Op zaterdag 2 maart viel hij weer in de brievenbus: het jaarboek van het Koninklijke Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur en de Fryske Akademy over 2012. Ik maak er graag melding van op dit blog maar het kost toch ongewild nog aardig wat tijd om de informatie op en rijtje te krijgen. Je zou toch mogen verwachten dat op moment van versturen per post er online ook al de nodige informatie beschikbaar zou worden gemaakt. Op zijn minst een inhoudsopgave en een cover. Maar niets is minder waar!
De site van het Fries Genootschap geeft alleen een overzicht van de inhoud vanaf het eerste nummer in 1839 tot en met 2008!
De Fryske Akademy maakt het nog bonter: daar alleen een overzicht t/m 2006. Dan denk je: het zal wel op de site van Afuk staan, die de boekenverkoop doen. Dat is maar deels waar. Sowieso staat er nog niks over 2012, wel over de delen t/m 2011. Echter dat is via de zoekmachine of navigatie van de site bijna niet te vinden. Probeer het maar eens via Vrije Fries of Vrije Fries 2011.
Afijn, genoeg geconstateerd, nu de inhoud. In het eerste hoofdstukje, Van de redactie, wordt een samenvatting gegeven. Leo Verhart beschrijft de verwoede twisten tussen het Rijksmuseum van Oudheden (te Leiden), in de figuur van Jan Hendrik Holwerda, en het Fries Genootschap, vooral in de figuur van P.C.J.A. Boeles.
Nelleke IJssennagger beschrijft de contacten tussen Friezen en Scandinaviërs in de eeuwen rond het jaar 1000. Aan de hand van teksten en voorwerpen behandelt ze de onderlinge conflicten, allianties, handel en uitwisselingen als evenzovele manieren van contact.
Kees Kuiken onderzoekt het boeren-liberalisme in Het Bildt van de grote heren- en vergaderboeren.
Eeltsje Hettinga levert een mooi essay over de poëzie van de vorig jaar overleden schrijver Trinus Riemersma.
Joke Corporaal behandelt in haar artikel de Friese literatuur van o.a. Anne Wadman.
Persoonlijk het meest interessante artikel, gelardeerd met kleurenfoto's, vind ik dat van Saskia Kuus. Zij trekt de stelling van Piet Bakker, auteur van het standaardwerk over de Friese schilderkunst in de Gouden Eeuw, dat vooral adellijke milieus met portretschilderijen uiting gaven aan hun familiebewustzijn, in twijfel. Zij illustreert dit met het voorbeeld van de uit een familie van eigenerfden afkomstige regent Dirk Fogelsangh (1600-1663), die schilders veelvuldig opdracht gaf om hemzelf en familieleden te portretteren.
Justin Kroesen presenteert tenslotte een overzicht van het Friese katholieke kerkzilver uit het tijdperk van de protestantse Republiek, met bijzondere aandacht voor de daarop aangebrachte beeldtaal.
Inhoudsopgave:
- Terug in het land van herkomst, Leo Verhart.
- Friezen en Scandinaviërs in de Vikingtijd, Nelleke IJssennagger.
- Fries katholiek kerkzilver.
- Anne Wadman tussen moeder- en vadertaal.
- Oer de poézy fan Trinus Riemersma.
- De portretopdrachten van Dirk Fogelsangh (1600-1663).
- 'Zijne vrijzinnige denkbeelden omtrent de staatshuishouding'. Bildts protoliberalisme en liberalisme 1814-1851, Kees Kuiken.
- Archeologische kroniek, Ernst Taayke.
- Jaarverslag Koninklijk Fries Genootschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten