Het Fries Museum laat aan de hand van de schedel een reconstructie maken van het gezicht van de
vroegmiddeleeuwse terpbewoonster van Hogebeintum. Als ze straks herkenbaar is, moet ze ook een naam krijgen, vindt het museum. Die mag het publiek bedenken.
Het skelet is naar Amsterdam overgebracht, waar het gespecialiseerde bedrijf Skullpting het gezicht laagje voor laagje gaat opbouwen, zegt conservator Nelleke IJssennagger. “Het wordt behoorlijk natuurgetrouw, de experts hebben technieken om het spierweefsel nauwkeurig te reconstrueren. De kleur van de ogen en het haar is moeilijker te bepalen, maar omdat ze uit Friesland komt, valt de keuze waarschijnlijk op blauwe ogen en blond haar.” Het gereconstrueerde gezicht zal de blikvanger vormen van de expositie Terpgoud die in juni opent, aldus IJssennagger.
Bij opgravingen in de terp van Hogebeintum werd het skelet, van 1.60 lengte, gevonden in een boomkistgraf. De vrouw is gestorven tussen haar veertigste en vijftigste levensjaar, veronderstellen historici. Waarschijnlijk bezat ze een zekere status, want om haar hals bevond zich een ketting met gekleurde glazen kralen, schelpen en barnsteen. Volgens de conservator spreekt de ‘terpfriezin’ altijd sterk tot de verbeelding bij het museumpubliek. “Maar we hadden geen idee hoe ze er uitzag. Daar komt straks verandering in. Ik denk dat ze heel vergelijkbaar is met de mensen van nu.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten