Op onze website hebben we al een tijdje een index van de Betaalrol van het fregat Eensgezindheid der Friese Admiraliteit. Pieter Visser mailde die mij ooit. Het betrof de jaren 1780 t/m 1783. Het fregat stond onder commando van kapitein Willem Livius van Bouricius, die een buiten, Nijenburgh, tussen Kollum en Oudwoude bewoonde. Visser trof verschillende opvarenden uit onze regio aan en noteerde ze.
De familie Van Bouricius zou van oorsprong Bourix geheten hebben en uit Dokkum komen, maar eind 16e eeuw naar Leeuwarden verhuizen.
Willem Livius van Bouricius zag ik enkele jaren later wel weer terug toen Jeanine Otten online
publiceerde over 18e eeuwse proppen die uit een plafond als opvulmiddel gekomen waren en boodschappenbriefjes bleken te zijn. Havenmeester Cornelis Dirks Zijlstra van Harlingen ontving diverse briefjes van zeelieden en op een er van klaagde kapitein Jan Vlielander over Bouricius.
Pas recent realiseerde ik me dat het fregat Eensgezindheid onder leiding van Bouricius had deelgenomen aan de Slag bij de Doggersbank in augustus 1781.
Mogelijk dat Van Bouricius in zijn eigen regio wat extra geworven had want we komen diverse opvarenden tegen uit Noordoost-Friesland. Weliswaar deden ze niet allemaal mee aan de zeeslag maar enkelen toch wel.
Zoals bij voorbeeld adelborst Sytse Bylanus van Ee, opvarende van 1780-1782. Hij was in werkelijkheid Casparus Sytzo Beilanus afkomstig van Ee die in 1793 trouwde met Gertie Willems Huisinga afkomstig van Leeuwarden. Bij de geboorte in 1794 van hun eerste dochter Petronella Wilhelmina, wordt Casparus Sytzo aangeduid als oud luitenant ter zee.
Casparus Sytzo moet ook familie zijn geweest van Eyso de Wendt (zijn moeder was Idkse Beilanus), die ook een buiten bij Kollum bewoonde zoals later Van Bouricius. Het hielp Beilanus ongetwijfeld om een bevoorrechte positie aan boord te verkrijgen.
Nog even terug naar Willem Livius van Bouricius en de informatie die Jeanine Otten op de site Vergetenharlingers.nl geeft:
In 1781-1782 was Van Bouricius gezagvoerder op het schip De Eensgezindheid met 38 kanonnen en 230 koppen bemanning. Dit fregatschip was in 1778-1779 in opdracht van de Friese Admiraliteit in Harlingen gebouwd en in 1796 gesloopt.
Willem Livius van Bouricius werd geboren op 8 oktober 1746. Vijf dagen nadat Jan Vlielander zijn briefje naar Cornelis Zijlstra had gestuurd, namelijk op 5 augustus 1781, commandeerde Van Bouricius zijn schip De Eensgezindheid in de Slag bij de Doggersbank. Hij lag met zijn schip achter of buiten de linie om de zwaardere schepen te ondersteunen en moest het zwaar gehavende schip De Batavier te hulp schieten. De slag eindigde feitelijk onbeslist, maar in Nederland werd de slag als een grootse overwinning gevierd. Alle hooggeplaatsten kregen van stadhouder Willem V een eremedaille aan een lint, de zogenaamde Doggersbankmedaille. De matrozen werden beloond met een geldbedrag.
In de collectie van Gemeentemuseum het Hannemahuis is een unieke zilveren lepel ter nagedachtenis aan Willem Livius van Bouricius en zijn schip De Eensgezindheid. Op de achterzijde van de bak is een afbeelding gegraveerd van een fregat en het opschrift 'Ter Gedagtenis aan sLands Oorlog schip de Eensgezindh Gecomm door Capitein W:L:B: P:S: 1781'. De lepel werd gemaakt door de Harlinger zilversmid Hoyte Jans Lieuwma (1739-1817). Deze zilversmid stamt overigens weer uit de familie van de Dokkumer stadsomroeper Pytter Lieuwma (ten tijde van het bewind van de Dokkumer burgemeester Julius Schelto van Aitzema).
Na de Slag bij de Doggersbank op 5 augustus 1781 werd de Eensgezindheid ingezet om schepen naar West-Indie, dus de Caribbean, te begeleiden. In october 1781 ging de Eensgezindheid weer op pad na een Missive van Prins Willem van Oranje.
Van der Aa meldt nog over hem: In 1782 hielp hij de naar Oost en West-Indië bestemde schepen begeleiden, zoo verre als men die voor eenige vijandelijke magt in de Noordzee meende te moeten beveiligen.
Nog wordt van Bouricius gemeld, dat hij in 1787 met het fregat de Pallas in het Vlie zeilree lag, toen de Stadhouder den Officieren van dit en drie andere schepen bevel gaf, om vooreerst niet uit te zeilen. In hetgene daar verder voorviel met Decker, Tulleken en den Luitenant Aegidius van Braam wordt Bouricius niet genoemd.
In 1788 en 1789 was Bouricius met de Pallas, een vieren-veertiger, in de Middellandsche zee, onder het eskader van den Kapitein J. Schrender Haringman, en werd door dien Bevelhebber met zijn schip en de Castor Kapitein van Capelle naar Gibraltar gezonden, om een wakend oog op de Marokkanen te houden.
Van Bouricius had een treurig einde toen het schip waarop hij het commando voerde, de hulk De Dwinger, in 1793 in het Vlie in vlammen opging.
Een kaart met slagordes van de schepen in de Slag bij de Doggersbank en allerlei andere afbeeldingen vindt u in de collectie van het Rijksmuseum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten