Femme Gaastra en Wilma Seybel verbaasden zich in hun artikel in De Vrije Fries in 1994 al over het feit dat de gefortuneerde koopman Eyso de Wendt uit Kollum ongehuwd bleef. De deze week online geplaatste brieven uit het project Sailing Letters, die door het Meertens Instituut zijn omgedoopt tot Gekaapte Brieven, werpen een nieuw licht op de persoon van De Wendt.
Niet alleen was De Wendt heel rijk geworden tijdens zijn werk voor de VOC in de Oost, hij moet ook uitzonderlijk gierig zijn geweest. De telg uit een oorspronkelijk Deense familie (net als die van de Dokkumer VOC-commandeur Jan de With) was opgeklommen tot eerste supercarga en later directeur van de handel van Batavia op China. Het voordeel bij die China-handel was dat er ook op legale wijze een deel particulier uitgeoefend mocht worden. Een bijvangst daarvan zijn de stukken porselein met familiewapen (Chine de commande) die hij in 1752 meestuurde met het schip Geldermalsen. Dit schip verging onderweg, maar de lading, ook wel bekend als de Nanking cargo, werd opgedoken en vervolgens voor een deel opgenomen in de collectie van het Groninger Museum.
Adam Gotfried Schultz, ontvanger der convooien en licenten te Dokkum, schreef in 1780 een brief waarin hij over De Wendt opmerkte: UWEd meld te recht van Eiso de Wendt zijn gierigheid in Indiën, hier reisde hij ook altemets een geheele dag zonder knegt, zonder andere verteering, als een stuijver koek uijt de zak, en een zoopie toe, agt dagen voor zijn dood heeft hij zijn Neeff Wendt, met uijtsluijting van zijn broeder en zuster universeel erfgenaam gemaakt onder Beding, dat hij zijn naam ook De Wendt, en niet Wendt, zou schrijven, etc.
De Dokkumer neef, Eco de Wendt, was de eerste burgemeester van Workum in 1755 en erfde niet alleen de Kollumer buitenplaats Oostenburg, maar kreeg ook als opdracht de Steenen Berg af te bouwen.
Briefschrijver Schultz was in 1762 vanuit Franeker naar Dokkum gekomen en verhuisde, waarschijnlijk vanwege zijn werk, tijdelijk naar de aan de overkant van de Lauwerszee gelegen plaatsen Vierhuizen en Zoutkamp, alvorens terug te keren naar Dokkum, waar hij in 1816 overleed.
Overigens wordt de 'oude intime vriendt', zoals Schultz de geadresseerde aanspreekt, niet met name genoemd in de brieven. Het is waarschijnlijk iemand die ook in Batavia geweest is voor de VOC en een meerdere was van Schultz. Wie een idee heeft mag het zeggen!
Verder zijn er ook nog andere gekaapte brieven die refereren aan De Wendt op Ceylon en de met zijn nichtje getrouwde gouverneur van Ceylon, Iman Falck:
http://www.gekaaptebrieven.nl/tekst/brief/4871 en http://www.gekaaptebrieven.nl/tekst/brief/4872 (over De Wendt op Ceylon) en http://www.gekaaptebrieven.nl/tekst/brief/5715 (over Iman Falck)
Met dank aan onze leden Tymen Wierstra voor de uitgebreide website over de familie De Wendt en Tjeerd Inia voor de tips van de brieven.
Update: Het aantal brieven dat getranscribeerd wordt in het project van het Meertens Instituut bedraagt ongeveer 9.000, op een totaal van meer dan 38.000 brieven vanuit en naar de Republiek. Als start zijn enkele duizenden transcripties online gezet die de komende maanden verder worden aangevuld. Het is dus zinvol af en toe opnieuw te zoeken met al eerder gebruikte criteria!
Voor Friesland hebben Hanno Brand en Jan de Vries ook brieven uit de Sailing Letters gefotografeerd, tezamen met andere administratieve papieren, waarvoor ze nog een aanvullend project willen opzetten. Het heeft als werktitel Friese schepen in de Engelse Prize Papers in de aanloop (1776-1781) tot de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten