Sneuper Tjeerd Inia vond via http://www.archieven.nl/ in het Gemeente-archief van Rotterdam een inventaris van de familie Veltcamp Helbach met de volgende gegevens:
Rekeningen ingekomen bij Mevrouw C. Columba wed. Ds. A. van Minnen betreffende een huis op Oud-Zijl even buiten Dokkum. Datering: 1770-1812. NB: Hierbij koopbrieven, een lijst houdende opbrengst der roerende goederen en een kwitantie van 1758 voor het schilderen van een vlag op het hofschip (lees: kofschip) De Jonge Columba. A.C. Helbach was executeur testamentair. Omvang: 1 pak.
Opvallend dat een vlag geschilderd werd. Op welke plek zou dat gedaan zijn? Uit de rekening aan secretaris Bote Suijderbaan is te zien dat de schildering werd aangebracht door Former van der Elst, in Dokkum bekend van diverse geschilderde stadsbeelden.
Catharina Columba, kleindochter van burgemeester Elso Inia is overleden te Dokkum in 1812, in huis nr. 125, wijk A. Er is uit de stukken een aardig beeld waar al die kosten van het huis aan Oud-Zijl naar toe zijn gegaan (o.a. aan jenever en bier, en de meeste kosten aan hout, steen en arbeiders). Slaat Oud Zijl op de Zijl in Dokkum, of een oud zijl bij Sybrandahuis?
Het Andringa geschrift is van de hand (of uit het bezit) van Harmanus Pols van Andringa, oomzegger van Bote Suiderbaan, via zijn moeder Agnesia Aleida Pols: Agnesia is een zuster van Clementia Pols, de vrouw van Bote Suiderbaan, stadssecretaris en ontvanger van Dokkum.
Opvallend is overigens dat Harmanus (1768-1817) is overleden in het tuchthuis van Leeuwarden in juli 1817 en zijn overlijden is pas in december 1817 in zijn woonplaats Workum aangegeven. Het vermoeden is dat Harmanus veel heeft overgenomen uit bestaande literatuur, helaas kom ik zijn pake Watze Sybes Andringa zo snel niet tegen in het geschrift, en ook geen vermelding van Watze's eerste vrouw Geeske Ealses Inia en Watze en Geeske's kinderen Sybren (*1720) en Trijntje (*1724). Sybe zal jong zijn overleden, omdat Watze met zijn tweede vrouw nog twee keer een zoon Sybe krijgt. Van genoemde Trijntje Watzes Andringa (vernoemd naar Trijntje Tjeerds Fogelsangh) is onbekend of zij jong is overleden.
We kennen de familie Columba van de diverse Friese dominees die het heeft voortgebracht en waarvan er ook enkele met de VOC naar de Oost vertrokken, zoals Sibrandus Columba naar Batavia. Columba is overigens de Latijnse naam voor houtduif.
De schipper van De Jonge Columba blijkt Aart Aartjens te zijn, die in de Sonttolregisters voorkomt als hij in 1776 met een lading dakpannen van Rotterdam naar de Baltische Zee vaart. Hij is waarschijnlijk dezelfde als Aart Ariens from Vriesland die in 1770 van het Franse Rouen naar St. Petersburg voer met o.a. een lading wijn.
In de online DTB van Tresoar vinden we meer genealogische gegevens:
Dokkum, dopen, doopjaar 1761. Dopeling: Sijtske. Gedoopt op 16 december 1761 in Dokkum. Dochter van Aert Arjens, grootschipper en niet genoemde moeder.
Harlingen, dopen, doopjaar 1757. Dopeling: Zytske. Gedoopt op 2 augustus 1757 in Harlingen. Dochter van Ate Arjans en Tryntie Joghems.
Het vermoedelijke huwelijk: Harlingen, huwelijken 1742. Vermelding: Ondertrouw op 28 september 1742. Man : Aert Arjens afkomstig van Vrouwenparochie. Vrouw : Trijntie Jogchums afkomstig van Harlingen. Opmerking : de bruid wordt gecompareerd door haar neef Jacob Cornelis. Gestandaardiseerde namen: AART ARJENS en TRIJNTJE JOCHEMS.
En verder:
Bron: Burgerlijke stand - Overlijden. Archieflocatie Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg. Gemeente: Hellevoetsluis. Soort akte: Overlijdensakte. Aktenummer: 20. Aangiftedatum: 01-06-1818 Overledene Sietske Aarts de Vries. Geslacht: V. Overlijdensdatum: 30-05-1818. Leeftijd: 56 Vader: Aart Ariens de Vries. Moeder: Trijntje Jochems. Partner: Pieter Claases Nap.
De schipper van De Jonge Columba was dus de uit Vrouwenparochie (Het Bildt) afkomstige Aert Arjens, die als achternaam De Vries ging voeren. Het schip was eigendom van Bote Suiderbaan en genoemd naar een jonge telg uit de Columba familie.
2 opmerkingen:
Het schilderen van een vlag op een schip werd/wordt gebruikt tijdens oorlogstijden. Hiermee kan men oftewel de neutraliteit van het schip aantonen, of de nationaliteit in geval van bombardementen (moderne oorlogen). In het geval van de "Jonge Columba" werd dit waarschijnlijk gedaan om de neutraliteit van de Republiek tijdens de Zevenjarige Oorlog (Engeland en Pruisen vs. Oostenrijk, Frankrijk en Rusland) aan te tonen. Dat is althans mijn vermoeden.
Dat klinkt inderdaad plausibel. Daar was natuurlijk ook niet zo makkelijk mee te sjoemelen om de vijand te misleiden (dus een vlag van een bevriende/neutrale natie voeren terwijl je de vijand was).
Een reactie posten