Onder het Friese volk werd ze liefkozend Marijke Meu genoemd. Maria Louise, landgravin van
Hessen-Kassel (1688-1765), mocht zich na haar huwelijk met Johan Willem Friso, vorst van Nassau-Dietz en Prins van Oranje, Prinses van Oranje noemen. In 1711 werd ze weduwe nadat haar man verdronk in het Hollands Diep. Tot de meerderjarigheid van haar zoon, de later Willem IV, was ze gouvernante en in 1759 was ze nog eens zes jaar gouvernante in Friesland voor haar kleinzoon en latere stadhouder Willem V. Dit jaar wordt met tal van evenementen het 250e sterfjaar van Marijke Meu herdacht.
Op 10 april organiseerde de Fryske Akademy een wetenschappelijk symposium met acht lezingen die diverse facetten van haar leven belichtten. Een selectie daaruit verschijnt in dit nummer.
Marijke Bruggeman behandelt de contacten van Maria Louise met Den Haag, die via correspondenten verliep.
Hanno Brand gaat in op de stadhouderlijke hofhouding op het Princessehof.
Kunsthistoricus en lid van onze vereniging Piet Bakker zet het (portret-)schilderijenbezit van de prinses op een rijtje en Jeanine Otten schijnt haar licht op de culinaire cultuur van het 18e eeuwse hofleven. Over de Duitse hovenier Knoop, die de tuinaanleg verzorgde van haar Friese buitenverblijven, rapporteert Geart de Vries uitvoerig. Ook is er in Historisch Centrum Leeuwarden een tentoonstelling over Knoop en de tuinen van Mariënburg. En tenslotte laat Yme Kuiper zien hoe landgraaf Carl van Hessen-Kassel een grote inspiratiebron voor haar was.
Historisch Tijdschrift Fryslan is bij diverse boekhandels in Friesland verkrijgbaar in de losse verkoop of via een abonnement en lidmaatschap van het Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten