zaterdag 9 augustus 2008

Mallabaarse brieven van Dokkumer dominee

In oktober verschijnt een publicatie van Sneuper-lid Bauke van der Pol over de Mallabaarse brieven van een dominee uit Dokkum: Jacobus Canter Visscher.
Dominees uit Noordoost Friesland waren in de VOC-tijd een gewild export-product.
Jacobus (1692-1735) was, na een studie theologie in Franeker en Leiden, in 1715 naar de oost afgereisd: Schip: Gamron. Inventarisnr.: 14129. Kamer: Rotterdam. Folio: 5. Uitreis: 21/04/1715. Bestemming: Batavia. DAS- en reisnr 2245.4. Aankomst: 17/02/1716. Hij was dus in dienst van de kamer Rotterdam van de VOC en arriveerde in 1717 vanuit Batavia in India, aan de Mallabaarse kust.
In de VOC-vestiging Mallabar (Malabar) te Cochin werkte hij 6 jaar als predikant. Als een veredeld cultureel antropoloog deed hij verslag van zijn waarnemingen in 37 brieven aan zijn familie in Friesland. In 1735 overleed hij, waarna zijn brieven in 1743 door zijn broer Cornelis werden gepubliceerd als Mallabaarse brieven, behelzende eene naukeurige beschrijving van de kust van Mallabaar, den aardt des landts, de zeden en gewoontens der inwoneren, Leeuwarden, 1743.
Bauke van der Pol hertaalde de brieven in modern Nederlands en publiceert ze nu met vele aanvullende gegevens bij uitgeverij Walburg Pers, waar het in oktober zal verschijnen.
Overigens zijn nog enkele zilveren platen bewaard gebleven die na het overlijden van Jacobus ter nagedachtenis werden gemaakt.

Stamvader van de familie Canter Visscher is Tammerus Visscher (1666-1736), die evenals zijn vrouw Magteltje Canter en een aantal nakomelingen in de Grote Kerk van Dokkum in familiegraf 101 begraven is.

Jacobus was niet de enige Fries die in dienst was van de VOC. Ook via zijn zoon Hendricus Canter Visscher was er een link met deze multinational. Hendricus trouwde 21 augustus 1746 met Wikjen Michiels Minnema uit Dokkum. Zij hertrouwde na Hendricus' overlijden (1748) in 1750 te Dokkum met de Deen Jan de With (die eigenlijk Jens True heette), en die in 1746 was benoemd tot commandeur van de jaarlijkse retourvloot uit Batavia. Hij was op het laatste moment als vervanger voor de plotseling overleden Christoffel Blom aangewezen. Op zijn 14e was hij in 1729 met twee broers vanuit Aarhus, Jutland bij de VOC aangemonsterd. Deze stamvader van de familie Van Haersma de With, die later Stania state kocht (die hij naar zijn eerste schip Hofwegen noemde), heeft een ivoren scheepje en een grote gouden medaille met ketting van 120 cm (zoek op: draagpenning de with) nagelaten die momenteel in het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek te zien zijn. Trouwregister Hervormde gemeente Dokkum, 1750. DTB nr: 197, 1743 - 1755. Vermelding: Bevestiging huwelijk van 19 april 1750, Dokkum. Man: Jan de With, Amsterdam. Vrouw: Wikjen Minnema, Dokkum. NB: beroep bruidegom: oud-commandeur v. d. Oost-Indische retourvloot.

Nog een andere Fries, Reinicus Siersma uit Leeuwarden, was commandeur van Mallabar van 1742-1747. Op YouTube heb ik een kort filmpje over hem gezet.

Voor Omrop Fryslan heeft Bauke van der Pol al het nodige verteld over de publicatie van de Mallabaarse Brieven. Luister hier online mee (vanaf 01:21:20).
Ook geeft de cultureel antropoloog aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden eind dit jaar een cursus naar aanleiding van zijn publicatie.

Geen opmerkingen: