Dit is een ander kampioenschap dan de strijd tussen de diverse dorpen in de gesloten klasse van het SKS: Sintrale Kommisje Skutsjesilen. In deze 'gesloten' klasse moet aan strengere eisen worden voldaan en worden niet zo maar nieuwe skutsjes toegelaten. Deze skutsjes zijn vaak in handen van een stichting, die een schipper benoemt. Meestal is een voorwaarde dat de schipper uit een erkend skutsjesilers-geslacht moet komen (een interessant genealogisch aspect van skutsjesilen)! Bij de IFKS daarentegen zijn de meeste skutsjes in privé-bezit en zijn er geen voorwaarden voor de afkomst van de schipper.
Het lijkt wel een beetje op het internationale boksen, waarbij ook verschillende wereldkampioenschappen worden gehouden in de WBA en WBC klasse. Bij de SKS doen dan ook maar 14 deelnemers mee, die vooral namens een bepaalde plaats, bv. Lemmer, Huizum, Langweer, Woudsend of Heerenveen bekend zijn.
Bij de IFKS wordt gestreden onder de eigen scheepsnaam, bv. Oude Zeug, Lonneke of Grutte Pier. Skutsjesilen wordt vaak op het scherpst van de snede uitgevochten, kijk maar eens naar de recente beelden van Omrop Fryslan van het SKS 2008, waarbij Heerenveen won.
Beide organisaties hebben hun archief ondergebracht bij Tresoar en sinds kort een prachtige website over de Skutsjehistorie.
Momenteel zijn er geen volledig houten skutsjes meer, maar er wordt een replica gebouwd bij het Skutsjemuseum. Er zijn vele boeken over het skutsjesilen geschreven, zoals het naslagwerk Van Ambulant tot Zwaluw, over de Friese ijzervloot.
Een aantal keren kregen we via de email een vraag binnen bij de Sneuper over de geschiedenis van een skutsje of de eigenaar daarvan uit de regio Noordoost Friesland. Wybe Jelsma, een schipper uit Anjum, kocht in 1920 het skûtsje de 'Hoop op Zegen'. Deze had een laadvermogen van 37 ton en was gebouwd in Leeuwarden. Tegenwoordig heet dit skutsje 'Jonge Rein'.
Een ander skutsje zou in 1910 gebouwd zijn in opdracht van Klaske Sikkema uit Wierum onder de naam 'Vrouwe Christina', met een laadvermogen van 25 ton. Deze werd later ook Hoop op Zegen genoemd en vaart nu nog onder de naam Vriendschap. De vraag is nog of het skutsje geleverd is aan een Jongeling uit Wierum. Wat is de relatie met Klaske Sikkema ?
Diverse skutsjes zijn gebouwd op de werf van Barkmeijer in Dokkum/ Aalsum.
In mijn eigen kwartierstaat komen, via mijn moeder, Jan Luitzens Westerhof, schipper, geboren rond 1814 te Zevenhuizen en Grietje Hemmes Jager voor. Zij huwden op 6 augustus 1837 te Leek. Daarmee heb ik een link in mijn stamboom met een echte skutsjesil-familie. Zij komen namelijk ook voor in de kwartierstaat van de fameuze skutsjesiler Lodewijk Meeter. Tegenwoordig vaart zijn kleinzoon Lodewijk Eilderts Meeter op het skutsje van It Doarp Huzum (in 2008 voor het laatst). Ook skutsjesiler Siete Meeter behoort tot deze familie.
Wellicht dat deze genetische lijn ook bij mij de liefde voor het varen met historische schepen heeft aangewakkerd. Twee maal per jaar gaan we erop uit met de Heeren van Schokland.
Diverse skutsjes zijn gebouwd op de werf van Barkmeijer in Dokkum/ Aalsum.
In mijn eigen kwartierstaat komen, via mijn moeder, Jan Luitzens Westerhof, schipper, geboren rond 1814 te Zevenhuizen en Grietje Hemmes Jager voor. Zij huwden op 6 augustus 1837 te Leek. Daarmee heb ik een link in mijn stamboom met een echte skutsjesil-familie. Zij komen namelijk ook voor in de kwartierstaat van de fameuze skutsjesiler Lodewijk Meeter. Tegenwoordig vaart zijn kleinzoon Lodewijk Eilderts Meeter op het skutsje van It Doarp Huzum (in 2008 voor het laatst). Ook skutsjesiler Siete Meeter behoort tot deze familie.
Wellicht dat deze genetische lijn ook bij mij de liefde voor het varen met historische schepen heeft aangewakkerd. Twee maal per jaar gaan we erop uit met de Heeren van Schokland.
Update: we hebben de connectie Sikkema-Jongeling gevonden. In een komende Sneuper hierover meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten