Vooral vanuit Paesens/Moddergat, Wierum, Oostmahorn en Ezumazijl voeren van oudsher schippers uit naar zee. Toen Dokkum nog vrijwel aan zee lag en de monding van de Dokkumer Ee nog niet was verzand werd ook van daar uit met een grote vloot gevaren. Zo kreeg Dokkum zelfs in 1597 een eigen Admiraliteit van Friesland en Groningen, waar oorlogsschepen werden gebouwd en uitvoeren. Hoofdkwartier was het nu nog bestaande Admiraliteithuis. Door de verzanding van de Dokkumer Ee konden grote schepen echter niet meer Dokkum in en uitvaren zodat in 1645 besloten werd de Admiraliteit te verplaatsen naar Harlingen.
Voor de visserij diende Ezumazijl, met een beschutte binnenhaven als winterligplaats en lagen de schepen in het vangstseizoen voor de kust voor anker. De zeeloodsen waren gestationeerd in Oostmahorn.
In 1883 vond de grote Ramp van Moddergat plaats, waarbij 83 vissers verdronken. Dit jaar wordt, 125 jaar na dato, in Moddergat de ramp herdacht met o.a. een requiem. Ook de nagebouwde Wierumer Aek wordt begin maart te water gelaten en zal vanuit Esonstad tochten gaan maken. De Ramp wordt uitgebreid beschreven op deze site.
De vloot van oa Moddergat is te herkennen aan de afkorting van de oude gemeente Westdongeradeel: WL. Voor Oostdongeradeel is dat OL. Hedentendage varen er nog schepen met deze visserijtekens, waaronder de WL18, een Lemsterjacht.
Een interessante nieuwe online bron betreft de monsterrollen-database van het Noordelijk Scheepvaartmuseum.
Oudere bronnen zijn oa. de Sonttolregisters (18e eeuw) en de Pondtolregisters van Elbing (1585-1700) die ook vele Friese schippers bevatten. En wat te denken van het archief in Estland met gegevens over Dokkumer schipper Jacob Jacobs de Groot (pagina 63)?
Oude verhalen, foto's en andere info blijven welkom.
Oude verhalen, foto's en andere info blijven welkom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten