Onlangs bezocht ik de nieuwe tentoonstelling in het
Rijksmuseum te Amsterdam: Azië>Amsterdam.
En zoals gewoonlijk heb ik niet alleen speciale interesse in de
maritieme kunst maar ook in de kunst met een
Fries tintje. Bij binnenkomst viel direct mijn oog op het schilderij
De terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost-Indië, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1599. Van de vier afgebeelde schepen heet er een '
Vrieslant' en gezien de volgorde op de lijst is het meest logisch dat het de meest rechtse is. Zo te zien is het scheepstype een
pinas en dat deed me er opeens aan herinneren dat het enige schip van de
Admiraliteit van Friesland te Dokkum (sinds 1597) in de
Slag bij Gibraltar in 1607 de
Friese Pinas genoemd werd. Zal het dezelfde zijn als op het schilderij van Vroom uit 1599?
Even verderop enige vitrines met Chinese keramiek. Onder stuk nummer 24 staat vermeld:
Kan met
gouden deksel. Kan: China ca 1635-1650, deksel: Nederland ca 1650-1675.
Een
Friese goudsmid voegde aan deze Chinese porseleinen kan een deksel toe met (in email) het
wapen van Eritia de Blocq (een sleutel met 2 rode rozen, HZ). Eritia was een van de rijkste inwoners van Leeuwarden. Zij en haar man
Matthijs (Matthias, HZ) van Franckena hadden contacten met wetenschappers en bestuurders uit de hele republiek en ver daarbuiten. Het gouden deksel bevestigt de waarde die aan het porselein werd gehecht (aldus beschrijving in catalogus, Particuliere collectie USA).
|
Bocke Jochems Hoppers en Eritia de Blocq, door Jan de Salle |
Thuisgekomen ging ik gelijk even zoeken wat er van Eritia bekend is. Haar Friese voornaam blijkt
Aukje of
Auck te zijn en haar man
Matthias van Franckena blijkt van haar tweede huwelijk te zijn. Van haar eerste huwelijk, in 1612 te Leeuwarden als Ericia de Block met
Bocke Jochems Hoppers (of Bocatius Hoppers) zijn zelfs twee huwelijksportretten als schilderij bewaard gebleven. Enige jaren geleden (16 november 2005) werden ze op een
veiling van Christie's verkocht voor 36.000 euro.
De
Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) heeft
uitgebreide informatie over de pendanten, waarschijnlijk geschilderd door
Jan Urbeijns de Salle, in 1622.
Beide hebben hun familiewapen in een bovenhoek van het schilderij, bij Eritia duidelijk een sleutel met twee bloemen, bij Hoppers een vogel met drie jongen in een mand. Ze waren in 1622 respectievelijk 35 (Bocke) en 32 jaar oud (Eritia).
Hoppers was in
1610 griffier bij het Hof van Friesland. Het is niet helemaal duidelijk of de bekende
Joachim Hoppers zijn vader was of een ander familielid. Ze voerden in ieder geval wel hetzelfde familiewapen met de vogel en 3 jongen in een mand.
Eritia de Blocq, weduwe van dr. Bocke Jochems Hoppers,
huwde in 1630 de gedeputeerde Matthijs Franckena te Leeuwarden. Bij testament d.d. 1664 stelde zij, inmiddels weer weduwe geworden, een leen in: een pensie van 200 car. glds, jaarlijks als een eeuwige rente uit haar landen op de Rijp in Menaldumadeel, t.b.v. bloedverwanten in povere staat tot studie in theologie of rechten, t.b.v. niet-bloedverwanten alleen tot studie in de theologie, een ook nu nog gestelde voorwaarde. Tegenwoordig bedraagt een pensie van het Eritia de Blocq-leen jaarlijks f.500,-, maar in omstandigheden is vermeerdering mogelijk. De pensies in totaal bedragen niet meer dan de zuivere leensinkomsten. B&W van Leeuwarden waren provisoren van 1836-1923.
In het archief van
Tresoar vinden we verder: 327-02, Familie Van Sminia (van de tak van De Klinze te Oudkerk) 1525 - 1955.
Nr. 191:
Testament van Eritia de Blocq, weduwe van Mathijs Franckena. Datering: 1669; afschrift, 18de eeuw. In datzelfde jaar legateerde ze
aan de NH diaconie van Stiens 150 gulden.
In de
database met Friese familiewapens van Hessel de Walle vind ik
twee afbeeldingen van het familiewapen van De Blocq, een sleutel met 2 rozen op 16e eeuwse grafstenen, dezelfde als op het gouden deksel van de Chinese kan. Ook de
Index op de Friese familiewapens van Heerma van Voss vermeldt het wapen De Blocq als een sleutel met 2 rozen. Het
Wapen- en Vlaggenboek van Hesman vermeldt eveneens een dergelijk
wapen, van Daniël de Blocq van Scheltinga.
Van
Matthias Franckena heb ik enkele jaren geleden al in de
bibliotheek van de Universiteit van Leiden het
Album Amicorum uit 1605/1606 volledig gefotografeerd. Het bevat unieke inscripties van o.a.
Petrus Plancius, Bernardus Paludanus, Gomarus, Winsemius, Snellius en
Hessel van Meckema (getrouwd met
Lisck van Eysinga, zie
De Sneuper 119).
Van 1611-1626 was Matthias Franckena
grietenijsecretaris van Weststellingwerf en later
lid van Gedeputeerde Staten van Friesland en gecommitteerde bij de Raad van State namens Friesland.
Hij was ook een goede kennis van de
vader van Pieter Stuyvesant, Balthasar Stuyvesant (met Dokkumer roots!).
In 1631/1632 was Franckena afgevaardigde ter Staten Generaal voor Friesland (zie
Gulden Vrijheid, Hotso Spanninga).
Wat zou het toch mooi zijn als de verschillende kunstwerken en archivalia van deze familie eens samen geëxposeerd zouden worden, bij voorkeur in een Fries museum!
Update: In het schitterende boek
Verveningen en Verveners in Friesland (zie ook
de gehele Namenindex en de
online bladerversie) staat nog het een en ander over Eritia de Blocq en Matthias van Franckena. Pagina 208/209/211: In 1627 kwam
Anscke Cornelisdr van Lycklama op de
Franckenastate te overlijden. Uit haar eerder huwelijk met de Gaasterlandse grietman
Jochem Hans van Wyckel waren haar veel goederen in Gaasterland, Hemelum Oldeferd (Noordwolde) en Wymbritseradeel (Oudega) aangekomen. Deze vererfden nu op haar echtgenoot
Matthijs van Franckena en kinderen.
In 1630 hertrouwde
dr. Matthijs van Franckena- hij was inmiddels afgevaardigde ter Staten-Generaal voor Friesland- met
Ericia de Blocq uit Leeuwarden. Ze bracht veel landerijen en venen ten huwelijk aan. Zij was een schoonzuster van
dr. Livius van Scheltinga, die gehuwd was met haar zuster
Anna Daniëls de Blocq. Samen met
deze zwager bezat Ericia de Blocq veel venen en leijen- de zogenaamde
Coninxleijen- onder
Veenwouden. Het betrof hier het veengebied waar de door
koning Philips II van Spanje bezeten domeingoederen lagen. Hiervan was al vroeg door de koning een gedeelte verkocht aan
Johan van Rataller. Later was ook de bekende vervener
Dr. Dirk Fogelsangh- eveneens gehuwd met een
Van Scheltinga- (hun beider schilderijen hangen in het Amsterdamse
Museum van Loon, HZ) bij deze venen betrokken.
Naar aanleiding van dit
tweede huwelijk van Van Franckena moest er vanwege de rechten van de nagelaten kinderen een inventarisatie van de goederen worden opgesteld. Omdat ook de ouderlijke boedel van
Rinco en Anscke van Lycklama nog onverdeeld was, moest ook deze in die inventarisatie worden betrokken. Hierdoor wordt men behalve over de vermogenspositie van Van Franckena ook een en ander over die van
Rinco van Lycklama (zou
dit trouwens zijn portret zijn?) gewaar. Zo bleek onder meer dat in de daaraan voorafgaande jaren nogal veel geld was geïnvesteerd in de herbouw van boerderijen in Oudega (Wymbritseradeel), die blijkbaar eerder door oorlogsomstandigheden waren verwoest. Verder bleek dat de
Franckenastate met bijbehorende landerijen en venen op een bedrag van 2.400 cg was getaxeerd. Maar ook Franckena's deelname- met name zijn samenwerking hierbij met
Rinco van Lycklama- in de Weststellingwerfse veenkanalisatie en vervening wordt daarin uiteengezet.
Pag.211/212: In 1632 was
dr. Matthijs van Franckena verkozen tot grietman van
Gaasterland, als opvolger van de in dat jaar overleden grietman
Obbe Obbes. De nieuwe grietman Franckena was familie van zijn voorganger, want zijn overleden echtgenote
Anske Cornelisdr van Lycklama was namelijk een oomzegster van Obbe Obbes geweest. Na zijn hertrouwen met
Ericia de Blocq en nog geen jaar voor zijn verkiezing tot grietman, had hij in
Wolvega voor de koopprijs van 7.000 phg een
van de Scheene tot de Linde lopende sate land gekocht. Hij had daar toen een nieuw landhuis- de vroegste voorganger van het huidige
Lindenoord- laten bouwen. Dit grietmanschap zou echter van korte duur zijn, want nog in datzelfde jaar kwam dr. Franckena te overlijden.
Update: Er is een testament bij Tresoar: Blocq, Ericia de (x Mathijs v. Frankena) * * 1664 * 408. Lijst van TESTAMENTEN voorkomende in band EEE nr. 3 van het Hof Provinciaal [nu Tresoar toegang 14 inv.nr. 16779]. Mocht u deze eens fotograferen/transcriberen dan verneem ik het graag.