Dat er relieken van Friese heiligen uit de 13e eeuw in België bewaard zijn gebleven wisten we al uit de publicatie van Wibo Boswijk in De Sneuper 115.
En van de nog veel 'oudere' Bonifatius zijn de meeste relieken in de Duitse stad Fulda te zien.
Het was dan ook toch wel met enige verbazing dat ik recent in museum Catharijneconvent in Utrecht een oude koormantel in een vitrine zag die een relatie schijnt te hebben met Bonifatius (die in 754 bij Dokkum werd vermoord).
Dit is de beschrijving van het museum die vermeld dat het uit de Bonifatiuskerk te Dokkum afkomstig is (waarbij de vermelding van 13e eeuw toch wat vreemd is):
Koorkap, half cirkelvormig, op donkerblauwe ondergrond geaffronteerde pauwen
1190 - 1209
Koorkap van Bonifatius
Dokkum, eerste helft van de 13e eeuw; weefsel: Oostelijk Middellandse-Zeegebied, ca. 1190-1210
ABM t2341
Deze koormantel is volgens een legende gedragen door de missionaris Bonifatius (672 of 675-754). Omdat de mantel met de heilige in aanraking zou zijn geweest, wordt hij beschouwd als een reliek en door de eeuwen heen zorgvuldig bewaard. Gelovigen kennen wonderdadige kracht toe aan relieken. De zijden stof blijkt echter niet ouder dan het einde van de twaalfde eeuw. De koorkap is lange tijd door geestelijken gebruikt tijdens erediensten in de Paulus en Bonifatiuskerk in Dokkum. Wanneer de kerk in 1588 wordt verwoest, weet een familie de mantel in veiligheid te brengen. (Bedoeld wordt de in 1588 gesloopte Bonifatius-abdij, HZ)
Objectbeschrijving (zie ook de museumwebsite)
Op een donkerblauwe ondergrond zijn in banen om en om paarsgewijs naar elkaar toegewende pauwen en zeer fijne ranken aangebracht, die o.a. uit gestyleerde palmetten, pijnappels en bladwerk bestaan. De banen met pauwen zijn in verschillende kleuren weergegeven, afwisselen in okerkleur, geelachtig groen en rood. De koppen en halzen van de vogels zijn evenals het rankenwerk in wit weergegeven. Tussen de opgeheven gekrulde pauwenstaarten zijn gestyleerde palmetten ingeweven. Tussen de koppen van de vogels zijn op dunne stengels pijnappels aangebracht. De verticale opbouw van het patroon bestaat uit vogels, die afwisselend naar elkaar toe en van elkaar af staan, zodat men motieven van pijnappels en palmetten boven elkaar krijgt: de friezen verspringen over de afstand van een vogel.
Boven aan de achterzijde van de koorkap bevindt zich een "capuce", een vroege vorm van het koorkapschild. Het werd vervaardigd uit overgebleven weefselfragmenten (Snoep-Reitsma 1967, p. 5). De naden zijn bedekt met een geweven bandje.
Techniek weefsel: de koorkap is vervaardigd uit zijde in keperbinding. De schering draden zijn van zilvergrijze zijde, de inslag bestaat uit draden van drie -nu verbleekte- kleuren: donkerblauw, wit, en afwisselend rood, oranje en geelgroen. De originele kleuren zijn bewaard gebleven in de randen. Voor uitgebreidere weefselanalyse zie Snoep-Reitsma 1967, p. 3.
Aanvullende informatie:
Er bestaan vier veronderstellingen voor de herkomst van het weefsel:
1. het is door een pelgrim aan de kerk of het klooster van Bonifatius geschonken;
2. het is via een handelsschip in Dokkum terecht gekomen;
3. een abt bracht het naar Dokkum vanuit Prémontré, de handelsplaats waar het hoofdklooster der Norbertijnen was gevestigd;
4. de stof werd buitgemaakt in de zijdestad Damiate in Egypte tijdens de kruisvaart der Dokkummers in 1218 en vervolgens na terugkomst geschonken aan klooster of kerk. Daaruit zou in de eerste helft van de 13de eeuw een koorkap zijn vervaardigd. De kombinatie koorkap en kazuifel worden voor het eerst vermeld in de Acta Sanctorum van 1685 van de hand van de bollandist Heschenius"...casula et pluviali veteris mori..." Zie voor het Dokkummer kazuifel ABM t02342. Zie ook ABM st00987a en ABM st00987b.
De van oorsprong rechthoekige lap, waaruit de koorkap is gemaakt, was ca. 155 cm hoog en 238 cm breed. De koorkap is 290 cm breed. Uit de uitgespaarde "driehoeken" werden delen aan de zijkanten van de koorkap toegevoegd. Van de resterende delen werd een capuce gemaakt, oorspronkelijk de capuchon van de Romeinse renmantel of pluviale. Zie Snoep-Reitsma 1967, p. 11.
Een bijbehorend weefselfragment (ABM st00854, H. 27.0 x B. 42.0 cm) werd tijdens een restauratie in 1965 in het Nationaal Historisch Museum te Stockholm weer aan de koormantel vastgemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten