woensdag 28 september 2011

Sneuper 103, september 2011 gepubliceerd

Deze week het derde kwartaalnummer van ons verenigingsblad De Sneuper op de mat, nummer 103:
INHOUDSOPGAVE
Pagina, Inhoud, Auteur

138, Redactioneel, H. Zijlstra
139, Bestuurlijk, G. de Weger
140, Ledennieuws, J. Dijkstra

Genealogie
141, Genealogie Stoelman/Werksma, R. Haantjes

Streekgeschiedenis
152, De familie Hartmans in de Dongeradelen, 2, P. Hartmans
162, De Meindersma’s van Ee, S. Meindersma
175, Het stempel van Foeke Sjoerds (nakomelingen noemen zich Foekens en Sjoerdsma), D. Leij
196, Verdwenen huizen (Swarte Mosk bij Aalsum, Moddergat), P. Hillebrand
200, De B.L.O.-koe, P. de Haan

Varia
161, Website Zeemansleed, P. Boltjes
199, Reactie, C. Smits
201, Fryslân 1811, K. Jansen
140/195/203 Ingeboekt H. Aartsma

Om ook (naast ruim 450 anderen) lid te worden van de Historische Vereniging Noordoost Friesland, kunt u zich eenvoudig online aanmelden. Het kost slechts 15 euro per jaar, waarbij u naast ons kwartaalblad De Sneuper bovendien de dubbel-cd met Sneuper 1 t/m 75 er gratis bij krijgt! Uiteraard bent u dan ook welkom op onze ledendagen in het voor- en najaar en kunt u medeleden vragen stellen over uw stamboom of kwartierstaat. En nog steeds is kopij voor De Sneuper altijd welkom via ons email-adres.
 
Aanstaande zaterdag 15 oktober wordt onze ledendag gehouden in Ternaard. Komt allen!
Overigens kunt u ons ook zaterdag 1 oktober in Tresoar en op de Expo te Dokkum treffen.

dinsdag 27 september 2011

Eyso de Wendt, opium en VOC-porselein

Door Reinder Postma.
Eyso de Wendt kwam uit een rijke familie. Op 17 december 1733 vertrok hij met zijn neef Adriaan Bergsma met “DE KERKWIJK” naar Indië. Eind juli van het jaar daarna kwamen ze in Batavia aan. Eyso werd eerst boekhouder, daarna koopman en in 1747 was hij tweede supercarga in de handel tussen Surat en Canton in Zuid-China. Hij werkte op provisie en kreeg 2,5 % van de bruto omzet. Later werd hij supercarga één en tenslotte zelfs directeur, hij moest zich toen bezig houden met de inkoop van thee en zijde. Van Eyso is bekend dat hij van ongeveer 1770 tot 1795 steeds vijf aandelen had in de opiumcompagnie. Zijn oudere broer had er twee. Deze aandelen vielen onder de Amfioen-sociëteit. Dat was een speciale afdeling van de VOC die opium van Bengalen naar Java vervoerde. De bedoeling was eigenlijk de teruglopende handel in Batavia weer wat beter zou gaan verlopen. Dat werkte niet goed want de meeste aandeelhouders gingen na een tijdje naar Nederland terug en kregen daar de winsten van de opiumhandel uitbetaald.

Eyso liet porselein uit China komen en heeft o.a. borden laten maken met zijn familiewapen erop. Enkele van die borden en ander serviesgoed zijn nog bewaard gebleven.

Toen hij uit Indië terugkwam, kocht hij in Kollum een pand en liet daar een mooi buitenhuis van maken, Oostenburg. Hij was niet getrouwd en had geen kinderen. Daarom erfde een neef zijn vermogen toen hij overleed.

Het Fries Scheepvaartmuseum meldt enige aanvullingen: Eyso de Wendt heeft waarschijnlijk gevaren op het VOC schip Bosschenhooven. In het museum het scheepsmodel daarvan.
F. Gaastra kwam in een studie over Eyso de Wendt het schip Bossen Hooven tegen. Het was in 1753/1754 en in 1756/1757 in Canton. De Wendt heeft het schip gekend en heeft er wellicht zelfs op gevaren. Van de uitreis van 1760/1761 is een journaal van schipper Cornelis van der Stam. Het geeft een goed beeld van het leven aan boord van een Oostindiëvaarder en is - zo blijkt uit de studie van Lodewijk Wagenaar over Galle - van belang voor de kennis van de opstand in Ceylon in dat jaar. Onder schipper Jan van der Zee zeilde het schip in 1762 naar patria in dezelfde retourvloot waarmee ook Eyso de Wendt (op het vergelijkbare schip De Jonge Lieve) naar Nederland vertrok.
Over zeven reizen van de Jonge Lieve is een boek verschenen van Hans Bonke, die geïnspireerd werd door een schilderij van het schip in het Maritiem en Juttersmuseum te Oudeschild, Texel.

Gerardus de Wendt
Gerardus de Wendt was majoor in de militie van de VOC en reisde in 1743 met de ZAAMSLAG naar Batavia. Hij vertrok als majoor en werd al snel luitenant-kolonel. Later werd hij hoofd van de Bataafse Militie. Zijn dochter trouwde met Iman Falck die gouverneur van Ceylon werd. Iman Falck is overigens aanverwant aan Ds. Sybrandus Columba (kleinzoon van Dokkumer burgemeester Elso Sybrens Inia en Trijntje Tjeerds Fogelsangh).
Iman Falck is zoon van Frans Willem Falck en A. Gobius. Frans Willem is broer van Maria Anna (soms ook Anna Maria genoemd) Falck, m.a.w. Sybrandus is aangetrouwde oom van Iman Willem Falck en zijn vrouw Theodora Rudolpha de Wendt.

Toen Gerardus in 1765 weer in Nederland terug was, had hij heel wat geld gespaard en was erg rijk geworden. Terug in Nederland kreeg hij een rol in de WIC.
Toevoeging HZ: de famiie Wendt was van Deense afkomst, evenals de latere commandeur van de VOC retourvloot Jan de With, de stamvader van de familie Haersma De With, die eigenlijk Jens True heette.

zondag 25 september 2011

Wurkgroep Maritime Skiednis in Makkum, 23 september 2011

De bijeenkomst van de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Fryske Akademy werd deze keer gehouden in Makkum. De Openbare Bibliotheek was de gastheer in het ogenschijnlijk voormalige schoollokaal.
Er stonden twee presentaties op het programma deze middag.
Als eerste de werkgroep Marhisdata. De heren Esman en Lindenboom vertelden over het digitaliseren van logboeken en kronieken (jaaroverzichten) van de Nederlandse koopvaardij vanaf 1813 tot nu. Een grote groep vrijwilligers werkt op grondige wijze de database op www.marhisdata.nl bij, die dus steeds groeiende is. Tijdens de presentatie werd een oproep gedaan om ook data over Friese koopvaardijschepen aan te leveren, want behalve een actieve medewerker op Schiermonnikoog is er niemand op het vasteland van Friesland actief voor de werkgroep. Aangezien er bij Tresoar weinig of geen relevante informatie over dit onderwerp en tijdvak beschikbaar lijkt zal er veel uit gemeentelijke of regionale archieven moeten komen (zeebrieven, bijlbrieven etc.). Hanno Brand benadrukte nog eens het belang van deze noeste arbeid van vrijwilligers.
Als tweede spreker trad Jelle Jan Koopmans op, die aan de Rijksuniversiteit Groningen een studie heeft gemaakt van de koopvaardij van Makkum in de 17e en 18e eeuw. Hiervoor gebruikte hij o.a. gegevens uit het Sonttolproject en Quotisatiekohieren. Met name in de tweede helft van de 18e eeuw was men actief op de Sont, vooral met dakpannen en kalk. Vaak werd onder het mom van ballast (waarover geen tol geheven werd) toch het nodige bouwmateriaal verhandeld. Makkum was ooit de wereldhoofdstad van de kalkproductie met zijn vele kalkovens, aldus een van de heren van de historische vereniging Ald Makkum.

Voorzitter Jan de Vries vestigde nog even de aandacht op het meest recente nummer van Historisch Tijdschrift Fryslan, met 950 jaar Staveren als thema. Hierin diverse maritieme artikelen van leden van de werkgroep.

donderdag 22 september 2011

Dokkum digitaal

In het wereldje van online genealogen heerst de nodige onrust over de activiteiten van Wiewaswie.nl, een opvolger van het bij velen bekende Genlias.nl. Gedigitaliseerde akten, met name Burgerlijke Stand (dus na 1811) die bij diverse sites van individuele archieven gratis te downloaden zijn, dreigen achter een betaalpoort te verdwijnen. Nu is best te begrijpen dat niet alles in het leven gratis kan zijn maar in dit geval doet het bizarre feit zich voor dat reeds vrij beschikbare scans van o.a. de mormonen (http://www.familysearch.org/ ) dan minder toegankelijk worden.
Als we nu eens specifiek naar de situatie voor Noordoost Friesland kijken dan komt daar nog iets bijzonders bij, namelijk dat de meeste gemeenten in onze regio (Dongeradeel, Dantumadeel, Kollumerland, Smallingerland) als uitzondering niet toegankelijk zijn via www.allefriezen.nl, de provinciale site met digitale scans van Burgerlijke stand akten (dus documenten na 1811). 
Mijns inziens is dat allemaal echter niet zo'n probleem, zolang je maar weet waar je wel je genealogisch gerief kunt halen op de digitale snelweg.
Er is al veel digitaal beschikbaar over onze regio, en nog extra veel over de stad Dokkum. Aannemende dat de gemiddelde genealoog al het nodige voorwerk heeft gedaan door in de familie informatie te verzamelen bij de ouderen, dan is er al een basis tot begin 20e eeuw. En vanaf dat punt terug in de tijd helpen vele online bronnen.

- Start altijd bij Tresoar, het provinciale archief van Friesland, via de zoekpagina en voor aanvullende zaken de subsite.

- Kijk voor specifieke zaken, zoals familie-archieven en bijzondere collecties, bij het Streekarchief in Dokkum (Archieven en Collecties). Dan weet u ook zeker dat u niet voor niets een bezoekje brengt aan dit mooie nieuwe gebouw.

- Ga voor scans van originelen van Burgerlijke Stand akten, inclusief Huwelijkse Bijlagen (na 1811), naar Familysearch van de Mormonen, via de overzichtspagina's van Genver.nl
Besef dus wel dat hier de komende tijd een wijziging kan plaatsvinden, dus wees snel met het downloaden van relevante bestanden.

Kerkarchieven/DTB akten (scans van documenten voor 1811) van Dokkum (nieuw!) en diverse andere plaatsen via Anton Musquetier, Altijdstrijdvaardig.nl
Anton verdient veel waardering voor het belangeloos fotograferen van duizenden pagina's uit oude kerkboeken die niet of nauwelijks meer worden uitgeleend.

- De Indexen op de oude Sneuper website. Van oudsher de pagina waarmee we bijzondere bronnen ontsluiten als transcripties uit Weesboeken, Hypotheekboeken, Rentmeestersrekeningen, Proclamatieboeken, Buurplichtigen, Lijsten met inwoners en stemgerechtigden, Burgerboek Dokkum, werknemers van de Friese Admiraliteit, oude kerkregisters en andere pareltjes.

- De Indexen bij Geneaknowhow.net ofwel Digitale Bronbewerkingen Friesland. Weliswaar grotendeels overgenomen van onze eigen Indexen maar soms ook een verrassende link over een gerelateerd gebied zoals het Groninger Westerkwartier.

- De bronnen die genoemd worden in de linkerkolom van dit Sneuper blog onder Interessante blogs en Andere relevante sites. En uiteraard de artikelen op dit blog zelf, met vele verwijzingen!

- Doe ook eens iets terug voor degenen die uw genealogische zoekwerk zo vergemakkelijkt hebben. Stuur bv eens een leuk verhaal dat u op basis van online gevonden materiaal hebt kunnen reconstrueren. Of voeg een online aanvulling toe bij oude foto's. Gewoon eens een complimentje over hoe blij u bent met de service wordt ook altijd gewaardeerd. Maak eens een transcriptie van een gefotografeerd oud document en deel dat weer met de online gemeenschap. Deel uw eigen onderzoeksgegevens en oude foto's (of stuur het naar onze email)! U wordt er zelf ook weer beter van als u aanvullingen en correcties krijgt. Delen is vermenigvuldigen!

dinsdag 20 september 2011

De gebroeders Vlieg uit Oudwoude in de VOC

Door: Reinder Postma.
Oudwoude heeft geen haven en ligt niet aan zee. Toch waren er in de 18e eeuw een aantal dorpsgenoten die gelokt werden door het avontuur. Ze monsterden aan op een VOC-schip en maakten een reis naar de Kaap of het verre Indië. Sommige matrozen tekenden voor vertrek een maandbrief of een schuldbrief. Door middel van een maandbrief konden werknemers bij de VOC maximaal drie maandlonen per jaar bestemmen voor verwanten in de 1e graad: ouders, echtgenote of kinderen. Een werknemer van de VOC kon ook een schuldbrief / obligatie ondertekenen tot maximaal f 300. Wie de brief kon laten zien kreeg het geld uitbetaald. De VOC haalde dit geld uit het tegoed van de matroos. Aan het eind van de reis kon hij dus een negatief saldo hebben.
Laurens Vliegh
De eerste persoon die we tegen komen is Laurens Vliegh. Hij is een zoon van Douwe Hesselius Vliegh en Grietje Klazes Sminia. Vliegh is predikant in Oudwoude. Zoon Laurens is in 1756 in Oudwoude geboren. Hij trad op 27 oktober 1774 in dienst van de VOC als konstabelmaat en was toen 18 jaar oud. Het schip waar hij op aanmonsterde, is de Patriot.

Begin maart van het jaar daarna kwam het schip aan op Kaap de Goede Hoop. Na ruim een maand werd de reis naar Indië voortgezet. Half juli arriveerde de Patriot in Batavia. Laurens zal door de straten van Batavia hebben gelopen en zich hebben verwonderd over de exotische pracht van dit land. Dit verblijf moet van korte duur zijn geweest want hij overleed op 14 september in Batavia.

Hessel Vlieg
De tweede persoon die we aantreffen, is zijn broer Hessel Vlieg. Hij was in 1753 geboren en dus drie jaar ouder dan zijn broer. Hij trad op 3 juni 1779 in dienst van de VOC, en was 26 jaar oud. Of de familie bericht heeft gekregen van het overlijden van Laurens? Hessel heeft zich in ieder geval niet laten afschrikken door een en ander.

Hij trad aan boord van het schip: Compagnies Welvaren als ziekentrooster. Eind oktober van dat jaar arriveerden ze op Kaap de Goede Hoop. Ook nu was het verblijf daar ongeveer een maand, het water kon worden ververst, nieuwe groenten en fruit konden worden ingenomen enz. Daarna werd de reis begin december vervolgd.

Op 20 februari 1780 kwam men in Batavia aan. En helaas, met Hessel verliep het net als met zijn broer. Na een verblijf van ongeveer een maand in Batavia overleed hij en keerde niet naar huis terug.

zondag 18 september 2011

Sixtinus Amama en de Universiteit van Franeker

In mijn kwartierstaat komt Herne Sijtzes Amama (Ammama) voor. Niet alleen is hij een van de mij oudst bekende voorouders, ook zijn achternaam heeft mij altijd geintrigeerd. Natuurlijk is het een mooi palindroom (van links naar rechts lees je hetzelfde als andersom) maar de familie behoorde ook tot de Friese adel. Degene uit de Amama clan die ik de laatste jaren wat meer ben gaan bestuderen is zijn kleinzoon, de oud professor in de Oosterse talen aan de Universiteit van Franeker, de eigenzinnige Sixtinus Amama (1593-1629, Franeker).
Zijn vader Johannes was burgemeester van Franeker. Sixtinus Amama werd opgeleid door Johannes Drusius, die hem als een zoon beschouwde.
Hij studeerde in Leiden (1614) en Oxford (1615), waar hij veel kennis opdeed van het Arabisch en Hebreeuws, naast het Grieks en Latijn dat hij al eerder leerde. Amama was een groot pleitbezorger van een correcte vertaling van de bijbel in het Nederlands en was medestander van Sibrandus Lubbertus in een strenge aanpak van de studenten. Nadat hij als buitengewoon hoogleraar Drusius in Franeker was opgevolgd, en later ook meer specifiek als hoogleraar Hebreeuws wordt aangemerkt, werkte hij de laatste jaren (1626-1629) van zijn korte leven als bibliothecarus van de Franeker Universiteitsbibliotheek.

Van een overzicht van de professoren in 1619 is een exemplaar bewaard gebleven waarop Amama beschreven wordt als degene die de Hebreeuwse grammatica doceert, naast professoren als Maccovius, Bernardus en Meinardus Schotanus, Verhel, Rhala, Metius, Pasor, Amesius en Hachtingius. Oosterse talen waren belangrijk voor een juist begrip van de bijbel, zeker in de tijd direct na de Reformatie, waarin door de Universiteit van Franeker in hoog tempo de benodigde dominees moesten worden opgeleid. Het katholiek kloosterbezit was inmiddels onteigend en de vraag naar predikanten voor de 'nieuwe religie', de Nederlands Hervormde kerk, was groot.

Van Amama's boeken zijn in de diverse collecties exemplaren bewaard gebleven, waarvan ik het afgelopen jaar 2 in handen heb gehad, zoals wel eens gezegd wordt: inderdaad een historische sensatie. Zo is in de historische bedrijfscollectie van Elsevier in Amsterdam de Anti-barbarvs biblicvs uit 1656 bewaard gebleven, met daarin zijn rectorale redes van 1621 en 1628 en de lijkrede voor Lubbertus uit 1625. En deze zomer kreeg ik tijdens een privé-rondleiding in de Universiteitsbibliotheek van Szeged, de Somogyi Memorial Library in Zuidoost Hongarije (er studeerden zo'n 1200 Hongaarse studenten aan de Franeker Universiteit!) hetzelfde Anti-barbarus biblicus te zien, nu in een iets mooiere band (zie foto). Dit boek werd oorspronkelijk in 1628 gepubliceerd als een kritiek op de Latijnse (katholieke) vertaling van de bijbel (de Vulgaat). Een jaar later stierf Sixtinus Amama op 36-jarige leeftijd en werd in de Martinikerk te Franeker begraven (zerk 26 met opschrift professor in de Hebreeuwse taal, twee stappen na de ingang). Zijn kleinzoon Hendrik Amama, vermoedelijk de zoon van zoon Gellius, werd later bijgezet.

De genealogie van de familie Amama of (Van) Ammama is terug te voeren tot in de 14e eeuw. Eeuwenlang werd in Garijp, Tietjerksteradeel de Ammama state bewoond. Het familiewapen toont in goud een dubbelkoppige zwarte adelaar en in een blauw schildhoofd drie gouden sterren.

Van de 5 (of 4 als Gaele Sickes dezelfde is als Jelle Sixtus) kinderen die Sixtinus (in gewoon Fries: Sicke of Sytse) Amama kreeg bij Meyn Claeses Adelen van Cronenburgh werd Gaele/Jelle of Gellius Amama rector van de Latijnse school in Dokkum, waar hij op 19 juni 1658 trouwde met Jancke van Idsinga, dochter van Alef van Idsinga en Titia Bilderbeek. Gellius en Jancke zijn begraven in de Grote Kerk te Dokkum.
Johannes Amama convooimeester van de Admiraliteit van Friesland was getrouwd met de Dokkumse Antje Huber, uit de bekende familie van de rechtsgeleerde Ulrik Huber.
Zoon Nicolaus/ Claes was een goede leerling in de Wijsbegeerte bij de Friese hoogleraar Johannes Holwarda (uit Holwerd) maar werd slechts 28 jaar oud (1628-1656). Nota bene kort voor zijn sterfjaar solliciteerde hij nog naar de vacature van rector van de Franeker Latijnse school, welke functie uiteindelijk naar de toen 21-jarige Balthasar Bekker uit Metslawier ging! De jonge Amama was destijds wegens studentikoze misdragingen en diefstal van boeken (1648) uit de universiteitsbibliotheek verbannen uit Franeker. De boeken gingen voortaan aan de ketting in de bibliotheek. Op huis Lettinga te Britsum werkte Nicolaus als pedagoog voor de jonge Menno van Coehoorn (1641-1704) en eerder voor Ulrik Huber (die in 1636 te Dokkum geboren werd).

Holwarda overigens, een volgeling van Descartes (die in 1629 aan de Universiteit van Franeker studeerde), was naast hoogleraar in de logica en filosofie in Franeker ook geinteresseerd in sterrenkunde, waarbij hij oa de variabele ster Mira ontdekte.

Update: In oktober 2011 is een boek van Jacob van Sluis gepubliceerd over de Academie-bibliotheek te Franeker anno 1601. Op de webpagina van Wever van Wijnen ook een filmpje van 12 minuten over de Universiteit van Franeker, waarin zowel Sixtinus als zijn zoon Nicolaus van Amama de revue passeren.

In de Digicollectie van Tresoar is de Oratio in obitum clarissimi viri, D. Sixtini Amama, door Meinardus Schotanus in 1630 gepubliceerd, als scan opgenomen.

vrijdag 16 september 2011

Jubileumboek 100-jarige IJsclub Oudwoude in aantocht

Op vrijdagavond 16 december 2011 viert ‘IJsclub Oudwoude e.o.’ haar 100-jarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst voor alle leden.
Hoogtepunt van de avond zal ongetwijfeld de uitreiking van het speciaal voor deze gelegenheid geschreven jubileumboek zijn.
Dit jubileumboek is een fantastische uitgave geworden. Het uitspitten van de notulenboeken, archieven en kranten heeft geleid tot een aantal ontdekkingen die voorgoed aan de vergetelheid ontrukt konden worden. Het boek is geen saaie opsomming van de notulen van de afgelopen jaren geworden, maar in een dertigtal verhalen wordt de geschiedenis van 100 jaar IJsclub Oudwoude e.o. tot leven gewekt. Het plezier in het schaatsen spat van de bladzijden! De locale elfstedenbedwingers worden natuurlijk niet overgeslagen. Maar ook de kleine overwinningen komen aan bod: Kees die op zijn prikslee een wisselbeker in de wacht sleept. Bekende dorpsfiguren als ‘Bauke Toto’ en ‘Baas Douwe’  worden beschreven en niet te vergeten de vele vrijwilligers die met hun inzet zorgden voor de randvoorwaarden: de aanleg van de ijsbaan, het besturen van de club, het vergaren van de financiën,  de verkoop in de koek-en-zopie. De IJsclub kwam natuurlijk niet uit het niets; vandaar dat ook de jaren voor de oprichting een plekje in het boek hebben gekregen.

Twee jaar lang is er gewerkt door de redactiecommissie en de schrijvers om er een prachtig boek van te maken. Er is heel wat werk verzet:  Jan de Boer, Iko Hoekstra, Ulbe de Jong en Reinder Postma plozen de notulenboeken na, doorzochten archieven, lazen oude krantenberichten, verzamelden foto’s  en interviewden dorps- en oud-dorpsgenoten om zoveel mogelijk informatie boven tafel te krijgen. Reinder Postma en Yvonne te Nijenhuis gingen vervolgens met de informatie aan de slag en schreven de uiteindelijke teksten.

Het resultaat mag er zijn: een ingebonden, keurig gedrukt boek van 160 bladzijden, met een schat aan informatie, vlot leesbare verhalen en prachtige foto’s,  zodat er naast veel te lezen  ook veel te zien valt. Voor de inwoners van de dorpen Oudwoude, Westergeest, Triemen en Veenklooster zal het een feest van herkenning zijn.
Mocht u geïnteresseerd zijn in het boek, dan kunt u contact opnemen met:
Reinder H. Postma, telefoonnummer: 0511-452100 of via email.

dinsdag 13 september 2011

Sneuper op 13e Friese Genealogische Contactdag

Op zaterdag 1 oktober a.s. zal de Historische Vereniging Noordoost Friesland acte de presence geven tijdens de 13e Friese Genealogische Contactdag. In het gebouw van Tresoar in Leeuwarden zal een tafel bemand worden door diverse leden van de vereniging.
Naast recente nummers van ons verenigingsblad De Sneuper zullen voor een zacht prijsje de DVD met nummers 1 t/m 75 van De Sneuper en het jubileumboek Sneuper 100 met oude foto's van alle plaatsen in de Dongeradelen te koop zijn. U kunt natuurlijk ook ter plekke lid worden voor slechts 15 euro per jaar en dan krijgt u ook nog direct een kadootje!

Mocht u alleen even willen weten met welke families/genealogie onze leden zich bezighouden dan kunt u dat ook ter plekke checken. Op een laptop zullen daarnaast gescande oude foto's van de regio Noordoost Friesland en zijn inwoners getoond worden. Neemt u gerust ook zelf oude foto's of documenten mee om te scannen of om te laten opnemen in ons verenigingsarchief als u het voor het nageslacht wilt bewaren.
Diverse boeken die door leden van de vereniging zijn gemaakt zullen ook ter plekke te koop zijn en ingekeken kunnen worden.

De genealogische dag staat in het teken van de viering van 200 jaar Burgerlijke Stand. Van tien tot vier uur is iedereen welkom om een gratis bezoek te brengen aan dit evenement, dat eenmaal in de drie jaar plaatsvindt. Tientallen organisaties en particulieren stellen u in de gelegenheid een kijkje te nemen in het leven van uw voorouders.

Bent u geïnteresseerd in de herkomst van uw familienaam? Aan de hand van de bewaard gebleven registers is het ontstaan ervan vaak terug te voeren op deze tijd. In de database “Familienamen 1811” van Tresoar kunt u de gedigitaliseerde akte van naams-aanneming zelfs thuis al inzien. Daarnaast heeft Tresoar de website http://www.fryslan1811.nl/ met veel informatie over deze tijd in het algemeen en familienamen in het bijzonder geopend. De Contactdag is een ideale gelegenheid om u de weg te wijzen en zo mogelijk te achterhalen wie van uw voorouders een familienaam heeft aangenomen, of wanneer deze voor het eerst in de Burgerlijke Stand voorkomt. Kinderen mogen die dag hun eigen akte schrijven met een kroontjespen en krijgen uitleg over hun achternaam.

Bent u op zoek naar uw Friese DNA-sporen, familiewapen, geëmigreerde familie, katholieke roots, Duitse verwanten, of wilt u weten hoe u uw stamboom op de computer kunt invoeren? Uit diverse delen van Nederland en Duitsland komen organisaties om in stands informatie te geven. Bezoekers kunnen onder het genot van koffie/thee en een lekker broodje contacten leggen. Daarbij kan blijken dat de toevallige medebezoeker nog eens familie is ook! Bovendien zullen in de zalen van TRESOAR een aantal boeiende lezingen worden gehouden. Deze zijn ook vrij toegankelijk.
Update: Via Tjerk Tigchelaar, Maikel Galama en het Tresoar forum ook een lijst van aanwezige exposanten:
Zaal A nr. 2 NGV/Afdeling Groningen.
Zaal A nr. 3 NGV/Afdeling Drenthe.
Zaal A nr. 4 De heer Rienk de Boer.Is (bestuurs)lid van de NGV/Afdeling Familieorganisaties – tot stand gekomen op 1 januari 1994. De standhouder beschikt over bestanden van verschillende families uit Noordoost Friesland en informatie over Schokland en Urk.
Zaal A nr. 5 Familiestichting Uit Welke Beker & NGV/Afdeling Familie-organisaties.
Zaal A nr. 6 Project HISGIS van Tresoar.
Zaal A nr. 7 Centraal Bureau voor Genealogie (CBG).
Zaal A nr. 8 Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) / Afdeling Friesland CALS = contactdienst.
Zaal A nr. 9 NGV / Afdeling Friesland.
Zaal A nr. 10 De heer Reid van der Leij. De standhouder beschikt over een genealogische database met 350.000 namen van personen, voor het grootste deel afkomstig uit het Fries-Gronings grensgebied.
Zaal A nr. 11 Mevrouw Anny Bokkinga & de heer Jarich Renema.
Zaal A nr. 12 De heer Anton Musquetier.
Zaal A nr. 13 Stichting Fries Documentatiecentrum voor Genealogie en Geschiedenis (Friedoc).
Zaal A nr. 14 Stichting Freonen fan de Argiven yn Fryslân (FAF).
Zaal A nr. 15 Fryske Rie foar Heraldyk.
Zaal A nr. 16 De heer Geert van der Veer. Exposeert met boeken over de familie Van Haersma (de With), Van Boelens uit Opsterland en genealogie gegevens van de familie Van der Veer.

Zaal A nr. 17 Vereniging Historie Weststellingwerf en omstreken.
Zaal A nr. 18 De heer Dirk Swierstra. Een verzamelaar van foto’s, prentbriefkaarten en informatie van en over bewoners van (oud) Leeuwarden. Op zijn website vindt u naast artikelen over Leeuwarden, ook een fotogalerij en een ‘zoekplaatjes’ rubriek. Tevens maker van de ‘Genealogie familie Swierstra’.
Zaal A nr. 19 De heer Hans van der Meulen. Beschikt over een uitgebreide database met Rooms-Katholieke familienamen.

Zaal A nr. 20 De heer Rinse Spits. Beschikt over genealogien van Terschellinger en Vlielander families en de genealogie van de familie Spits, Buren, Keuning, Hilverda, Herrema en Jepma.

Zaal A nr. 21 De heer Wytse Tjoelker. Heeft inmiddels verschillende genealogische publicaties op zijn naam staan, waaronder de ‘Turfmakkersskiednis’, een publicatie uit 2000 - het is ook te koop. Beschikt tevens over een laptop met bestanden in Hazadata; naast verwante families heeft hij ook een algemeen bestand ‘Pommeranten Friesland’ (= de bobo’s van Friesland). In voorbereiding ‘Van der Meij FRL 1811’.
Zaal A nr. 22 HCC!Genealogie.
Zaal A nr. 23 PRO-GEN.
Zaal A nr. 24 Netwerk Streekarchief Zuidwest Fryslân (NSZF).
Zaal A nr. 25 Historische Vereniging Noordoost Friesland. De vereniging richt zich op het doen van archief onderzoek naar (familie)geschiedenis in de omgeving van Dokkum en Dongeradelen. De resultaten van hun onderzoek publiceren zij sinds 1986 in een kwartaalblad ‘De Sneuper’ en sinds 1999 ook gedeeltelijk op hun website. De standhouder beschikt over foto’s, boeken, het clubblad en een presentatie op de laptop. De heer Jan de Jager, secretaris tel: 0519 - 220 135
Zaal A nr. 26 Upstalsboom-Gesellschaft (UG). Dit is een Duitse vereniging die zich bezighoudt met historisch personenonderzoek en bevolkingsgeschiedenis in en van Oost-Friesland. De standhouder exposeert met publicaties van de vereniging, daarnaast beschikt men over boeken, tijdschriften, e.d. Upstalsboom-Gesellschaft (UG) De heer Klaas-Dieter Voss, http://www.genealogienetz.de/vereine/UG
Zaal B nr. 27 Werkgroep Genealogisch Onderzoek Duitsland (WGOD). Deze werkgroep is in 1968 opgericht en heeft tot doel de vergemakkelijking van het genealogisch onderzoek in Duitsland. Hiertoe ontplooit men diverse activiteiten, zoals de uitgave van het blad ‘Gens Germana’, en onderhoudt men contacten met verwante verenigingen in Duitsland. De werkgroep beschikt over foldermateriaal en boeken. Werkgroep Genealogisch Onderzoek Duitsland (WGOD) De heer S.J. (Bas) Lems, http://wgod.student.utwente.nl/
Zaal B nr. 28 GP-software.
Zaal B nr. 29 Telapas Software.
Zaal B nr. 30 Meijerink Heraldiek. Grote collectie boeken te koop betreffende de heraldiek, zowel nieuwe als oude boeken; niet alleen uit Nederland, maar onder andere ook uit: België, Duitsland, Engeland en voormalige Oostbloklanden. Nog een kleine voorraad handgeschilderde gemeentewapens uit Nederland, Nederlands Indië en Nederlandse Antillen.
Zaal B nr. 31 Stichting Geslachten Faber.
Zaal B nr. 32 FamilySearch, onderdeel van The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (Mormonen), Friese scans online.
Zaal B nr. 33 Fries DNA Project De standhouder hoopt hiermee relaties aan te tonen tussen verschillende families in dit gebied. Het betreft hier niet alleen het Ychromosoom DNA (die van vader op zoon wordt doorgegeven), maar ook het Mitochondriaal DNA (mtDNA) – de vrouwelijke lijn die van moeder op dochter wordt doorgegeven. Dit project maakt onderdeel uit van het ‘Family Tree DNA’, onderdeel van Genealogy by Genetics uit Houston, Texas, Verenigde Staten.
De eerste standhouder publiceerde over mogelijkheden van DNA en genealogie in het tijdschrijft “Genealogie” van het CGB en “11 en 30” van de NGV/Afdeling Friesland. In 1996 heeft hij zijn familieboek “Boswijk” uitgebracht en is tevens samensteller van het boek “Sjoerd Wartena c.s.”
De tweede standhouder is tevens administrator van het Twents DNA Project en publiceerde hierover in “Twente Genealogisch”. Hij is onder andere lid van de Historische Vereniging Noordoost-Friesland. Hij heeft ook deelgenomen aan het DNA-project van de NGV. Fries DNA Project: De heren W.G. (Wibo) Boswijk en P.J. (Paul) Rouing.
Lezingen:
11.00-12.00 uur
in de Gysbert Japicxzaal op de 1e etage Lezing in de Nederlandse taal over het onderwerp: "Familienamen in Friesland”.
13.00-14.00 uur
in de Gysbert Japicxzaal op de 1e etage Lezing in Friese taal over het onderwerp: “Famyljerelaasjes yn de Fryske skriuwerswrâld”.
14.30-15.30 uur
in de Gysbert Japicxzaal op de 1e etage Lezing in de Nederlandse taal over het onderwerp: “Namen in de Burgerlijke Stand in Friesland vanaf 1811”.

zondag 11 september 2011

Archeologische opgravingen Easterbeintum leveren 2500 jaar oude ploegsporen op

Ons redactielid Piet de Haan was zaterdagmiddag bij de opgravingen in Easterbeintum. Easterbeintum is het verdwenen broertje van Hogebeintum. In 1988 waren hier ook al opgravingen met toen als belangrijkste vondst een grafveld. Ook de huidige opgraving leverde iets bijzonders op. Ploegsporen van rond 500 voor Chr. Waarschijnlijk de tot nu toe oudste sporen van ploegen in Fryslan. Medewerking wordt verleend door het Archeologysk Wurkferbân van de Fryske Akademy. Op de foto bezig met het uitgraven van een waterput waarbij enige potten te voorschijn kwamen. Ook onze voorzitter Haye Talsma gaf blijk van zijn belangstelling. 
Als je bij de opgraving staat ziet wel een gegolfd landschap maar niet een echte terp.  
Op google maps:    Oosterbeintumerweg, Blije    invullen.   Je ziet dan wel de ronde terp.  Rechts een stukje van de naam Easterbeintumerdyk en evenwijdig daaraan was de ene gegravensleuf.  Links van de naam  Easterbeintumerdyk beginnend bij de letter k  een slingerende schaduw. De schaduw was het hoogteverschil van het terrein en daarnaast was de andere opgraving. Ongeveer bij het begin van het witte puntje stond de man op de foto in de drek te graven bij een [ik zag het niet] waterput. Ten zuidoosten van de letter K was de vorige opgraving met het grafveld.

Dat waterputten graven in Noordoost Friesland een gevaarlijke bezigheid kan zijn bewijst dit bericht uit 1608:  Uit Diarium Furmerii (pdf), dagboek van Bernardus Furmerius, landsgeschiedsschrijver van Friesland, 1603-1615.
pagina 111: woensdag 29 juni 1608. In de vorige week had een bakker op zijn erf in Hallum, een niet onvermaard dorp in de Dongeradelen ( lees:Ferwerderadeel), een put gegraven, en de graver was al zo diep gekomen dat hij vreesde dat het water er uit zou spuiten. Omdat hij echter om te kunnen zien in de diepte brandende kaarsen bij zich had, is door een ongelukkig toeval een vonk of brandend stukje van die kaarsen op de aarde gevallen, die, doortrokken van zwavel als zij was, in brand geraakt is en de man verbrand zou hebben als niet, door zijn geschreeuw opgeschrikt, de mensen die op de rand naar hem stonden te kijken hem er meteen uitgetrokken hadden. Zijn baard en hoofdharen waren verbrand, maar zijn lichaam was ongedeerd. De vlam is iets later door het omhoog spuitende water gedoofd.

Update: in natuurgebied Maashorst bij Uden is zelfs een uitgebreid vorstengraf uit dezelfde periode (2600 jaar geleden) gevonden. Bronzen arm- en enkelbanden, spelden en vlechtringen, toiletgerei en delen van een lijkwade hebben archeologen van de Universiteit Leiden gevonden in het ongewoon rijke graf van een prehistorische vorst(in).

vrijdag 9 september 2011

Jan de Groot uit Dokkum voer in 1724 uit met de Oostrust

Bij een bezoek aan het nieuwe Museum aan de Stroom in Antwerpen ging mijn speciale interesse uit naar de afdeling scheepvaart op de zesde verdieping. Het uit veel rode leisteen opgetrokken museum is eigenlijk verbazingwekkend dichtbij (vanuit Amsterdam maar 1,5 uur rijden) en met een prima en goedkope parkeergarage voor de deur. De buurt heeft op een zonnige dag de uitstraling van een badplaats aan de Cote d'Azur met de jachthaven vol dure schepen en de prachtige pakhuizen met lofts. Ook het Stadsarchief van Antwerpen (Felixarchief) is aan deze havenkaai, de Godefriduskaai, gevestigd in zo'n prachtig oud pakhuis, in de stijl van het Amsterdamse Entrepotdok.
Vanaf de museumentree ga je met roltrappen naar boven, waarbij je op elke verdieping weer een kwartslag in een nieuwe windrichting kijkt vanachter prachtig golvend glas. Na tien verdiepingen kom je op het dakterras van waaruit je een schitterend panorama over de Sinjorenstad hebt.
De scheepvaarttentoonstelling is modern ingericht met diverse grote touchscreen panelen en lades onder de tafels die je open kunt trekken. In plaats van uitgebreide teksten zijn er soms QR-codes die je via je smartphone verwijzen naar aanvullende online info. Je ziet toch dat niet veel mensen hier gebruik van maken. Het opentrekken van de laden is ook maar voor een enkeling vanzelfsprekend. Ik ben benieuwd hoe dat straks gaat met het vernieuwde Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De bezoekers roepen altijd wel dat vitrines met bordjes saai zijn, maar in de praktijk gaan ze weer klagen als die er niet zijn. Waarschijnlijk ook gewoon een kwestie van wennen.
Centraal op de tentoonstelling staat een grote open tafel met scheepsmodellen. Een van deze modellen is een vrij unieke van een VOC-schip, de Oostrust, gebouwd voor de kamer Amsterdam. Het schip had een lengte van 160 voet bij een laadruimte van 570 last (1140 ton). Zij voer tussen 1721 en 1739 voor de VOC op Batavia en werd uiteindelijk wegens aanhoudende lekkage in Mosselbaai gesloopt aan Kaap de Goede Hoop. Onder schipper Laurens IJsenhart werd op 18 oktober 1724 vanaf de rede van Texel koers gezet naar Batavia. Aan boord was een Dokkumer, de bosschieter Jan de Groot. Het eerste oponthoud was van 27 tot 31 oktober 1724 op de rede van Duins (The Downs). Van 8 t/m 23 maart 1725 verbleef men voor verversingen aan Kaap de Goede Hoop (inmiddels waren tien bemanningsleden overleden, waaronder de Harlinger bosschieter Harmen Andriesz) en arriveerde uiteindelijk zonder verdere slachtoffers op 24 juni van datzelfde jaar in Batavia. Aan boord waren toen nog 154 zeelieden, 74 soldaten, 1 ambachtsman (de slotenmaker Jan Reek) en 4 passagiers.
Via de VOC-database is de voltallige bemanning te downloaden in een Excel-bestand. En dan zie je weer diverse opvallende zaken. Onderkoopman Jan Nipoort uit Dordrecht werd uiteindelijk in 1735 vermoord.  Jan Pieter Wijts uit Ballum (Ameland) verging in 1729 op de Atlantische Oceaan met het schip 's Graveland. Veel Amsterdammers ook, waarbij je je mag afvragen of ze daar werkelijk vandaan kwamen of dat het gewoon hun meest recente verblijfplaats was (Pieter van Tunen en Willem de Haan). Er waren 5 Groningers aan boord en 2 Leeuwarders: schiemansmaat Douwe Hessels (als Heffelsz vermeld en in 1730 gerepatrieerd) en soldaat Sieuwe Sipkesz (dat zal wel Lieuwe Sipkes moeten zijn denk ik), die in 1733 heelhuids repatrieerde.
Iemand die met de Oostrust in 1730 repatrieerde was de Holwerder bosschieter Auke Foppes. Hij was in 1724 met zijn dorpsgenoot uit Holwerd (zoek op Holwe*) Hendrik Sijtses met de Hogersmilde naar Batavia gereisd.
Onze Dokkumer bosschieter Jan de Groot viel echter al snel ten prooi aan een dodelijke ziekte en overleed op 17 november 1725 in Azië.

woensdag 7 september 2011

Kollumer dorpsschool centraal in Zuiderzeemuseum

Op een zonnige vrijdagmiddag bezocht ik Enkhuizen. De auto bij het station geparkeerd en langs de havens wandelend naar het Zuiderzeemuseum. Eerst even naar het 'binnenmuseum' met een vaste collectie en wisseltentoonstellingen. Mooi om de oude houten schepen uit de diverse vloten van de aloude Zuiderzeestadjes, maar ook van enkele Friese steden, van dichtbij te kunnen bekijken. En Enkhuizen in de Gouden Eeuw geeft een beeld van het VOC-verleden van een van de kamers van de VOC. Maar vanwege het mooie weer ging ik al snel naar het buitenmuseum, een openluchtmuseum met woningen en oude bedrijfspanden uit met name plaatsen rond de voormalige Zuiderzee. Met afbraak bedreigde panden werden steen voor steen afgebroken en in Enkhuizen weer zorgvuldig opgebouwd. Je kunt zelfs met een gratis boot naar het museum gebracht worden. Bij de aanlegsteiger staan drie imposante kalkovens, waarin van schelpen kalk gebrand werd. Het kunstmatige stadje heeft enkele buurtjes. De kerkbuurt, deels gebaseerd op de plattegrond van Hindeloopen (!), heeft als middelpunt een mooie oude kerk met heuse begraafplaats, van het voormalige eiland Wieringen: Den Oever. En aan de rand hiervan staat een dorpsschooltje, die, tot mijn verbazing, uit Kollum afkomstig is. Binnen is het ook zo authentiek mogelijk ingericht met oude schoolbanken, prenten en lampen. Op een van de schoolborden staat het jaartal 1905 vermeld. Een tweede lokaal schetst de situatie zoals die rond 1930 moet zijn geweest.

Langs een grachtje is een prachtige apotheek gevestigd met een verzameling gapers. De (vrijwillige) klassieke apotheker die aanwezig is verteld met trots over de collectie en het apothekersvak. Hij wijst mij op de site http://www.gapers.nl/ waarop veel informatie over dit uithangbord van de apothekers is te vinden. In de naastgelegen kaaswinkel koop ik een lekker kaasje van een kilo en in de boek- annex souvenirwinkel een boekje over de apothekers, gapers en andere medisch-farmaceutische symbolen: Slang, Esculaap en Gaper (in de aanbieding voor 5 euro).

Er is ook een vissersdorpje die gebaseerd is op het Groningse Zoutkamp en de dorpskern van Urk, met huisjes uit het Friese Paesens/Moddergat! Wat het leven in de dorpjes extra leuk maakt zijn de vele demonstraties van de oude beroepen die vroeger als vanzelfsprekend bestonden: een borstelmaker, zeilmaker, apotheker, potschipper of nettenboeter: allemaal laten ze het ambachtelijke tot leven komen. Een leuk museum ook om met kinderen naar toe te gaan. En de museumkaart is hier geldig!

zondag 4 september 2011

Het ‘doktersboek’ van Douwe Ales, De medische aantekeningen en recepten van een Friese boer uit 1699

Dat er ooit in Noordoost Friesland nog een medisch-historische bron zou opduiken uit dezelfde tijd als het Memoryboeck (1693-1745) van vroedvrouw Catharina Schrader is al een klein mirakel. Het Doktersboek (1699) van Douwe Ales is ook nog eens een prachtige aanvulling op de lange reeks van bijzondere verhalen over Wonderdokters en Duivelbanners in de Friese Wouden. Het door vererving in de familie Veltman terechtgekomen manuscript is eeuwenlang van generatie op generatie gekoesterd als een bewijs van ontwikkelde belangstelling.

Douwe Ales (1682-ca 1714) was een rechtgeaarde sneuper uit een vrij welvarende boerenfamilie die altijd vrijgezel bleef. Hij had drie zussen: Gepke Ales (1670-1745), Antje en Aukje. Zijn relatieve rijkdom stelde hem in staat al op jonge leeftijd veel tijd te besteden aan het verzamelen van geschreven en orale bronnen, voornamelijk in de regio Noordoost Friesland. Vanuit zijn geboorteplaats De Kooten moet hij regelmatig naar Dokkum en omliggende plaatsen zijn gereisd om veldonderzoek te doen bij meesters, bibliotheken en collega-receptenverzamelaars.
Naast Dokkum worden plaatsen als Anjum, Oostrum, Veenwouden, Oostermeer en Hallum in zijn aantekeningen genoemd. De ruim 600 recepten verzamelde hij waarschijnlijk op briefjes die uiteindelijk in 1699 werden afgeschreven in twee kloeke folianten. Aanwijzingen daarvoor zijn te zien in het vergelijkbare receptenboek van de adellijke Titia van Harinxma thoe Slooten die in Tresoar wordt bewaard. Vermoedelijk bestond er in die tijd nog een brede traditie in het verzamelen van mogelijke oplossingen voor de vele, al snel dodelijke, ziektes. Opengesneden kikkers tegen kanker, een levende paling in een zak om je nek tegen hoofdpijn of een levende graspieper koken, zijn maar enkele voorbeelden van huismiddeltjes die als heilzaam werden beschouwd. Magie werd daarbij niet geschuwd, getuige de toverspreuken en bizarre bezweringsformules die regelmatig opduiken. Ook werd nog meermalen de astrologie aangehaald.
(Binnen onze vereniging is bijvoorbeeld van de familie Idsardi bekend dat er ook recepten werden bijgehouden, in ieder geval tot in de 19e eeuw. Laat het ons weten of dergelijke aantekeningen ook in uw familie bewaard zijn gebleven!).

Taalkundig gezien was Douwe Ales niet erg ontwikkeld. Vaak werden Latijnse teksten verhaspeld en wekte Ales de indruk zelf ook niet helemaal te begrijpen wat hij opschreef. Het manuscript geeft wel een prachtig inkijkje in de belevingswereld van onze voorvaderen in Noordoost Friesland en hun omgang met ziekte en gezondheid.

De tekst wordt van een uitgebreide context voorzien door medisch-historicus Mart van Lieburg (die ook het Memoryboeck van Schrader deels transcribeerde) en ons lid professor Goffe Jensma. Het aardige is dat de zeer grondige inleiding verwijst naar onderzoek en bronnenbewerkingen van vele leden van de Historische Vereniging Noordoost Friesland: Libbe Meerema, Simon Wierstra, Wybo Palstra en diverse transcripties op de Sneuper website. Het boek mag daarom niet ontbreken in de boekenkast van elke Friese sneuper die zijn genealogie wil verrijken!

Het ‘doktersboek’ van Douwe Ales, Erasmus Publishing, Rotterdam, 256 blz., 29,50 euro.

ISBN/EAN 9789052352060

vrijdag 2 september 2011

Gravure Dokkum 1673 geschonken aan Admiraliteitshuis

Museum Admiraliteitshuis te Dokkum heeft een bijzondere gravure geschonken gekregen van de heer Ted Lierl uit de Verenigde Staten. Het betreft een gekleurde gravure van de omwalling van Dokkum uit 1673. Er zijn slechts enkele gebouwen afgebeeld, zoals de Grote Kerk, Waag en Admiraliteitshuis en een tweetal molens op de dwingers. Naar aanleiding van het rampjaar 1672, de Republiek wordt aangevallen door Frankrijk en Engeland en de bisdommen Keulen en Münster (Bommen Berend), zijn er plannen gemaakt om Dokkum beter te beschermen tegen aanvallen. Het plan van de omwalling is trouwens nooit uitgevoerd.

Dhr. Lierl, die een interesse heeft voor munten en topografica, is bekend in het Admiraliteitshuis omdat hij bij bezoeken aan zijn dochter die in Bartlehiem woont, regelmatig het museum bezoekt.

VOC-database bron voor vele verhalen

In ons verenigingsblad De Sneuper hebben we al diverse artikelen gepubliceerd die gebaseerd zijn op vondsten in de database van VOC-opvarenden.
Zo verschenen artikelen over de Kollumer Jan Braak die als wagenmaker met de VOC naar Batavia ging en daar ook als voorlezer in de hospitaalse kerk werkzaam was (1764-1774). Hij werd zelfs rijk door privé-handel als vrijburger van Batavia zodat hij bij terugkomst in Kollum een mooi huis kon laten bouwen. Mocht er trouwens een lezer nog eens in het nationaal archief in Jakarta komen, dan zou ik het heel leuk vinden als hij daar een bewaard gebleven brief van Jan Braak zou willen scannen/fotograferen. Het betreft een fragment van pagina 5-7 onder nummer 2113, gedateerd 24 november 1780, onderdeel van het Weeskamer archief, zoals online te zien is. Een student van de Universiteit Leiden misschien?
Verder vond ik via de Digitale Studiezaal van het CBG (voor Vrienden gratis te raadplegen) ook een brief uit 1792 van de zwager van onze Kollumer bekende Jan Sijbrandus Braak (hij was getrouwd met Margareta Ytema)/ Yttema/Ittema), Alexander A. Ittema.

Over de avonturier Pytter Tjepkes uit Paesens (Sneuper 101), die op het schip Sloten voer en na terugkomst uit de VOC zich in Ezumazijl vestigde, konden we een boeiend levensverhaal reconstrueren, evenals van de vier Friese matrozen, Jan Hendriks Overbeek, Hans Pieters, Marten Dirks en Aldert Harmens, die rond 1780 gezamenlijk de wijde wereld introkken (Sneuper 99).
Van een kostbaar souvenir van Dokkumer Jan de With kunnen we nog steeds genieten in het Fries Scheepvaartmuseum. Een bezoek waard trouwens!

Aanvankelijk bestond de database vrijwel alleen uit opvarenden die in de periode 1700-1799 meevoeren. De laatste tijd zijn er echter ook aardig wat bestanden toegevoegd die de periode 1633-1699 bestrijken, hoewel daarvan veel minder scheepssoldijboeken bewaard gebleven zijn. Voor Dokkum (zoekend met Do**um) vind je dan 87 nieuwe records, die trouwens direct als excel-file te downloaden zijn! Ik kom bijvoorbeeld assistent Hessel Vlasblom in 1672 tegen met als herkomstplaats Doctum! Hem kende ik nog van een aantekening die ik vele jaren geleden maakte op de Sneuper-websitepagina Friezen in de VOC, gebaseerd op een publicatie in De Navorscher van 1861, p. 187: Onder de nagelaten goederen van wijlen Hessel Vlasblom, van Dokkum, boekhouder aan boord van het Oostind. compagnieschip Rheenen den 10den december 1672 overleden, komt voor "Een coopere schrijffpen": deze wordt, in éen koop, "met 1 koocker met pennemes en 1 duymstock" gekocht voor de som van twee gulden zeven stuivers door Sebastiaan Pittavin van Amsterdam. Deze Pittavin was de fiscaal op het schip, die onfortuinlijk genoeg op oudejaarsdag 1672 zelf ook aan boord overleed. Er was zelfs een kunstschilder mee op deze reis, Esaias Boursse, die op een eerdere VOC-reis naar Ceylon vele tekeningen had gemaakt (nu in de collectie van het Rijksmuseum). Maar ook hij overleed aan boord, op 16 november 1672.

Onder de Dokkumers in de 17e eeuw zijn veel bosschieters (ervaren matrozen/ schutters met de kanonnen), mogelijk een erfenis van de ervaringen als soldaat in de vesting Dokkum. (Zie ook de beschrijving van een VOC-soldaat over bosschieten.)
En zo vind ik nu zelfs een Teunis Johannes uit Ternaard (zoek op Ternaer) die in 1690 met het schip Lands Welvaren naar Batavia ging. Zoeken op plaatsnaam voor het dorp Ee levert ook nog een zestal vondsten op, waaronder een Arnoldus van Meekeren.
Ga zelf dus ook weer eens sneupen in die mooie VOC-database.