Op 16 maart 1813, des middags 12 uur, te Holwerd, overleed Pierre Joseph Julien, 32 jaar, man, weduwnaar. Zoon van Jean Baptiste Julien uit (waarschijnlijk) Gué-d'Hossus, Arrondissement De Rocroij, Departement des Ardennes.
Er is een Pierre Joseph Julien die op 12.10.1805 in Gué d’Hossus geboren werd, als zoon van Pierre Joseph Julien en Marie Thérèse Delcourt. Mogelijk is de man uit dit echtpaar degene die in Friesland overleed.
Hoe kwam nu een Fransman in een kleine plaats in Westdongeradeel als Holwerd terecht?
Het blijkt dat hij een douanier was. Wat velen niet weten is dat in 1811 door Napoleon persoonlijk een decreet werd uitgevaardigd waarin de Hollandse steden Amsterdam en Rotterdam en meer het Noorden in de steden Dokkum en Emden, douane bureaus werden gevestigd.
Dokkum had daarbij een groot gebied onder zijn hoede. De prachtige website over dit onderwerp van J.J. Duforez over de Geschiedenis van de Douanes Imperiales zegt er het volgende over:
Bureau Dockum, controlerende gebieden: Dockum, De kusten van de Zuiderzee, beginnende bij Elburg, de kust van de Noordzee tot aan Delfzijl,de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikenoog.
Eind 1813 was het al gedaan met de Franse bezetting van o.a. Friesland, toen de Kozakken ons land bevrijdden. Zou Pierre Joseph Julien het hebben zien aankomen en zichzelf uit wanhoop van het leven hebben beroofd?
Update: Dokkum werd als douane-bureau waarschijnlijk al in 1812 ingeruild voor Groningen. Tresoar Inv.nr. 3.01.1.06.4. In
en uitvoerrechten (douanes). Onder de directeur generaal van de douanes in Parijs
stond een hoofddirecteur (directeur principal) in Amsterdam. Zijn ressort was
verdeeld in vier sub directies onder leiding van een directeur. Eén van de
standplaatsen was Dokkum, later Groningen. Deze directie omvatte de kuststreek
van Elburg tot Delfzijl en de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog.
Tot de directie Groningen behoorde o.a. de inspectie Leeuwarden.
Update 2: Ons lid Reinder Postma reageerde: De Fransen hadden
ook een post op Oostmahorn, dat heette / heet immers in het Fries "de skâns' en
dat komt omdat er o.a. nog altijd een kruitmagazijn uit de Franse tijd in de
zeedijk zit, en denk eens aan de boeken: de smokkelaars van de schans, wel erg
zwart wit geschreven als je het nu leest maar vroeger waren zulke boeken
schitterend. En in Anjum woonde
een smid : Rameau, was dat ook een afstammeling uit de Franse
tijd?
Update 3: In het Memori boeck over 1779-1826 van de Amelander Cornelis Sorgdrager zag ik dat het tussen 1811 en eind 1813 stikte van de Franse douaniers die huizen doorzochten op Ameland en soms Amelanders naar Holwerd stuurden.
Bv Den 6 Feb 1811 deed hier (en voorheen tot Nes) de Franse Dowanen huis besoek, van een gedeelte huisen in ons dorp. Zommige hebben cassen en kisten moeten openen, deselve hebben bij ons aan huis ook besoeking gedaan als nu werd de geheele lading van het op den 29 December 1810 gestrande schip, door de Dowanen, na Harlingen gevoert, door ons Eijgen veerschepen die daartoe gerequireert werden
Vrijdag den 15 December 1811 wiert alle huisgezinnen door de klerk en twee dienaars, de man of zoons van tusschen de 25 en 65 Jaren wie genoteert en ijder wiert gevraagt, of zij woude Loote, of betalen tot een man die daar toe bekost wierde, namentlijk om te dienen tot het Leger van kustbewaarders, wijl hier van Ameland, een persoon en een borg, gevraagd wierde.
Maandag den 8 October 1813 vertrokken de hier zijnde Dovanen, met Samt het bureau, heel Schierlijk, Die zedert den 20 junij 1813 hier geweest ware.
Den 17 November 1813 kwam hier heel onverwagt tijding over Holvert dat de Pruisen in Groningen en Leeuwarden waarden hetwelk hier op het land een ongemeende vreugde baarde, Het geroep Orange boven was ongemeen, De klokken luide, en de beweging was uitermaten Groot.
Zaterdag den 20 Novem 1813 kwam er een brief uit Lieuwaarden aan De Merre om een Russche tolk daar te komen, waar op Cornelis Cornelis Kat van Nes is heengereist. Zeeker is nu Lieuwaarden over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten