zondag 22 juli 2012

Tijdschrift Fryslan over Friese sportcultuur

Abe Lenstra is en was het boegbeeld van de Friese sportcultuur. Vroeger was vaak de plaatselijke kastelein de motor achter de evenementen waar leuke prijzen te verdienen waren. 'Het speelveld was doorgaans het verlengde van het dranklokaal'.
Op de cover van Historische Tijdschrift Fryslan ook Hotze Schuil, een van de meest succesvolle kaatsers in Friesland.
Leuk om eens aandacht te besteden aan een ondergewaardeerde tak van geschiedschrijving: de sportgeschiedenis.
De man die welhaast aan de wieg van elk belangrijk sportevenement (o.a. Elfstedentocht) en sportbond (KNVB, KNSB etc)  heeft gestaan is Pim Mulier, geboren op de Aylva State te Witmarsum.
Het kaatsen werd van bont kasteleinsvermaak tot strak georganiseerde sport, vooral sinds de oprichting in 1853 van de Permanente Commissie (PC).
Eerde Beulakker neemt ons mee in de historie van de popularisering van de Friese watersport. Na zijn pensionering als docent psychologie besteedde hij veel tijd aan een doctoraalscriptie over dit onderwerp, waarmee hij op 4 april 2012 in Leiden de doctorsbul behaalde: Verschil moet er zijn. Een mooie beloning voor de oud-zeezeiler die getroffen is door een spierziekte en nu zijn schip Taeke Hadewych te koop heeft staan op Marktplaats.
En last but not least Abe Lenstra, die ook nog een broer had, Jan Lenstra die goed kon voetballen. Maar Abe zou nooit naar een buitenlandse topclub verkassen.

Naast de sportartikelen, aandacht voor Wylde Sukerei (wilde cichorei), iets waar het openluchtmuseum De Sukerei in Damwoude veel over kan laten zien. Nieuw voor mij was dat de naam Bokma De Boer (bekend van Sjoukje Troelstra-Bokma De Boer) in 1819 werd aangenomen door Meindert Alberts Wijnsma, de schoonzoon van Gerrit Bokkes Bokma.
In Verbroken Verbindingen aandacht voor de verdwenen Koetille, bij Midlum, waarbij ook de NFLS, het Dokkumer Lokaaltje beschreven wordt. Binnen afzienbare tijd zal Oege Kleijne hier een lijvig boek over publiceren.
In Verdwenen Beroepen aandacht voor verffabrikant Ruurd Tjallema uit Sneek en als mooie afsluiter in de rubriek Uitvinders en Pioniers professor Willem Loré, de bouwer van de Dokkumer Nieuwezijlen.
Vermeldenswaard uit de rubriek Kort Nieuws is nog dat Oebele Vries afscheid heeft genomen van de Rijksuniversiteit Groningen en benoemd is tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Proficiat!

woensdag 18 juli 2012

Hessel de Walle ontdekte middeleeuwse grafstenen

Voor degenen die het bericht in de regionale media gemist hebben: onze grafstenenkenner Hessel de Walle ontdekte onlangs in de kerk van Pietersbierum (in Noordwest Friesland, niet te verwarren met het Groningse Pieterburen) twee grafstenen onder de houten kerkvloer die vrij uniek zijn. Het betreft middeleeuwse grafstenen van geestelijken, priesters Ulbe en Hessel, met familiewapens. Samen met een collega van de grafschriftencommissie van de Fryske Akademy heeft hij de teksten op de zerken ontcijferd. Deze zijn niet in het Latijn maar in het Middel-Nederlands, in Gotisch schrift:

int iaer ons heren m cccc en l xix op sinte iohannes baptista d(ach) do stoerf her wlbe personer hyr bigraven bide voer die zie(l)
Personer (lees: belangrijkste priester) Ulbe is dus op 24 juni 1469 overleden.
Int iaer ons heren m cccc l xxvi (do) staerf h[e]r hessel p[er]sone[r] to peters bere[m] des dagh nae sinte laurentius
Personer Hessel is dus op 12 augustus 1476 overleden.

Deskundige drs. O.D.J.  Roemeling uit Hardegarijp wijst op een vermelding in de Oudfriesche oorkonden. Hierin worden Ulbe en Hessel genoemd als respectievelijk vicaris en pastoor te Pietersbierum in de jaren vijftig en zestig van de vijftiende eeuw. Roemeling doet al jaren onderzoek naar katholieke geestelijken die in de middeleeuwen werkzaam waren in de Friese parochies.

Bekijk maar eens het aardige filmpje van Omrop Fryslan.



Hessel de Walle houdt de nieuwe vondsten bij in zijn online database die een aanvulling is op zijn gedrukte standwerk over inscripties in Friesland van voor 1811: Friezen uit vroeger eeuwen. Destijds maakt Omrop Fryslan ook al een filmpje met hem in de kerk van Hogebeintum.

maandag 16 juli 2012

Franse Fries Babois in Ezumazijl

In een recent blogartikel over 11en30 van de NGV Friesland noemde ik de Fransman Etienne Babois die diende in het leger van Napoleon. Hij had zijn vrouw Jacoba Bakker bij zich, die waarschijnlijk als marketentster met de troepen meetrok. Zij hield een dagboek bij van de terugtocht uit Rusland van Polotsk in Wit-Rusland naar Keulen (1812-1813), die ze overleefden ondanks het feit dat Babois gewond was geraakt in de strijd. Jacoba stond haar mannetje getuige deze passage in haar aantekeningen: Ik reed voorop, mijn agter mijn. Wij waren juist een berg afgekomen. De grenadier was wat agter uit en de boer zat aan de weg of wilde hij iets doen. Toen zijde mijn man op het vrans tegen mijn, Coba denk er om die man heeft geen goed in ’t zin. Pas gezegd of hij op mijn aan en smeed mijn met een ruk van ’t paard en wilde de buikriem losmaken zo met met mijn paard voort maar mijn man liet hem zagtjes van zijn paard glijden en gaf mijn zijn dikke stok en zijde: bate don la bouger maar ik smeet de stok zo ver ik hem kon krijgen en scheurde zo stijf aan de toom dat het beest zijn bek begon te bloeden en ik riep aan de grenadier en toen hij van verre de grenadier zag komen koos hij het hasepad en ik behield het vette conjak zo noemen ze daar een klijn paard. Zo kwamen wij des avonds laat in Wilnau een grote knappe stad de hoofdstad van Polen en hielden den 20 rustdag en vonden daar onse kolonel die had ook den 18 Augustus een wonde bekomen aan zijn been.
Het dagboek is in particulier bezit. Wijlen heer Paasman heeft het dagboek als pdf op de door hem opgezette website Friezen onder Napoleon vermeld, maar wist destijds niet dat de man van Jacoba Bakker genoemde Etienne Babois was.
Van onze leden Doede Douma en Reinder Tolsma kreeg ik aanvullende informatie.
Doede Douma uit Metslawier kwam met een gezinsstaat van Etienne Jans Babois:
Etienne Jans Babois, zoon van Jan (Jean) Babois en Anna Duron (Durand), herbergier, wonende te Ezumazijl, is geboren rond 1784 te Montreal (Frankrijk) Ardeche, is overleden op vrijdag 28 oktober 1825 te Ezumazijl. Overleden in huis nr.96, copie van overlijdens akte.  Etienne werd ongeveer 41 jaar.
Hij koopt in 1816 een huis te Ezumazijl  no 196 voor 200 gulden van Theunis Klazes Eintema en Baukje Lieuwes te Ezumazijl.
In 1818 koopt Etienne een kamer  zolder en een regenbak in een huis te Ezumazijl van Jan Roelofs Dijkstra voor 48 gl.
In 1822 verkoopt Diederik Hendriks Kroonstra een huis te Anjum voor 50gl. aan Adolf Hemminga te Ezumazijl wonende en Etienne was Sessionaris.
In 1824 koopt Etienne een huis,Bakkerij en Herberg te Ezumazijl voor 1201 gl,van Sape Cornelis Westra en Corneliske Cornelis beiden te Ezumazijl.
In 1828  Cessie kapitaal  van 1201 gl.    Sape Cornelis Westra met zijn vrouw Corneliske Cornelis te Ezumazijl  Cedent. en Jacoba Bakker Schuldenaar  en Harke Gorter te Kollum Censsionus
In 1829 verkoopt  en beleent  Jacoba wed.van Etienne voor 379 g aan Martinus Klaver te Dokkum.
In 1829 verkoopt Jacoba Bakker een huis en herberg voor 1404 gl.
In 1830 verkoping van levende have van Jacoba Bakker voor 91 gl.
Etienne was gehuwd met Jacoba Johanna Bakker.  Jacoba, wonende te Harlingen, is geboren in 1790, is overleden op zondag 27 maart 1859 te Harlingen.  Jacoba werd 69 jaar.

Volgens de trouwakte van zoon Jan woont Jacoba in Harlingen.

Van Etienne en Jacoba zijn zes kinderen bekend:

1    Johanna Etienne Babois is geboren op woensdag 1 september 1813 te Harlingen, is overleden op dinsdag 27 mei 1817 te Ezumazijl.  Johanna werd 3 jaar, 8 maanden en 26 dagen.

2    Johanna Etienne Babois is geboren op donderdag 26 februari 1818 te Ezumazijl, is overleden op vrijdag 22 mei 1868 te Harlingen.  Johanna werd 50 jaar, 2 maanden en 26 dagen.
Johanna trouwt op donderdag 15 augustus 1844 te Harlingen op 26-jarige leeftijd met Geert de Wit.

3    Jan Etiennes Babois, arbeider, wonende te Anjum, is geboren op maandag 13 december 1819 aldaar, is Ned. Hervormd gedoopt, is overleden op maandag 17 mei 1858 Overleden in huis nr.108.copie van overlijdens akte.  Jan werd 38 jaar, 5 maanden en 4 dagen.

Deze Jan Babois wordt vermeld in het boekje"swart mar leaflijk" geschreven door L. van der Zweep (later inspecteur bij het Lager Onderwijs te Amsterdam) bij het 100 jarig bestaan van de gereformeerde kerk van Lioessens. Deze Babois was een van de eerste mensen van de Chr.Afgescheidenen van Lioessens.

Jan trouwt op donderdag 13 december 1849 te Metslawier. Copie van huwelijks akte op 30-jarige leeftijd met de 25-jarige Janke Jans de Haan, dochter van Jan Reinders de Haan en Aaltje Jans Posthumus.  Janke, arbeidster, is geboren in 1824 te Oosternijkerk, is overleden op maandag 15 mei 1882 te Dokkum.  Janke werd 58 jaar.

4    Maria Theresa Babois is geboren op zaterdag 30 juni 1821.

5    Pierre Etienne Babois, Koetsier, is geboren op dinsdag 2 september 1823 te Ezumazijl, is overleden op zondag 27 januari 1895 te Makkum.  Pierre werd 71 jaar, 4 maanden en 25 dagen.
Pierre was gehuwd met Jeltje van Assen.  Jeltje is geboren rond 1823.

6    doodgeboren zoon Babois is doodgeboren op donderdag 5 januari 1826 te Ezumazijl.

Reinder Tolsma uit Oosternijkerk kwam met een scan uit het Tolsma-Lamminga-boek. Hierin wordt gemeld dat Etienne Babois in de Franse tijd gelegerd was als soldaat in Anjum. Vervolgens werd Etienne herbergier te Ezumazijl.
Zoon Jan Babois werd zijn opvolger als herbergier bij de sluis te Ezumazijl en later in Hotel De Prins te Makkum (eveneens gelegen aan een sluis!). Dochter van Pierre Babois en Jeltje van Assen, Jacoba Babois trouwde met Jacob Riemers Lamminga. Zij hadden een bakkerij in Minnertsga.

En blijkbaar wonen er hedentendage ook nog nakomelingen van Etienne Babois in Noordoost Friesland, zoals oud-veehouder Henk Babois uit Burum.

Update: Ook onze leden die het online netwerk met genealogische gegevens op Werelate bijhouden hebben info over de familie Babois (deels op basis van dit artikel).
Update 2: Via Linda Moes kregen we informatie dat in de familie Babois bekend is dat in 1816 Etienne Babois geprobeerd heeft zijn naam te wijzigen in Steven Laagbos. (Ba(s)= Laag, Bois=Bos).

vrijdag 13 juli 2012

Filmpjes musea Noordoost-Friesland online

Via het samenwerkingsverband Markant Friesland tonen de cultuurhistorische instellingen in Noordoost-Friesland zich onder éen noemer aan het publiek.
Naast de al vrij bekende musea als Admiraliteitshuis te Dokkum en Fiskershuske te Moddergat zijn er nog vele, wat kleinere, pareltjes die een bezoekje waard zijn. Om alvast een eerste indruk te krijgen voordat u op pad gaat zijn er van alle bezienswaardigheden korte filmpjes gemaakt die nu via YouTube te bekijken zijn.
Ga maar eens kijken hoe verrassend en leuk deze pareltjes van Noordoost-Friesland zijn!

vrijdag 6 juli 2012

11en30 juli 2012 met interessante namen

Het blad op A5 formaat van de NGV Friesland, 11en30, bevatte deze keer, ondanks het gemeentewapen van Gaasterland op de cover, diverse bijdragen die spelen in Noordoost-Friesland.

