Bij de receptie kocht ik het boekwerkje De dood voor ogen ziende...door de commandeur Klaas Hoekstra van Texel (hertaald door Annie Douma), ofwel het Dagverhaal van het verongelukken van het galjootschip Harlingen in Straat Davis (1826). De walvisvaarder liep met zijn bemanning vast in het ijs en werd gekraakt. De schipbreukelingen worden eerst aan boord genomen van de Engelse walvisvaarder Dundee maar moeten al snel vertrekken wegens voedselgebrek. Na een epische tocht met veel ontberingen bereiken ze een eskimo-nederzetting, waar ze mogen overwinteren. Zomer 1827 keren de meesten pas, via Denemarken, terug naar Harlingen. Dit verhaal lijkt natuurlijk veel op dat van de Amelander commandeur Hidde Dirks Kat uit 1777 (toen er heel veel schepen in het Groenlandse ijs strandden), ook een walvisvaarder.
Na de presentatie begaf het gezelschap zich naar buiten om in de zon de werf te bezoeken waar de herbouw plaatsvindt. Deze is eind 2010 gestart met studenten en geïnteresseerde vrijwilligers. Oude ambachtelijke technieken worden op deze manier doorgegeven. U kunt zich nog steeds aanmelden via info@dewillembarentsz.nl
En mocht u toevallig in een oud archiefstuk vinden hoe het expeditieschip van Barents heette, dan graag ook even melden!
Het ultieme doel van de stichting is om in het spoor van Willem Barentsz de historische ontdekkingstocht te herhalen!
Zie voor een kort fotoverslag het online foto-album.
Op zaterdag 21 mei was er de Voorjaarsbijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Het 50-jarig jubileum werd gevierd met een serie lezingen in het Zaans Museum bij de Zaanse Schans. Als u ook lid wilt worden dan kunt u zich hier online aanmelden.
Na de ledenvergadering, geleid door voorzitter Joost Schokkenbroek, gooide Christiaan van Bochove de trossen los met een verhaal over de Handel en integratie in Noord Europa.
Milja van Tielhof presenteerde een project van Huygens/ Instituut voor Nederlandse Geschiedenis: een analyse van de Archangelvaart op basis van 3000 bevrachtingscontracten (1594-1724). Dit ter gelegenheid van de digitale publicatie van de database van wijlen Piet de Buck.
Voor Friese historici is dit ook een interessante bron omdat er vrij veel Friese schippers, met name uit de Zuidwesthoek (Hindeloopen, Koudum en Staveren) in voorkomen, zoals de Friese zeeheld Jacob Benckes. Tot 1703, toen Sint Petersburg opkwam als belangrijke Russische havenstad, werd er veel handel gedaan via de Witte Zee op Archangel en was er zelfs een Nederlands wijkje in die stad. Een mooie aanvulling, deels gebaseerd op deze database, is een online beschikbare case-study over de Nederlandse scheepvaart in de Finse Golf en op Archangel, 1703-1740 (2009) van Werner Scheltjens en Yvonne Frans.
Na de lunch ging Matthias van Rossum in op de VOC en de Noordwest Europese maritieme arbeidsmarkt. Hiervoor biedt de online database van VOC opvarenden bij het Nationaal Archief mooie analysemogelijkheden. De vraag daarbij is altijd wel in hoeverre het correct is om bv een Deen die enige tijd in Amsterdam woonde en dat als plaats van herkomst opgeeft als Nederlander te beschouwen.
De dag in Zaandam werd afgesloten met een prijsuitreiking van de J.C.M. Warnsinckprijs, gewonnen door de oud-voorzitter Gerard Acda en de J.R. Bruijnprijs voor de scriptie van Suze Zijlstra over de vrij onbekende periode van Suriname in de jaren van het Zeeuwse bewind (1667-1682), waarbij ook weer de Sailing Letters uit de National Archives in London een belangrijke bron waren. Zie voor achtergrondinfo het telefonische interview met de Wereldomroep en ook haar eerdere lezing over Slaafse vrouwen in Suriname.
Voorwaar weer een hoop activiteit van de maritieme historici!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten