Posts tonen met het label fries. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fries. Alle posts tonen

donderdag 19 juli 2018

Portretten Fries echtpaar in Amsterdam

Recent fietste ik in Amsterdam door de Nieuwe Spiegelstraat, bekend vanwege zijn vele antiquairs en kunsthandels. In de etalage van Silkwood Antiques zag ik een stel portretschilderijen, pendanten, van een echtpaar die mij Fries voorkwamen.
Ik maakte een foto van de portretten in de etalage, om eventueel later in de winkel naar meer details te vragen.
Enkele weken later deed ik dit daadwerkelijk, op een zaterdag, vlak voor sluitingstijd.
En ja hoor, de hoofdtooi van de dame was Fries en achterop de portretten stonden zelfs hun persoonlijke gegevens geschreven.

Als schilder van deze portretschilderijen werd Berend Wierts Kunst aangegeven, wat qua stijl en materiaal zou kunnen, maar deze portretten worden dan niet genoemd in zijn bewaard gebleven aantekeningenboekje die online staat. Het zou dan ook werk geweest kunnen zijn van Theodorus Bohres.

De uit het Groningse Nieuwolda afkomstige kunstenaar Berend Kunst, zoon van molenaar en bakker Wiert Luitjens Kunst en Jenneke Berents Bakker, reisde door het land, waardoor op vele plaatsen portretten van zijn hand gevonden kunnen worden.
Recent zag ik, toen ik de namenindex wat uitgebreider bekeek, ook de naam van Arnoldus Johannes Andrease, die ik al snel herkende als de Kollumer notaris Arnoldus Johannes Andreae (dus zonder s).
En in het Groninger Museum zag ik gouden oorijzers met daarbij een reproductie van Berend Kunsts portret van Nantje Reenders.
In Appingedam was al eens de tentoonstelling Berend Kunst, reizend pourtraitist.
Het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek heeft de portretten van Sontvaarder Auke Luitzens Zwitting en echtgenote.

Volgens de handgeschreven informatie achterop de schilderijen, betreft het dit echtpaar:
Aaltje Miedema, geb 12 November 1794 te Leeuwarden. Overleden 16 januari 1881 te Rijswijk
Eerst gehuwd met Ynso van der Feen,
daarna met Luitjen Ubbens
Geboren 28 mei 1791 te Leeuwarden (volgens AlleFriezen.nl in Zuidbroek; commissionair op Kamstraburen)
Overleden 10 April 1864 te Leeuwarden.


Laat het me weten als u meer informatie heeft of anderzijds interesse heeft.

zondag 18 februari 2018

Jan de With en de VOC retourvloot van 1746

De Deense Dokkumer Jan de With, geboren als Jens True, maakte carrière bij de VOC. Als 14-jarige zoon van Niels Poulsen True was hij met twee broers uit Aarhus naar de Republiek gekomen, waar hij bij de kamer Amsterdam aanmonsterde op de in 1719 gebouwde Midloo.
Dit schip vertrok op 31 mei 1729 vanaf de rede van Texel naar Batavia.

Na vijf jaren in de Oost keerde hij (aangeduid als 'van Koppenhage') terug om in 1736 als derdewaak met het spiegelretourschip Castricum weer te vertrekken.
Zijn carrière verliep voorspoedig want een jaar later was hij op de terugkerende Hofwegen, een fluitschip, al benoemd tot schipper bij de VOC-kamer Rotterdam.

In 1746 werd Jan de With door de gouverneur-generaal Van Imhoff (een Oostfries) benoemd tot commandeur van de gehele retourvloot. Deze vloot bestond uit negen schepen: Leijden (waarop hijzelf aan boord was), Reijgersdaal, Hoogersmilde, Duijnhof (kamer Amsterdam), Spaanderwout, Nieuwlant (kamer Zeeland), De Voorsigtigheijd (kamer Delft), Brouwer (kamer Hoorn) en 't huijs Perzijn (kamer Enkhuizen).

Van deze reis is het verslag van De With aan de Heeren Zeventien bewaard gebleven, dat door Geert van der Veer als transcriptie is opgenomen in zijn boek Van Haersma en Van Haersma de With op pag. 91 - 95. Jan de With was de stamvader van dit geslacht.

Uit het verslag valt op te maken dat De With zo goed mogelijk de discipline in de vloot handhaafde maar dat door de weersomstandigheden constant de andere schepen uit beeld verdwenen. Het lijkt dan ook een godswonder dat ze allemaal behouden in patria aankwamen.
De gouden erepenning die hij als dank in ontvangst mocht nemen is hedentendage nog in de collectie van Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
Bovendien heeft het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek het bijzondere bloemenschip, uit kostbaar ivoor gesneden, dat hij vanuit het Chinese Kanton meenam.

Jan de With trad als kapitein ter zee in dienst van de Friese Admiraliteit. In 1758 kocht hij het landgoed Staniastate bij Oenkerk. Hij noemde het Hofwegen, naar het schip waar hij zes jaar lang schipper op was geweest.
Op 19 april 1750 trouwde hij te Dokkum met Wikjen Michiels Minnema die eerder getrouwd was (in 1746) met de Dokkumer Hendricus Canter Visscher.
Jan de With is in 1781 begraven in de kerk van Oenkerk. In de kerk werd te zijner nagedachtenis een kleurrijk rouwbord opgehangen. Het model is gemaakt in Canton. Ook zijn grafsteen van hem en zijn vrouw en dochter ligt er nog in de hal, met de tekst:
De wel edele gestrenge heer Jan de With, collonel en capitain ter zee bij het edele mogende collegie ter admiraliteit in Vriesland, enz. enz., overleed op den 12den september 1781, in den ouderdom van 66 jaaren en omtrent 6 maanden, en is den 20 derzelver maand alhier begraven

Vrouwe Wickje Minnema, weduwe wijlen den wel edelen gestrengen heere Jan de With, in leeven capitain ter zee, enz. enz., stierf den 25 maart 1786, in den ouderdom van 60 jaaren en ruim 6 maanden, en is op den 4 april daar aan volgende alhier begraven

Jongvrouwe Anna de With overleed op den 23 december 1783, in den ouderdom van 27 jaar en ruim 7 maanden, en den 30 derzelver maand alhier begraaven

Uit liefde voor De With voorheen mijn echtgenoot
En dochter Anna, zal het mij ten troost verstrekken
Dat één enkle steen die lijken, na mijn dood
Benevens dat van mij, zal als een grafzerk dekken
Dus sprak de weeuw, en stierf. Drie dochters en vier zoonen
Vervulden moeders wensch, om kinderplicht te toonen


Al met al is er dus veel bewaard gebleven ter nagedachtenis van deze bijzondere zeeman.

En nog was de koek niet op! In een Engelstalige Twitter-post zag ik recent een kaart voorbijkomen die mijn aandacht trok. Het bleek een portolaankaart (een kaart van een haven) van Sint-Helena te zijn uit 1746, waarin de vloot van Jan de With is geschetst. Deze bevindt zich in de collectie van de nationale bibliotheek van Frankrijk in Parijs.
Ik attendeerde Geert van der Veer op deze kaart, die er erg blij mee was. Gelijk ook gaf hij de transcriptie van de tekst op de kaart, waarop de schepen met letters staan aangegeven:


Afbeelding van de E. Oostindische Retour Vlood in den Iaare 1746/ met de namen der scheepen hoe Lang door wie ge Commanddert voor wat Camer die Repatrieren onder Commando van de / E. Heer Jan de Witt Commandeur over gemelde Vlood/ Aldus vertoont hem het Eyland St. Helena van het Schip D. Hebbende het zelve NWSW van hem na Gissing 9 à 10 mijl Zijnde hoog Rotsig Landt.


AFBEELDING VAN DE E: OOSTINDISCHE
Met de naamen der Scheepen hoe lang door wie gecommandeert
E: Heer Jan de Witt Commandeur over gemelde Vloot
A. Leiden 150 Comandeur Jan de Witt
B. Spaanderwout 136 Cap. Luij. Jan Wijnant Meurs
C. Brouwer 136 Cap. Luij. Gerrit Reynders Voff
D. ’t huysz Persijn 136 Cap. Luij. Frederik Schouten
E. Duinhof 136 Cap. Luij. Adriaan Lodewortz.
F. Reijgersdaal 145 Cap. Luij. Willem ‘t Hoen
G. Hoogersmilde 145 Cap. Luij. Otto van Dam


RETOURVLOOD. IN DEN. IAARE 1746
voor wat Camer die Reptriezen, onder Comando van de
N.B. de scheepe H en J en K sijn drie Engelsche Scheepen die onder de Compagnies Vlag Zeijlen
voor Amsterdam            Aldus vertoont hem het Eijland
voor Zeelandt                 St Helena van het Schip D
voor Hoorn                      hebbende het zelve NWTW.
voor Enkhuijsen              van hem na gissing 9 à 10 mijl
voor Amsterdam            zijnde hoog Rotzig Landt
voor Amsterdam
voor Amsterdam


Uit het verslag van Jan de With bleek ook dat hij de snelzeilende Huis Persijn, met aan boord de Fries Adrianus Canter Visscher als onderkoopman, vooruit gestuurd had. Het Rijksmuseum heeft enige jaren geleden een prachtig en kleurrijk manuscript van hem aangekocht waarin het leven aan de Indiase Coromandelkust beschreven wordt.
Ook de familie Canter Visscher heeft een sterke band met Dokkum.

De online database van de Bibliothèque nationale de France, Gallica, is sowieso een bron waar sneupers nog meer interessante zaken kunnen vinden, o.a. de Franstalige reisverslagen van Tinco Lycklama a Nijeholt.

woensdag 7 februari 2018

Ambachtslieden en studenten brengen tradities Elf Steden tot leven

Frisian Colorists & Restorers is een ambachtelijk bedrijf, dat is gevestigd in de Blokhuispoort te Leeuwarden. Het is een restauratieatelier voor antiquarische boeken en landkaarten. Ook zijn ze specialist in het handmatig inkleuren van antieke prenten.

FCR ziet het als hun missie om de mooie, oude tradities van hun vak door te geven aan een nieuwe generatie. Om dat te bereiken, werken ze momenteel aan een bijzonder project. Ze willen zo een vertaalslag maken naar het hier en nu, door de tijdloze schoonheid van Friesland te benadrukken.

In het kader van LF2018 maken zij een uniek prentenboek met als thema de Elf Steden. De uitgave wordt een ‘proeve van bekwaamheid’ voor hun vakgebied, maar ze werken ook samen met verschillende ambachtslieden en studenten van de NHL.

Heden en verleden komen samen, krachten worden gebundeld, en het belang van het Fries cultureel erfgoed wordt benadrukt. Ook willen ze graag de tradities eren, die aan het handmatig inkleuren zijn verbonden. In het prentenboek zal dit oude ambacht (onder andere), onder de aandacht worden gebracht.

Inkleuren was met name in de Gouden Eeuw een veelvoorkomend en belangrijk beroep in Nederland. Eeuwenlang werden speciale edities van boeken gedrukt, gebonden, en gekleurd voor een staatshoofd. In de lijn van deze traditie, wordt het prentenboek speciaal vervaardigd voor een hoogwaardigheidsbekleder.

FCR is voor het project nog op zoek naar een aantal bijzondere historische verhalen, uit de omgeving van Sneek, Ylst en Bolsward. Suggesties hiervoor zijn van harte welkom.
Een kleine sneak preview van de uitgave ziet u in de afbeelding bij dit artikel hierboven.
Van Dokkum wordt het verhaal van de 17e eeuwse zeerovers van onze redacteur Nykle Dijkstra opgenomen.

Om het sympathieke project ook financieel rond te krijgen is de organisatie nog wel op zoek naar aanvullende fondsen. Wie tips heeft melde zich bij projectleider Evelien de Boer!
.

donderdag 1 februari 2018

Genealogysk Jierboek 1990-2016 Fryske Akademy nu online

Vanaf vandaag zijn de bekende Genelaogyske Jierboeken (vroeger: Jierboekjes) van de Fryske Akademy online door te bladeren. Het betreft de jaargangen 1990 t/m 2016.

Uiteraard is dit heel goed nieuws voor Friese sneupers met interesse voor genealogie en
streekgeschiedenis.

Om een aantal voorbeelden te noemen die interessant zullen zijn met betrekking tot ons onderzoeksgebied Noordoost-Friesland of bijvoorbeeld maritieme of kunstgeschiedenis:

In Genealogysk Jierboek 2014 de genealogie Binckes/Benckes, waarin de 'vergeten Friese zeeheld' Jacob Binckes voorkomt.

Kwartierstaat Sipkes (Ameland) in Genealogysk Jierboek 2015.

De Dokkumer familie Van Sinderen en Hanya uit Holwerd en grafkelders op het kerkhof van Oudwoude evenals Van der Mey (oa Ternaard) in Genealogysk Jierboek 2009.

Genealogysk Jierboek 2001 met de familie van de Friese admiraal Tjerk Hiddes de Vries.

De familie Eskes uit Kollum (oa bekend van Bote Eskes) wordt in Genealogysk Jierboek 1990 besproken.

Verder, verspreid over diverse nummers, genealogie van Friese adel, zoals Burmania, Lycklama a Nijeholt en anderen.

De mooiste uitgave is eigenlijk wel die van Genealogysk Jierboek 1993, waarin burger-/familiewapens van vele families uit Dokkum en andere plaatsen in Noordoost-Friesland worden getoond, met enkele genealogische gegevens. Gerrit Hesman was de maker van het origineel.

Indexen van oudere jaargangen (die deels nog gedigitaliseerd worden, of anders op papier beschikbaar zijn in de diverse bibliotheken en archieven):
Kortom, een prachtige bron om eens nader te bestuderen. En hopelijk doet u nog een mooie aanvullende vondst voor uw eigen familiegegevens in de Genealogyske Jierboeken online!

vrijdag 13 oktober 2017

Poezie-album Trijntje Vrolijk uit Sneek op Amsterdamse rommelmarkt

Na het bezoeken van de tentoonstelling over Johannes Maelwael in het Rijksmuseum in Amsterdam liep ik nog even over het Museumplein. Er stonden nog diverse marktkraampjes, die zo langzamerhand aan het afbreken waren. Bij een van de laatste kraampjes stond een jongeman door een oud boekje te bladeren, en toen ik over zijn schouder meekeek zag ik plots de handgeschreven naam Zijlstra.

Nieuwsgierig pakte ik het boekje op nadat hij het had teruggelegd. Het bleek een poezie-album uit 1918 van ene Trijntje Vrolijk uit Sneek.
Bijna alle versjes, met bijbehorend plaatje zijn door mensen uit Sneek in 1918 en 1919 geschreven. Het begint met haar vader en moeder en daarna volgen namen als Feenstra, Hoekstra, Postma, Zijlstra, Hammersma en Henstra.
In totaal staan er 30 versjes in (veel hebben de aanhef Zus of Zusje), voor de volledigheid van de volgende personen (ze begon dichtbij huis):  Pa Vrolijk, Ma Semplonius, Broer Jo, Broer Henk, Nicht Eberdina. En verder:
G vd Sluis, onderwijzeres
Aebeltje Zijlstra
JW Zijlstra
Schoolvriendin Sjoe Feenstra
Idem Hielkje Hoekstra
Nicht Helena
Vriendin Jantje Ferwerda
A Dijkstra
Aerie Pschitizki
Marijke Hoekstra
M Henstra
Tante Janna
Grietje Vis
Gretha Westra
T Postma
Jacoba Zijlstra
Reintje Baning
Marianne Reindorp
H de Jong
Hermina de Vries
Tante Ydema (?)
A Hammersma
F Terpstra

Trijntje is geboren in 1909 in Sneek, dus toen circa 9 jaar oud: dochter v Pieter Vrolijk en Geesje Semplonius. De ouders huwden in 1898 in Sneek, hij van Sneek en zij van Oosterwierum. Ze woonden in Sneek aan de Prins Hendrikkade 46a.

Ik vroeg via Twitter of het Museum Sneek, beter bekend als het Fries Scheepvaartmuseum, interesse had. En dat hadden ze!
Binnenkort zullen ze het album aan hun (bibliotheek-)collectie kunnen toevoegen en nakomelingen of andere sneupers er mogelijk nog plezier van hebben.










zaterdag 18 juni 2016

Sneuper Wibo Boswijk ontdekte schilderij van Friese zeeheld Tjerk Hiddes de Vries

Onder onze leden hebben we diverse enthousiastelingen die op websites en beurzen speuren naar Fries erfgoed. Echte sneupers dus!
Tjerk Hiddes op Groot Frisia en Barend Hiddes op Postiljon
Het is dan handig enige kennis te hebben van de Friese heraldiek, omdat, naast initialen, dat vaak een aanknopingspunt is voor het bepalen wie of wat precies wordt afgebeeld. En anders kunt u op uw gemak thuis nog even zoeken in de Friese wapendatabase van Hessel de Walle, of het Friese wapenoverzicht van Heerma van Voss. Maak dus vooral veel foto's als u iets interessants tegenkomt!

Mijn verre neef (we stammen beide af van Geert Jochums die in 1675 te Ee trouwde), Wibo Boswijk zag in maart op de Brusselse kunstbeurs BRAFA een maritiem schilderij waarop hij het wapen van Friesland herkende. Hij maakte enkele foto's die hij mij toestuurde omdat ik wel eens over de Admiraliteit van Friesland heb gepubliceerd.
Meindert Seffinga overhandigt replica aan Wibo Boswijk(r)

Het afgebeelde schip zou zo maar de Groot Frisia kunnen zijn. En nadat Meindert Seffinga, directeur van het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek, was gemaild, begon het balletje te rollen. Bij de antiquair in Gent werd gekeken naar de details op het schilderij en natuurlijk foto's gemaakt. Maritieme schilderijen-kenner Remmelt Daalder werd geraadpleegd, evenals Storck-expert Pieter Roelofs van het Rijksmuseum.  De Ottema-Kingma Stichting bleek bereid de aankoop van het schilderij te financieren!

Uit nader onderzoek bleek niet alleen dat de spiegel van de Groot Frisia van Tjerk Hiddes de Vries was afgebeeld, maar ook die van de Postiljon waarover zijn broer Barend Hiddes de Vries het commando voerde.
Tjerk Hiddes had de gesneuvelde Auke Stellingwerf opgevolgd en speelde een belangrijke rol in de Vierdaagse Zeeslag met de Engelsen in 1666. In de Tweedaagse Zeeslag op 4 en 5 augustus 1666 sneuvelde Tjerk Hiddes echter jammerlijk. Zijn wapenbord met overlijdensdatum is ook nog in de collectie van het Fries Scheepvaartmuseum bewaard gebleven.

maandag 15 februari 2016

Frysk nu bijna in Google Translate

Nog even en dan is het zover: de Friese taal in Google Translate.

Afgelopen vrijdag kwamen in Tresoar weer vele Friezen opdagen om de vertalingen van het Engels naar het Frysk te valideren, zo meldde de Leeuwarder Courant. Dat valideren gaat via de computer en is in feite nakijken en bevestigen of de vertalingen kloppen. En dat is voor sommige moderne woorden nog best lastig. Een groot deel van de data was al rechtstreeks goedgekeurd door Google.
In 2012 schreef ik een blogartikel waarin ik opriep te streven naar het opnemen van het Frysk in Google Translate. Toendertijd was er door bezuinigingen sprake van dat leerstoelen Fries aan universiteiten gingen verdwijnen. Ook adviseerde ik de Fryske Akademy, naast het grootschalig digitaliseren, zich te beijveren voor opname in deze online vertaalmachine. Het maakt het veel gemakkelijker om de Friese taal online te delen met een enorm internationaal netwerk, maar alleen al om het bereik en de PR-waarde die Google genereert is het de moeite waard.

Een grote rol bij dit project was weggelegd voor Dr. Anne Dijkstra, oud-lexicograaf bij de Fryske Akademy.
Om de kwaliteit van de vertalingen zo goed mogelijk te maken kunnen nog steeds woorden en zinnen worden toegevoegd of gevalideerd. Zoals bij welhaast alle online vertalingen zal het nooit helemaal perfect worden, maar de essentie is meestal wel duidelijk. Dit is ook een mooi voorbeeld van crowdsourcing
Het valideren van de Friese tekst mag natuurlijk gewoon thuis, zoals de website van de Provincie Fryslan vermeldt. Lees daarvoor hieronder de instructie.

Instructies

1. Ga naar: https://translate.google.nl/community. Log in met jouw Google-account en kies ‘Engels-Fries’.
2. Klik op ‘valideren’.
3. U kunt aan de slag! De eerste te valideren zin verschijnt op u scherm. Klik op het vinkje om de vertaling goed te keuren af op het kruisje als de vertaling niet deugt. Klik op ‘verzenden’ wanneer u het rijtje bij langs bent geweest. Komt u er niet uit, klik dan op ‘overslaan’.

Ik ben benieuwd wanneer we Frysk in Google Translate voor het eerst kunnen gebruiken!

Update: Vanaf donderdag 18 februari 2016 is het zover! Dan kunt u globale vertalingen van Engels naar Frysk en andere talen maken. Met de Google Translate-button aan de linkerzijde van dit blog kunt u in 1 keer het hele blog in het Frysk lezen!

zaterdag 23 januari 2016

Vernieuwde website Fries Genootschap met digitale artikelen De Vrije Fries en Fryslân

Het Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur, opgericht in 1827, spant zich in om het onderzoek naar en de belangstelling voor de Friese geschiedenis en cultuur te bevorderen.

Om deze doelstelling te bereiken geeft het Genootschap twee periodieken uit: het wetenschappelijk jaarboek De Vrije Fries en het publiekstijdschrift Fryslân. Daarnaast ontplooit het Genootschap nog een aantal andere activiteiten zoals excursies, lezingen en een website (tweetalig: in het Fries en Nederlands).

Als oprichter van het inmiddels verzelfstandigde Fries Museum is het Fries Genootschap nog altijd de formele eigenaar van een belangrijk deel van de collectie van dit museum. In de collectie van het Fries Genootschap bevinden zich onder andere schilderijen van Wybrand de Geest en vele stukken Fries zilverwerk.

De website van de vereniging was al langere tijd toe aan een opfrisbeurt, wat begin januari 2016 dan ook zijn beslag kreeg. Dankzij de medewerking van Inge de Vries en Neeltje van der Weide van Tresoar is een volledig nieuw webplatform gebouwd met vele nieuwe mogelijkheden. Niet alleen kunnen de redacties van de twee uitgaven makkelijker zelf inhoud toevoegen en wijzigen, maar ook is veel van het tot nu toe gepubliceerde materiaal gratis digitaal beschikbaar gemaakt of zal dat binnenkort worden.
Ook zijn social media als Twitter geïntegreerd en zal er met enige regelmatig geblogd worden met korte artikelen of nieuws. Alles zowel op mobiele telefoons, tablets, laptops als op bureaucomputers duidelijk te lezen.

Voor De Vrije Fries, gepubliceerd sinds 1839, staan momenteel de artikelen van 1839 t/m 1929 online. Een reeks artikelen of volledige jaarboeken tot aan enkele jaren geleden zal binnenkort worden toegevoegd!
Voor het Historisch Tijdschrift Fryslân zijn en worden de nummers online beschikbaar gesteld die minimaal 8 maanden oud zijn.

Uiteraard ontvangen de leden van het Fries Genootschap zowel het jaarboek De Vrije Fries als Historisch Tijdschrift Fryslân, 6 keer per jaar, op papier in de brievenbus. Geïnteresseerden kunnen zich online aanmelden.

woensdag 25 november 2015

Historisch Tijdschrift Fryslan met poartepleats Sjuxma en oorsprong Friese paard

Het winternummer van Historisch Tijdschrift Fryslan (nr.6, november/december 2015) heeft
een mooie coverfoto met twee terpafgravers. Het bijbehorende artikel van Kerst Huisman stelt de vaak al te makkelijke conclusies aan de kaak die in de loop der jaren op onderzoek in delen van terpen gedaan is. Dunne bewijzen met dikke conclusies!

De eigenaar van de Poartepleats in Waaxens bij Holwerd, Pieter van der Plank, wordt geïnterviewd over hoe hij de ooit zeer vervallen boerderij weer heeft opgeknapt, inclusief de prachtige poort met duiventil (voor de gibben, halfwilde duiven) in de vorm van een paralellogram. Ooit was er ook nog een Sjuxma state maar die werd net als het nabijgelegen Huis Tjessens afgebroken. Het artikel is geschreven door drs. Wiebe Hoekstra uit Veenwouden.

Het beroemde zwarte Friese paard kent al een lange historie. Jorieke Savelkouls zal daar uitgebreid over rapporteren in het nieuwe nummer van De Vrije Fries dat volgende maand uitkomt. In deze Fryslan schetst zij alvast in het kort de contouren van dit fenomeen met wereldwijde aantrekkingskracht. O.a. de beroemde thrillerschrijver Dan Brown is een bekende fan.

Jeanine Otten brengt het Fries Culinair erfgoed onder de aandacht met o.a. Pastachoca Beregoed!, een slogan van Friesche Vlag, onderdeel van de CCF. De chocopasta werd gefabriceerd in een voormalige zuivelfabriek aan de Bitgumerdyk in Berlikum.

In Suiker, slaven en Suriname neemt Nynke Smit ons mee naar het begin van de 18e eeuw in Suriname waar de familie Groenewoud plantages had. Veel correspondentie uit die tijd is bewaard gebleven, o.a. door een conflict over de nalatenschap, in het archief van de doopsgezinde gemeente in Harlingen.

In Wurk ûnder hannen doet Sjoukje de Boer onderzoek naar de zuivelindustrie in Friesland, als trainee bij de Fryske Akademy.

Bauke van der Pol komt met de laatste in de trilogie over de mannen uit de familie Canter Visscher in India. Deze keer de rijke Tammerus Canter Visscher (1729-1778) die in Bengalen aan zijn fortuin kwam en in het Indische Cossimbazar een enorm neoclassisistisch grafmonument kreeg.

In de rubriek Kort Nieuws vinden we o.a. de verhalen van Dam Jaarsma die online verzameld zijn in de website www.sagenjager.nl , een routeplanner vol met volksverhalen!
Ook wordt er bericht over de vondst van een middeleeuwse schaats, een benen glis, aan de rand van de oude dorpsterp van Metslawier.

Uit de rubriek Boeken Kort is de publicatie van It deistich bestean by alds, Obe Postma, vermeldenswaard.

woensdag 21 oktober 2015

Eritia de Blocq en haar Chinese kan met gouden deksel

Onlangs bezocht ik de nieuwe tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam: Azië>Amsterdam.
En zoals gewoonlijk heb ik niet alleen speciale interesse in de maritieme kunst maar ook in de kunst met een Fries tintje. Bij binnenkomst viel direct mijn oog op het schilderij De terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost-Indië, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1599. Van de vier afgebeelde schepen heet er een 'Vrieslant' en gezien de volgorde op de lijst is het meest logisch dat het de meest rechtse is. Zo te zien is het scheepstype een pinas en dat deed me er opeens aan herinneren dat het enige schip van de Admiraliteit van Friesland te Dokkum (sinds 1597) in de Slag bij Gibraltar in 1607 de Friese Pinas genoemd werd. Zal het dezelfde zijn als op het schilderij van Vroom uit 1599?

Even verderop enige vitrines met Chinese keramiek. Onder stuk nummer 24 staat vermeld: Kan met
gouden deksel. Kan: China ca 1635-1650, deksel: Nederland ca 1650-1675.
Een Friese goudsmid voegde aan deze Chinese porseleinen kan een deksel toe met (in email) het wapen van Eritia de Blocq (een sleutel met 2 rode rozen, HZ). Eritia was een van de rijkste inwoners van Leeuwarden. Zij en haar man Matthijs (Matthias, HZ) van Franckena hadden contacten met wetenschappers en bestuurders uit de hele republiek en ver daarbuiten. Het gouden deksel bevestigt de waarde die aan het porselein werd gehecht (aldus beschrijving in catalogus, Particuliere collectie USA).

Bocke Jochems Hoppers en Eritia de Blocq, door Jan de Salle
Thuisgekomen ging ik gelijk even zoeken wat er van Eritia bekend is. Haar Friese voornaam blijkt Aukje of Auck te zijn en haar man Matthias van Franckena blijkt van haar tweede huwelijk te zijn. Van haar eerste huwelijk, in 1612 te Leeuwarden als Ericia de Block met Bocke Jochems Hoppers (of Bocatius Hoppers) zijn zelfs twee huwelijksportretten als schilderij bewaard gebleven. Enige jaren geleden (16 november 2005) werden ze op een veiling van Christie's verkocht voor 36.000 euro.
De Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) heeft uitgebreide informatie over de pendanten, waarschijnlijk geschilderd door Jan Urbeijns de Salle, in 1622.
Beide hebben hun familiewapen in een bovenhoek van het schilderij, bij Eritia duidelijk een sleutel met twee bloemen, bij Hoppers een vogel met drie jongen in een mand. Ze waren in 1622 respectievelijk 35 (Bocke) en 32 jaar oud (Eritia).
Hoppers was in 1610 griffier bij het Hof van Friesland. Het is niet helemaal duidelijk of de bekende Joachim Hoppers zijn vader was of een ander familielid. Ze voerden in ieder geval wel hetzelfde familiewapen met de vogel en 3 jongen in een mand.

Eritia de Blocq, weduwe van dr. Bocke Jochems Hoppers, huwde in 1630 de gedeputeerde Matthijs Franckena te Leeuwarden. Bij testament d.d. 1664 stelde zij, inmiddels weer weduwe geworden, een leen in: een pensie van 200 car. glds, jaarlijks als een eeuwige rente uit haar landen op de Rijp in Menaldumadeel, t.b.v. bloedverwanten in povere staat tot studie in theologie of rechten, t.b.v. niet-bloedverwanten alleen tot studie in de theologie, een ook nu nog gestelde voorwaarde. Tegenwoordig bedraagt een pensie van het Eritia de Blocq-leen jaarlijks f.500,-, maar in omstandigheden is vermeerdering mogelijk. De pensies in totaal bedragen niet meer dan de zuivere leensinkomsten. B&W van Leeuwarden waren provisoren van 1836-1923.

In het archief van Tresoar vinden we verder: 327-02, Familie Van Sminia (van de tak van De Klinze te Oudkerk) 1525 - 1955.
Nr. 191: Testament van Eritia de Blocq, weduwe van Mathijs Franckena. Datering: 1669; afschrift, 18de eeuw. In datzelfde jaar legateerde ze aan de NH diaconie van Stiens 150 gulden.
In de database met Friese familiewapens van Hessel de Walle vind ik twee afbeeldingen van het familiewapen van De Blocq, een sleutel met 2 rozen op 16e eeuwse grafstenen, dezelfde als op het gouden deksel van de Chinese kan. Ook de Index op de Friese familiewapens van Heerma van Voss vermeldt het wapen De Blocq als een sleutel met 2 rozen. Het Wapen- en Vlaggenboek van Hesman vermeldt eveneens een dergelijk wapen, van Daniël de Blocq van Scheltinga.

Van Matthias Franckena heb ik enkele jaren geleden al in de bibliotheek van de Universiteit van Leiden het Album Amicorum uit 1605/1606 volledig gefotografeerd. Het bevat unieke inscripties van o.a. Petrus Plancius, Bernardus Paludanus, Gomarus, Winsemius, Snellius en Hessel van Meckema (getrouwd met Lisck van Eysinga, zie De Sneuper 119).
Van 1611-1626 was Matthias Franckena grietenijsecretaris van Weststellingwerf en later lid van Gedeputeerde Staten van Friesland en gecommitteerde bij de Raad van State namens Friesland.
Hij was ook een goede kennis van de vader van Pieter Stuyvesant, Balthasar Stuyvesant (met Dokkumer roots!).
In 1631/1632 was Franckena afgevaardigde ter Staten Generaal voor Friesland (zie Gulden Vrijheid, Hotso Spanninga).

Wat zou het toch mooi zijn als de verschillende kunstwerken en archivalia van deze familie eens samen geëxposeerd zouden worden, bij voorkeur in een Fries museum!

Update: In het schitterende boek Verveningen en Verveners in Friesland (zie ook de gehele Namenindex en de online bladerversie) staat nog het een en ander over Eritia de Blocq en Matthias van Franckena. Pagina 208/209/211: In 1627 kwam Anscke Cornelisdr van Lycklama op de Franckenastate te overlijden. Uit haar eerder huwelijk met de Gaasterlandse grietman Jochem Hans van Wyckel waren haar veel goederen in Gaasterland, Hemelum Oldeferd (Noordwolde) en Wymbritseradeel (Oudega) aangekomen. Deze vererfden nu op haar echtgenoot Matthijs van Franckena en kinderen.
In 1630 hertrouwde dr. Matthijs van Franckena- hij was inmiddels afgevaardigde ter Staten-Generaal voor Friesland- met Ericia de Blocq uit Leeuwarden. Ze bracht veel landerijen en venen ten huwelijk aan. Zij was een schoonzuster van dr. Livius van Scheltinga, die gehuwd was met haar zuster Anna Daniëls de Blocq. Samen met deze zwager bezat Ericia de Blocq veel venen en leijen- de zogenaamde Coninxleijen- onder Veenwouden. Het betrof hier het veengebied waar de door koning Philips II van Spanje bezeten domeingoederen lagen. Hiervan was al vroeg door de koning een gedeelte verkocht aan Johan van Rataller. Later was ook de bekende vervener Dr. Dirk Fogelsangh- eveneens gehuwd met een Van Scheltinga- (hun beider schilderijen hangen in het Amsterdamse Museum van Loon, HZ) bij deze venen betrokken.
Naar aanleiding van dit tweede huwelijk van Van Franckena moest er vanwege de rechten van de nagelaten kinderen een inventarisatie van de goederen worden opgesteld. Omdat ook de ouderlijke boedel van Rinco en Anscke van Lycklama nog onverdeeld was, moest ook deze in die inventarisatie worden betrokken. Hierdoor wordt men behalve over de vermogenspositie van Van Franckena ook een en ander over die van Rinco van Lycklama (zou dit trouwens zijn portret zijn?) gewaar. Zo bleek onder meer dat in de daaraan voorafgaande jaren nogal veel geld was geïnvesteerd in de herbouw van boerderijen in Oudega (Wymbritseradeel), die blijkbaar eerder door oorlogsomstandigheden waren verwoest. Verder bleek dat de Franckenastate met bijbehorende landerijen en venen op een bedrag van 2.400 cg was getaxeerd. Maar ook Franckena's deelname- met name zijn samenwerking hierbij met Rinco van Lycklama- in de Weststellingwerfse veenkanalisatie en vervening wordt daarin uiteengezet.
Pag.211/212: In 1632 was dr. Matthijs van Franckena verkozen tot grietman van Gaasterland, als opvolger van de in dat jaar overleden grietman Obbe Obbes. De nieuwe grietman Franckena was familie van zijn voorganger, want zijn overleden echtgenote Anske Cornelisdr van Lycklama was namelijk een oomzegster van Obbe Obbes geweest. Na zijn hertrouwen met Ericia de Blocq en nog geen jaar voor zijn verkiezing tot grietman, had hij in Wolvega voor de koopprijs van 7.000 phg een van de Scheene tot de Linde lopende sate land gekocht. Hij had daar toen een nieuw landhuis- de vroegste voorganger van het huidige Lindenoord- laten bouwen. Dit grietmanschap zou echter van korte duur zijn, want nog in datzelfde jaar kwam dr. Franckena te overlijden.

Update: Er is een testament bij Tresoar: Blocq, Ericia de (x Mathijs v. Frankena) * * 1664 * 408. Lijst van TESTAMENTEN voorkomende in band EEE nr. 3 van het Hof Provinciaal [nu Tresoar toegang 14 inv.nr. 16779]. Mocht u deze eens fotograferen/transcriberen dan verneem ik het graag.