Een nieuw lid stelt zich voor met een link naar Klaas Andries Wijnsma uit Veenwouden (1790-1826) die als Fries in het leger van Napoleon diende en Jacoba Bakker, die met haar man Etienne Babois meereisde (!) en een verslag bijhield van de veldtocht naar Rusland (dat dus bewaard is gebleven en op de site van wijlen ons lid Paasman als pdf staat).

Een ander artikel behandelt een huwelijksakte tussen twee kinderen van ongehuwde moeders: Hendrik van der Veer, kolonist/koemelker, geboren op 17 mei 1815 te Dokkum die op 16 juli 1842 te Dokkum trouwde met Eelkje Spits, geboren op 22 augustus 1813 te Dokkum. Het beroep kolonist zal wel slaan op de koloniën in Drente van de Maatschappij van Weldadigheid.
Hendrik was de zoon van Anna Maria (Marijke) Kramer uit Dokkum die in 1790 huwde met Christiaan Reder. Zij was weer een dochter van Carel Kramer en Albertje Nicolaas Hes.
Eelkje Spits was dochter van Jacobje Frederiks Teysel, geboren in 1792 te Dokkum en overleden in 1834 te Ommerschans (ziehier de link naar de kolonist). Jacobje was de dochter van Frederik Jacobs Teysel en Marijke Johannes uit Dokkum. Hendrik overleed in 1875 te Oostrum als echtgenoot van Eelkje Cornelis Dijkstra, die de dochter bleek te zijn van Cornelis Dijkstra en Jacobje Spits! De vraag is nog waarom Hendrik de achternaam Van der Veer droeg (bij Eelkje lijkt het me duidelijk).

In het artikel Friezen bij de VOC heeft Antonia Veldhuis uitgerekend dat tussen 1700 en 1798 ca 9200 Friezen bij de VOC gingen (962 uit Dokkum, waarvan 444 in dienst overleden). Het impliceert dat er tussen 1600 en 1700 misschien nog meer Friezen bij de VOC waren. Toen had de VOC immers nog een minder slechte naam. Antonia heeft blijkbaar nooit onze aloude webpagina met Noordoost-Friezen in de VOC gezien want dan had ze kunnen weten dat er wel degelijk ooit een Friese VOC-er ter dood is veroordeeld: Jeronimus Cornelisz, de onderkoopman van de Batavia die in 1629 werd opgehangen na een grote moordpartij op de Abrolhos eilanden voor de westkust van Australië.

Leuk is de vermelding van Pieter Bloemsma uit Dokkum die twee keer niet kwam opdagen bij de afvaart van een VOC-schip (in 1788 en 1790) en daartussenin wel. In 1792 voer hij weer uit om al in 1793 te repatriëren. Mogelijk is dit dezelfde:
Overlijdensakte Ferwerderadeel (mairie Hallum),  1812
Aangiftedatum 6 oktober 1812, blad nr. 10
Pieter Rochus Bloemsma, overleden 4 oktober 1812, 49 jaar, man
Zoon van Rochus Pieters Bloemsma en Pietje Lieuwes
Gehuwd met Antje Klazes Blom. 
 
Onze eendenkooienkenner Gerard Mast maakt een uitstapje naar Mantgum van waaruit hij het spoor terug volgt van o.a. Harmen Jans Kooystra, die de achternaam al vanaf 1797 voerde. Het bleek dat zijn vader kooiker te Warten was.
De heer Henk Tak uit Veenwouden laat zien hoe binnen éen geslacht zes familienamen voorkomen, afstammend van Pijter Heins, zoon van Heine Doedes en Baukje Pieters uit Wouterswoude: Meindertsma (Ee), Talma (Valom), Jellema (Dantumawoude), Sandijk (Wouterswoude), De Haan (Ee). Hij publiceerde ook een boek De Jellema's fan 'e Dockumerwalden, ter inzage bij Tresoar en het Streekarchief in Dokkum.
In een ander artikel schetst de heer Tak de afkomst van de familienaam Palma, o.a. aangenomen door Sybe Jans te Ternaard en zijn zoon Ynse Sybes te Marrum. De publicatie Stamboom Palma van Ternaard ligt ook ter inzage bij Tresoar en het Dokkumer Streekarchief.

donderdag 5 juli 2012

Zeventiende eeuwse hypotheekboeken Tietjerksteradeel online

Andrys Stienstra, webmaster van Tresoar, meldde op het Tresoar-forum: Sinds kort is de Collectie Pieter Nieuwland uitgebreid met een uittreksel op het eerste 13-tal hypotheekboeken uit het archief van de Nedergerechten Tietjerksteradeel. Het gaat om ca. 5700 inschrijvingen met ca. 26.000 persoonsnamen.

In de hypotheekboeken staan financiële verplichtingen genoteerd, zaken waarvoor we nu gewoonlijk naar de notaris gaan. Hierbij valt te denken aan gewone geldleningen, schuldbekentenissen, borgstellingen, huurcontracten etc. De hypotheekboeken bevatten afschriften van aktes die meestal door een notaris, secretaris of andere officiële functionaris zijn opgemaakt en daarna op de secretarie ter registratie werden aangeboden. Slordigheden in het overnemen zijn hierdoor helaas niet uitgesloten.

Ik kende de uittreksels van Nieuwland wel van de leeszaal bij Tresoar maar deze online versie maakt het zoeken een stuk gemakkelijker en ook de transcripties/uittreksels zelf zijn zeer helder en duidelijk. Af en toe vermeldt Nieuwland zelfs wat extraatjes die hij over de situatie kende, zoals N.B. Wellicht de oorsprong van het zgn. Lichtmisbrood / Ljochtmisbrea; een lopen is een inhoudsmaat van 83,3 liter. Of: ...daar zij een perceel land van de verkoper Sipke "becomen hebben op Lantschaps contracten" (zal wel onderhuur zijn).
Ook voor genealogen met familie in omliggende gemeenten is deze database interessant. Er komen bv heel wat vermeldingen voor van personen uit Dokkum en andere plaatsen in Noordoost-Friesland.
Ook staan op dezelfde zoekpagina databases met gegevens uit de Speciekohieren 1748-1805 en een collectie Persoonsgegevens.
Probeer het maar eens uit via http://www2.tresoar.nl/nieuwland/

woensdag 4 juli 2012

De Vrije Fries 2011 over Universiteit van Franeker

Het nieuwe nummer van De Vrije Fries, nummer 91 van 2011, gaat over de opkomst en teloorgang van de Universiteit van Franeker (1585-1811).
In 2011 werden tentoonstellingen gehouden in Museum Martena in Franeker (met vele professorenportretten) en in Tresoar (met een nagebouwde bibliotheek uit begin 17e eeuw). Beide heb ik bezocht en ik moet zeggen dat ze erg interessant waren.
Ook werd er in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en de Fryske Akademy een congres getiteld 'Verdwenen maar niet vergeten' georganiseerd. De lezingen van die dag zijn grotendeels in deze editie opgenomen, aangevuld met enkele losse artikelen.
Zoals de redactie in het voorwoord al aangeeft was de opheffing in 1811 een bijna tragische onafwendbaarheid.
De Vrije Fries ontvangt u als lid van het het Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur
Ook  krijgt u dan het blad Fryslan 6 keer per jaar in de bus!

De inhoudsopgave van De Vrije Fries 2011, nummer 91:
- Onderwijs en wetenschap in de Franse tijd, Wijnand Mijnhardt
- Verlichte kaalslag in Europa? De academische herstructurering rond de Revolutietijd en haar gevolgen, Willem Frijhoff
- Dalende studentenaantallen en de ondergang van de Franeker academie, Pieter Caljé
- Arm Franeker. Adriaan Gilles Camper en het echec van de lobby voor de Franeker Universiteit, Klaas van Berkel
- Fries met de Friezen. Prof. J.W. de Crane (1758-1842) en zijn aangenomen vaderstad, Philippus Breuker
- Eene inrigting van den tweeden rang. Het Rijks Atheneum te Franeker (1815-1843), E. Wybenga-Van Aken
- Twee eeuwen met, twee eeuwen zonder. De Franeker Universiteit voor en na 1811, Goffe Jensma
- Schoolprestaties Fryslan. De invloed van het ontbreken van een universiteit in Fryslan op de schoolprestaties, Hester de Boer
- Een overzicht van de geleerdheid in Friesland in het jaar 1807, Philippus Breuker
- Jaarverslag Koninklijk Fries Genootschap over 2010.