Afgelopen vrijdagavond, exact 130 jaar na de Ramp van Moddergat, vond in de Hervormde kerk van
Paesens een bijzonder concert plaats. Documentairemaker Johann de Graaf liet, in samenwerking met zanger/kunstenaar Gerrit Breteler, een oud visserslied herleven dat in de vergetelheid was geraakt. De geschiedenis van het lied zal in de documentaire Arme Visschers belicht worden op 4 juni aanstaande via Omrop Fryslân en op zondag 9 juni op Nederland 2.
Het middeleeuwse Paesumer kerkje was al rond 19.45 uur goed gevuld met tegen de 100 mensen. Dat was ook het tijdstip waarop Breteler en de overige muzikanten pas arriveerden. Gelukkig ging de soundcheck heel vlot ("Ja, klinkt goed!") en kon er vlak na achten (de kerkklokken luidden) worden begonnen. Onder het publiek o.a. onze leden Gerard de Weger (de puttoloog van Moddergat), museumdirecteur Ihno Dragt, wethouder Pytsje de Graaf en Ciska Hoekstra met familie.
Organisator Johann de Graaf gaf een korte introductie en meldde dat er niet geflitst moest worden tijdens de opname van het hoogtepunt van de avond, het visserslied.
De Friese Tukker Breteler werd begeleid door toetseniste Clara Rullmann en een accordeonist. Om de stem en stemming wat op te warmen zong hij eerst enige nummers van zijn bekende werken, o.a. Catarsis, uit het Requiem van Moddergat 'Ivich Boppedat', een lied over Semarang waar zowel Gerrit als Clara een familielid op het kerkhof heeft liggen en een Fries/Twents lied 'Op een dag drink je geen Grolsch meer'.
Ook vertelde Breteler een mooie anecdote over oud-koningin Beatrix die tijdens een saaie lezing een boekje doorbladerde met een Friese tekst van Breteler die het verzoek van de RVD om een Nederlandse vertaling te maken simpelweg genegeerd had met de reactie: "Onmogelijk". Bea had wel waardering voor die eigenwijsheid. Een mooie reden trouwens voor onze nieuwe koning om Fries te leren. Niet voor niets stammen alle Europese koningshuizen af van de Friese stadhouder Johan Willem Friso.
En toen kwam het hoofdnummer Arme Visschers. Voorwaar geen eenvoudig lied, dat vanuit het Nederlands van componist Maurice Hageman in het Fries vertaald is door Breteler. Voor de opnamen moest het lied dan ook enige keren overgedaan worden, wat het publiek helemaal niet erg vond. Na aanvankelijk aarzelend applaus (mocht dat wel?) was er uiteindelijk een staande ovatie van de vele aanwezigen in het intieme kerkje. Koster Jan met de pet keek het alles met tevredenheid aan. Het zou wel leuk zijn als nog ergens online de tekst van het lied beschikbaar wordt gesteld!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten