstelling is. De genealogische informatie is echter niet genoeg om alle initialen te ontcijferen, en onzeker is natuurlijk of het wel de gezochte Po(p)pe Jans betreft.

Wie kan ons meer vertellen over de initialen en dus de genealogische puzzel oplossen van de mensen in de familie van Wytske Po(p)pes?
Update: Het lijkt er op dat Wytske en haar zus Wypkjen de naam Dijkstra als familienaam hebben gekregen. Klaas Pera en Piet de Haan vulden nog aan dat Wytske vermoedelijk trouwde met chirurgijn Leendert Johannes Stelwagen, toen ze al 50 jaar was. Uit dat derde huwelijk van Leendert Stelwagen zijn dan ook geen kinderen voortgekomen. Dat Poope Jans en Antie (Aatje) Jans haar ouders zijn, lijkt bevestigd in de overlijdensakte van haar zus Wypkjen Popes Dijkstra, die ongehuwd overlijdt te Kollum op 28-3-1814. De ouders zijn dus wel getraceerd, maar helaas niet de andere initialen op de merklap. Zie verder de volgende link: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-helmantel/I19271.php 
Verder is het vreemd dat op 14 december 1798 in Dokkum het overlijden van de vrouw van Stelwagen gemeld wordt met als leeftijd 50 jaar. Dat zou dan niet kloppen met haar geboortejaar 1740. In het origineel staat ook 50 jaar, dus dat is ofwel een verschrijving (i.p.v. 58) ofwel toch een andere Wytske Poppes. We zoeken nog even door! 

Het Victoria&Albert Museum in London heeft ook een Friese letterlap uit 1751 in de collectie. Zo te zien met de initialen van (een echtpaar?) RS en SI en ook een MT.

woensdag 6 januari 2016

Nederlandse teksten uit 17e eeuw in New Yorkse archieven

Het New Netherland Institute houdt zich bezig met de begintijd van Nieuw Nederland, met als middelpunt het huidige New York en Albany. In het begin van de 17e eeuw heetten deze steden nog Nieuw Amsterdam en Beverwijck.
Na de ontdekking van Manhatton in 1609 door Henry Hudson met zijn schip de Halve Maen in dienst van de Staten-Generaal, werd in 1621 de Westindische Compagnie (WIC) opgericht. Vanaf 1622 was er een kamer van de WIC in Groningen: Stad en Lande. De vestiging in de stad Groningen had via het Reitdiep aansluiting op de Lauwerszee. Toen de monding, net als bij Dokkum, verder verzandde, werd er meestentijds vanuit Delfzijl (met een Fries garnizoen) ingescheept.
De WIC had een monopolie op de handel en scheepvaart op Afrika en Amerika, het recht op die kusten forten te bouwen, en het recht Spaanse en Portugese schepen te kapen (zoals de Zilvervloot in 1628).

Charles Gehring, in samenwerking met o.a. Janny Venema, is al jarenlang bezig, vanuit de New York State Library in Albany, de oude documenten uit de archieven van Nieuw Nederland te transcriberen. Helaas wel van de originele Nederlandse tekst in het Engels, maar in ieder geval daardoor makkelijker te doorzoeken. Daarbij moet je nog wel even letten op de oude spellingen van bijvoorbeeld plaatsnamen. Zie ook de video met Gehring over een brief uit 1664 en het boek van Russell Shorto, Nieuw Amsterdam, Eiland in het hart van de wereld.
Dat er de nodige Friezen deelnamen aan de kolonisatie van Nieuw Nederland was wel bekend. In 2009 schreef ik er een blogartikel over, getiteld Friezen in het kielzog van Henry Hudson.
Uiteraard Pieter Stuyvesant die directeur-generaal was van 1645-1664. De pallisaden rond Nieuw Amsterdam werden gebouwd door de Friese timmerman uit Bolsward, Frederik Philips.
Ook de Friese familie Fonda, bekend van de filmsterren Peter en Jane, was al vroeg in de kolonie neergestreken.

Aangezien er op de website van het New Netherland Institute inmiddels weer meer bestanden digitaal beschikbaar zijn gesteld (periode 1638-1685) werd het weer eens tijd opnieuw poolshoogte te nemen. Je kunt tegenwoordig zelfs gratis scans van originelen in zwaar tiff-formaat downloaden.
Kwamen er nog meer nieuwe Nederlanders uit Noordoost Friesland? Jazeker!
Al snel vond ik dit: De eerste schoolmeester van Nieuw Nederland (New York) kwam uit Dokkum!
In 1638, Adam Roelantsen Groen, from Dockum, in Friesland, the first schoolmaster of New Netherland. As shown by this document, his first wife was a widow by the name of Elsje Martens, who died before June 10, 1638, when Cors Pietersen brought suit against Roelantsen for the recovery of his wife's share of her deceased mother's estate. His second wife was Lyntje Martens, who died in 1646. In diverse vermeldingen komt hij voor als getuige en zelfs wordt hij een keer uit een herberg gezet!


Adam Roelants van Dokkum kwam ik ook tegen in het Stadsarchief Amsterdam op 29 september 1633 bij Notaris Barent Jans Verbeeck:
Jacob Walichs van Wijngerden, oud 30 jaar, hoogbootsmansmaat en Adam Roelants van Dockum, oud 29 jaar, bosschieter, beide onlangs in dienst der WIC op het schip De Soutbergh hier gekomen, verklaren op verzoek van Luycas Jans Sprangh die als metselaar in dienst der WIC op het fort Amsterdam in Nieuw Nederland heeft gewerkt, dat deze aldaar met hen in opdracht vd commandeur hout heeft moeten halen. Hij heeft zich toen ernstig bezeerd. Voor die tijd was hij goed gezond.
In 1649 moet er even op zijn kinderen gepast worden, omdat hij dan mogelijk even naar patria moet.

Adam Roelants was geen lieverdje en beledigde zelfs een vrouw in Nieuw Amsterdam! Hij ging blijkbaar regelmatig om met dames van lichte zeden.Hij kreeg een keer een boete van 25 gulden die aan de armen werd gedoneerd. In 1659 werd zijn zoon Daniël uitbesteed bij de diaconie in Beverwijck, het huidige Albany.

En wat te denken van: the 23rd of August 1659. 51a I [Jan Pietersen] 198 van [Dockum] skipper, next to God, of my ship named [Speramundij].
Ook deze man uit Noordoost Friesland in Nieuw Nederland: 'Eelke Jans/Elke Jansen uit Veenwolden'.
Bij Allefriezen.nl kan ik de New Yorkse schoolmeester niet direct vinden, hoewel deze het eventueel zou kunnen zijn;
Trouwregister Hervormde gemeente Harlingen. Bron: DTB Trouwen. Datum: 27-08-1626. Soort akte: bevestiging huwelijk. Bruidegom: Adam Roelefs wonende te Dokkum, Bruid: Eltsien Hendrickx wonende te Amsterdam.

U kunt makkelijk zoeken op naam of plaatsnaam door een deel van de bestanden (met scans) via de zoekbox rechtsboven met de tekst SEARCH DIGITAL COLLECTIONS.
Of door de meeste transcripties via deze zoekbox.
Voor de volledigheid zult u echter transcripties in pdf-formaat moeten openen en dan zoeken via Ctrl-F.
Ga ook eens in deze mooie bronnen sneupen!

En deze vroege kolonist Willem Jacobs van Boerum, ca 1610-1688 (uit Burum bij Kollum dus) moeten we ook nog eens uitzoeken. Tips zijn welkom! 

Update: In de online database Voyages of New Netherland vinden we de Soutbergh terug in 1632. Naast Adam Roelants Groen uit Dokkum waren ook de bekende Wouter van Twiller en Everardus Bogardus aan boord. Via Plymouth en Sint Maarten bereikten ze Nieuw Nederland. Er was ook wat vee meegenomen maar een kalf of jong hert (voor Van Rensselaer) overleed onderweg.

zaterdag 2 januari 2016

Bonifatiusjaar 2016

Dokkumers zullen zich wellicht even achter de oren krabben: Bonifatiusjaren zijn toch altijd met een 4 in het jaartal? Zo was er in 1954 de nodige aandacht voor Bonifatius in Dokkum, waarbij diverse publicaties over Dokkum verschenen en bijvoorbeeld het schilderij van Hans Willem baron van Aylva terugkeerde naar Dokkum. Ook in 2004 waren er velerlei activiteiten en publicaties, zoals die van Hans Mol in De Vrije Fries.

Dus hoezo 2016? Nou dat zit zo: 1300 jaar geleden, in 716, zette de Britse zendeling Bonifatius, die eigenlijk Winfreth heette, voet aan wal in Dorestad (het huidige Wijk bij Duurstede). Sneuper Klaas Pera attendeerde mij op een artikel in het Algemeen Dagblad over de Bonifatius-herdenking in Wijk bij Duurstede. Ook is er een website met informatie over de herdenking.

Dorestad was in de tijd van de Vikingen (Wijkkoningen) de hoofdstad van het Friese rijk, dat zich uitstrekte van de Schelde (Scaldis) tot de Weser (grofweg van Antwerpen tot Bremen). In 719 veroverde Karel Martel, de koning der Franken, Dorestad op de Friezen.
Er komt een prachtig herdenkingsboek uit en er wordt een Bonifatius-monument onthuld op zaterdag 28 mei 2016.
Het boek Bonifatius in Dorestad staat onder redactie van Luit van der Tuuk en bevat bijdragen van professoren Paul Post en Anton Vernooij, dominee en auteur Pieter L. de Jong, bisschop Gerard de Korte en Kees Slijkerman.
Daarmee claimt Dorestad zijn connectie met Bonifatius, net als het Duitse Fulda, waar ik al eens over blogde.
Overigens was recent het jaarboek De Vrije Fries 2015 vrij kritisch over het boek De Friezen van Van der Tuuk.

Misschien een idee voor wethouder De Graaf om even contact op te nemen met de organisatie. Dan kan ook met het gloednieuwe, in Dokkum gebrouwen, Bonifatiusbier geproost worden op het Bonifatiusjaar!